VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1933
363
zeggen. „We moesten het maar radicaal ampu-
teeren."
Oilberto schrok ervan. Hij begon te protesteeren.
„Dokter, ziet u het liever nog eens aan. Ik ben
schatrijk, ik heb een zilverader ontdekt, begrijpt u.
Ik ben getrouwd, ziet u, en Marietta heeft me
genomen met twee beenen."
De dokter lachte. „Ja, ja, we zullen wet eens
zien, amico. Zoo, gelooft u een zilverader te hebben
ontdekt Nee, u vergist zich, het was geen zilver,
maar.
Tegelijk werd hem in zijn droom een lap met
chloroform onder den neus geduwd. Langen tijd
bleef hij nu slapen. Toen hij weer wakker werd,
was hij terug in de hut, want aan zijn bed stond
Marietta met den kleinen Giel op d'r arm. Maar de
zuster kwam binnen en nu twijfelde hij er weer aan,
of hij van de hut droomde.
Marietta had tranen in de oogen. Zij kuste hem
en dat was net werkelijkheid.
„Je bent gelukkig gered, liefste, en je been is
behouden. Ook met die hersenschudding zal het
wel losloopen." Zij toonde hem kleinen Giel en
bracht de rose kinderlipjes bij zijn mond.
„Je vindt het zeker vreemd dat ik hier ben
vroeg Mariëtta. „Ze hebben me gehaald met een
motorboot, weet je Ben je blij, dat we gekomen
zijn
Gilberto wilde niet meer luisteren naar die
bedrieglijke droombeelden. Marietta was in de
hut bij Poco Geronymo, tien dagreizen hier van
daan. Ze moest bepaald ongerust zijn, dat hij
zoolang wegbleef.
„Zeg, weet je hoelang je hier gelegen hebt,
Giel Vijf volle weken je hebt het van den dood
opgehaald. En zeg, weet je dat we schatrijk zijn
Het Mijnbouwkantoor heeft de heele mijn op
jouw naam geregistreerd. De dokter zegt, dat het
een millioenenzaak is."
>k i Moudincf.
jgiè'c v x-.'torTsrat
Er ontwaakte eenige belangstelling bij Gilberto
voor zijn droom. „Ja, het is een rijke zilverader,"
mompelde hij flauw.
Bijna tegelijk hoorde hij een andere stem
„Hoe gaat het nu, amico
Gilberto gaf geen antwoord. Het bloed stroomde
als vuur door zijn lichaam, in zijn hoofd knarste
een zaag en zijn gehemelte was droog als kurk.
Toen Gilberto eindelijk bewust de oogen opsloeg,
scheen er een weldadig zonnetje in de kamer. Hij
staarde op een witgekalkten muur, in plaats van
tegen den houten wand van zijn hut. Vol verbazing
zocht hij naar een verklaring van zijn aanwezigheid
in dit vreemde huis. Het denken deed hem pijn,
in zijn hoofd raasde en knarste een verroest
uurwerk. Voor zijn bed stond de zuster.
„Hallo, zuster, heb ik nu van u gedroomd of
bent u het werkelijk vroeg hij verrast.
„Gelukkig, eindelijk 1" riep de zuster uit en
tegelijk liep zij weg.
Gilberto keek haar verbaasd na. Bijna terstond
kwam zij terug. Tot zijn verbijstering werd zij
gevolgd door Marietta en kleinen Giel. Ook de
man met de witte jas kwam het vertrek binnen.
„Hoe gaat het nu, amico, herkent u mij
vroeg hij.
„Ik heb van u gedroomd u is zeker de dokter?"
zei Gilberto.
De dokter glimlachte. „Gefeliciteerd, ik had u
reeds opgegeven," sprak hij raadselachtig. Hij
drukte Gilberto de. hand en leidde Marietta voor
het bed. Zij snikte haar sterk vermagerd gelaat
was doodsbleek.
„Hallo, wat is dat nu?" vroeg Gilberto opge
wekt. „Ik ben toch niet dood Een klein ongelukje
gistereneen os en een auto, een vreemde
ontmoeting, zou ik zeggen
Hij omhelsde zijn vrouw en kuste kleinen Giel.
„Hemel, ik zou haast gelooven, dat hij veel grooter
en dikker is geworden, sinds ik tien dagen geleden
afscheid van jullie nam." Hij streek zich over het'
voorhoofd en begon te lachen. „Zeg, je moest eens
weten hoe vreemd ik gedroomd heb. Later zal ik
je alles wel vertellen, ais.Hij onderbrak zich
zelf. „Maar nu begrijp ik toch nog niet, Roe jij hier
zoo vlug gekomen bent. Ben je me direct achterna
gereisd
Marietta ging op het bed zitten en nam zijn
wasbleeke, doorzichtige hand.
„Je bent zes weken doodziek geweest
Gilberto keek haar ongeloovig aan. „Zes weken?"
vroeg hij verbijsterd.
Marietta knikte. Je hebt een zware hersenschud
ding opgeloopen, Giel. Drie weken geleden liet
de dokter me halen met een motorboot. Vanmorgen
ben je voor het eerst bij kennis gekomen."
Gilberto dacht aan zijn droomen en begreep
plotseling alles. „Zes weken,"herhaalde hij verbluft.
„Maar nu is alles gelukkig weer in orde," hernam
Marietta opgewekt. „Je been is goed en over een
paar weken ben je de oude weer. We gaan een
goeien tijd tegemoet, Gielweet je nog wat ik je
vorige week van dat erts verteld heb
Gilberto keek haar verrast aan. „Ik weet heusch
niet wat ik gedroomd of beleefd heb," antwoordde
hij hoofdschuddend.
„Dan heb ik heerlijk nieuws voor je, Giel. Het
geluk is eindelijk gekomen. Volgens een voorloopig
onderzoek van den mineraloog, die drie weken
geleden met de motorboot meekwam, is de mijn,
die je ontdekt hebt, enkele millioenen waard. Ze
vonden het erts in je zak en toen je in je koorts
aldoor over een zilverader ijlde, liet de dokter het
onderzoeken
„Millicenenis het dus toch een zilvermijn
stamelde Gilberto ongeloovig.
Marietta schudde glimlachend het hoofd. Gil-
berto's wasbleek gelaat streelend, gaf zij ten
antwoord „Nee, dat is juist de grootste verrassing
van je ontwaken. Je bent bezitter geworden van
een groote tinmijn."