NAAR MADEIRA EN DE CANARISCHE EILANDEN 548 VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1933 No. 18 De kapitein. I. MET DE COTTICA NAAR MADEIRA. Een gladde zee, een heerlijke zon, 'n luie stoel, een menu als een gedicht en een paradijs in 't vooruitzicht! De passagiers der Cottica waren gelukskinderen. De donkere Engelsch- Indiër, die bij de afvaart aan de railing stond, het Surinaamsche negerjochie en de flegmatische Engelschman even goed als de schoone Mexi- caansche en de passagiers, wien Neerlandsch bloed door de aderen vloeide. Achter de duinen waren de zorgen gedeponeerd en de secretaressen hadden de opdracht, geen post door te zenden. Zes dagen en zes nachten op zee en dan een tocht door een sprookjesland waar 't altijd zomer is. Zee en zon, 'n waakzame kapitein, gezellige officieren, 'n vriendelijke bemanning en reizigers, die op den tweeden dag allemaal familie van elkaar waren. Als een zwaan gleed de Cottica recht op haar doel af. Even 'n kijkje in den vroegen ochtend op de krijtrotsen van de Engelsche kust en dan de zee met haar eeuwig lied, haar wonderlijke zons ondergangen en vloeibaar parelmoer. Wie lyrisch wil worden, gaat alleen op 't achterdek zitten, wie van bridge houdt, gaat naar de lounge, wie 'n cocktail aanbidt, kruipt in den bar en hij, die de zee voélen wil, springt in 't zwembassin. De passagier, die een liedje wil zingen, treedt 't muziek salon binnen en zij, die haar geluk wil beproeven, wedt op de renpaarden van de dek-races. De slanke lijn? Speel ping-pong. Droomen Roep een steward, laat uw dekstoel in de zon schuiven, vouw de handen en vang 'n uiltje. Dansen Ginds zit 't strijkje of zingt de gramo- foon En de liefhebber van culinaire genoegens praat nog maan denlang met fijÈSÊt smakkende lip- KT pen over de mayonnaise, de langouste en de .AggLi.. duifjes aan I boord van de f y 7\\ Cottica. I 1 Er moet na- \V\ j\ tuurlijk een y 8 hoogtèpunt zijn x0 mj dat voor de re- - 0 lativiteit zorgt. fffyWelnu Op den r xS>> laatsten avond Tv wordt door de TT bemanning het SKT" pek in een salon De 2e stuurman. herschapen met vlaggen en wimpels. Dan gaan de passa giers naar hun hutten, alsof er geen vuiltje aan de lucht was. En met een virtuo siteit, die aan 't won derlijke grenst, steken ze zich in fantastische costumes. De vriende lijke heer, die je om 't andere gerecht uit de verte toedrinkt, verschijnt als roover- hoofdman en zijn da me als Geisha. De Engelsche, 'n regel rechte lady, die iede- ren morgen vraagt hoe je geslapen hebt, hup pelt nu als nurse in 't rond. Er is een blonde dame, die Mengelberg imiteert, en een grijze heer, die Ben Ali Ben uitbeeldt. Passagiers, die in 't gewone leven sterk aan boekhouden doen, zien er uit als zangers van Montpar- nasse en een jong- mensch, dat in nor malen toestand aan Maurice Chevalier doet denken, komt uit als machinist. We zien getatoueerde armen, die aan 'n blond me vrouwtje behooren, wier gestage bezigheid is op charmanten toon te converseeren. Ook bekende voorwerpen zien we terug, die van doel veranderd zijn. Een tafelkleedje werd 'tif 1 De eerste ofpcier. schoudermantel en 'n halsdoek werd tulband. Wie nooit een op z'n eentje dansenden ou den heer heeft gezien met 'n „neus" op en een Baskisch petje, had zich op de Cottica kunnen amusee ren. Voor een avond is alles omgedraaid. En de zee blijft als 'n spie gel, waarin de maan weerkaatst en de machines blijven stampen en de kombuis blijft geuren. Als de groote familie naar de hutten vertrekt, blijft de sombere Engelsch-Indiër bij de railing. 'n Filosoof. De schoone Mexicaansche ziet hem en in onna volgbaar gebroken Nederlandsch zegt ze zacht „Dat ies een tropische, hij ferstaat niet die feest van ons." En zingend geeft ze een arm aan haar man. Al orilla de un palmar Estaba una joven bella.... Dat waren de laatste klanken van het feest, behalve een lange zucht in het rooksalon, die opsteeg uit de borst van een der vroolijkste gasten van den avond. Het was de galante overste, die zich zes dagen lang in aller sympathie had verheugd en nu met Op de Markt te Funschal. een diepen zucht van voldoening den avond besloot om zijn sponde te gaan opzoeken. Toen kneep de maan een oog dicht en gleed de Cottica naar het paradijs Madeira. De zon stond al hoog, als de bruine duikers van Funchal naar de aalmoezen zochten op den bodem van de baai. Er hingen een paar regenwolken boven den „Monte", maar dat is slechts een vriendelijk heid van de natuur, die even 'n koelte brengt als het te warm wordt. 't Regent alleen in de wintermaanden een enkelen keer om de bloemen te besproeien Een heerlijker land is nauwelijks denkbaar. Er is een overvloed, die je verlegen maakt. De bloemen zijn groot en vol en fel gekleurd. Het fruit is sappiger dan elders. Druiven, meloenen, oranje appelen en-ver- sche vijgen ko- men aan de markt in boor- devolle manden. Gv M D^e bananen zijn teeren je op een jÈ, bloedroode kern. en de bewoners jl 7 zijn als figuran- r «T ten, ditmaal echter goed ge- COStumeerd Het negerjochie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 4