No. 18
VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1933
549
Een vrouw
uit de bergen of
de visschersdor-
pen gaat met
veerenden tred,
licht en voor
naam, het don
kere hoofd ver
bergend in 'n
kleurigen doek,
terwijl ze speelt
met de witte
De Indiër
Markthoekje.
Een ossenslede.
kanten shawl, die over de
schouders hangt.
De mannen hebben meestal
het Portugeesche type; de
kinderen zijn stralend met
fluweelzwarte oogen en
zwarte krullen.
Ossensleden en gedragen
hangmatten mogen interes
sant zijn het zijn kleine
details in 't geheel, anecdo-
tische bijzonderheden. Het
komt op de natuur aan, wier
schoonheid onbeschrijfelijk
is. Een palmen-oase van
rijpe, diepe kleur, met een
ongekenden overvloed en
een verrukkelijk klimaat,
die den Hollander een paar
uren van stille verbazing kosten.
Funchal is een stad van middelmatige grootte,
een zeer belangrijk kolenstation. Daarom liggen
in de baai steeds talrijke schepen, Engelsche,
Argentijnsche, Spaansche, voor anker.
Er is een bloeiende industrie en een levendige
binnenhandel in de producten van het land
fruit, wijn, maïs en andere. De binnenstad is
ongemeen schilderachtig en doet denken aan het
Oosten, vooral door haar bont volksbewegen, den
rijken palmengroei en de aanwezigheid van ver
schillende nationaliteiten.
Op een plein, dat omgeven is door kleine hallen,
loopen de straten en stegen uit, die de nijvere
bevolking bewoont en wordt de markt gehouden,
op zichzelf een merkwaardigheid. Iedere hoek is
een schilderij. Een wemeling van kleuren. Uit dit
centrum verspreidt zich het landvolk door de stad
en geeft er het sterk persoonlijke aan, dat alles
kenmerkt. Portugeezen met Moorsch type, Span
jaarden, Italianen en vaak ook Zuid-Amerikaan-
sche negers vinden er een bedrijvig bestaan met
hun koopwaar, hun bazars en kleine winkeltjes.
Het bevreemdt iederen toerist, dat het plaveisel
der straten zwart gekleurd is. Daarvoor worden
kiezelsteenen gebezigd, die in groote hoeveelheden
aan de kust gevonden worden, „gerold" door dé
bergweg kronkelend naar
den top. De rotswanden
zijn diep bruin, de weg is
goudgeel en ontelbare cactusplanten groeien op den
rand. Daartusschen pronken duizenden geraniums.
Palmkruinen raken den zoom van den weg en
door de bladeren blinkt 't smaragdgroene water
van de baai. Hier en daar verheft zich een donkere
cypres hoog boven een bed van gele en oranje bloe
men. In kleurige kleedij nadert 'n vrouw op zeem
lederen laarzen, een bloemenmand op het hoofd en
een vracht van bananen onder den rechterarm.
Nauwelijks heeft ze de naderende toeristen opge
merkt of ze fronst haar wenkbrauwen, buigt haar
hoofd onder den korf ter zijde en begint het ver
haal van haar armoede.
We gelooven alles wat ze zegt, en leggen 'n geld
stukje op de uitgestoken hand.
En nu begint zij een spel van uitbundige dank
baarheid, waarbij we verlegen worden. Al deze
dingen nemen in dit land vormen aan,
waarover de Hollander zich telkens ver
baast. Het landschap, zoo overdadig van
kleur een elegante vrouw, die 'n bloemen-
schat draagt door de blakende zon en
'n aalmoes vraagt
met 'n gebaar, dat
kant en klaar is
voor 'n opera.
Ook in Funchal
vindt men het be
delend volk in alle
straten, vooral op
de Square en de
Praga da Restau-
raq&o, waar de
kerk ligt en waar
vele café's een ge
zellig aspect aan 't
stadsbeeld geven.
Op dit plein ont
moet men de toe
risten, grootendeels
Engelschen, die in
avondtoilet terug
zee. In den avond glimmen de steenen, die door
de sleden, die wagens en andere vervoermiddelen
vervangen, nog gladder zijn geworden. Men krijgt
den indruk, dat de straten nat zijn, omdat het licht
in de blinkende steentjes weerkaatst.
Funchal is een voorname badplaats tevens,
de hotels zijn alle zeer comfortabel en 't personeel
is beschaafd. De meeste dezer hotels bezitten
prachtige tuinen met subtropische gewassen,
een overvloed van vreemde bloemen, die met zorg
onderhouden worden.
En in dit bloeiende land, te midden van de heer
lijkste bloemen, langs stegen die door glycine en
mimosa versierd zijn, onder een overdaad van drui
ven en bananen leeft een bedelaarsgilde, dat slechts
door het theater geëvenaard wordt. Het zijn
prachtige acteurs, deze donkerkleurige man
nen en vrouwen, schildersmodellen en figu
ranten. Het gebaar waarmee ze 'n aalmoes
vragen, de hoffelijkheid waarmee ze heen
gaan als ze niets krijgen en de uitbundige
dankbaarheid voor 'n koperstukje, behoo-
ren bij hun kleeding en bij Madeira zelf.
Overal vindt men deze stakkers, bij 't kerk
hof, de kathedraal, zelfs op de hotel-ter
rassen komen ze, hun armen uitgestrekt
de oogen vol uitdrukking.
We hopen, dat ze allen rijk worden, maar
ze moeten nu en dan weer eens gaan bedelen
in Madeira, want je
zoudt je dit land zonder
deze menschen niet kun
nen voorstellen
Boven de groene baai
van Camicho gaat een
keeren van het
Casino.
Daar is 'n gezel
lig, grootsteedsch
bewegen langs de
talrijke kleine au
to's, de café-terras
sen en onder de
boomen op de
Square. Op dit
drukke verkeers
punt ligt ook het
paleis van den gou
verneur, waar de
militaire wacht met
eenige plechtigheid
wordt afgelost.
De jeugd van
Funchal paradeert
op de glimmende
steentjes, prachtige
straatjongens stoei- Ben J^nsche Passagier.
en en schreeuwen,
bloemen-verkoopsters wiegelen langs de rieten
stoelen der café's. Een groepje muilezels droomt
bij 'n palm en een kleine ezel snuffelt met op
getrokken lip in een zak met frissche schillen.
Tot aan de haven is het plein gevuld met een
vreemde menigte waartusschen de Hollandsche
toerist met onfeilbare zekerheid zijn landgenooten
onderscheidt, die overal dadelijk thuis zijn, altijd
lange sigaren rooken en hun vertrouwelijkheid
meenemen naar het midden van den Oceaan.
Een Hollander op reis is een studie waard.
Hij vergelijkt altijd, proeft vóórdat ie hapt,
blaast op z'n soep en veegt z'n lepel af. Hij koopt
Bata-schóenen in Funchal in plaats van zeemlede
ren laarzen, omdat hij de eerste wél en de tweede
niet in de Kalverstraat kan dragen. Hij schrijft
ontzettend veel ansichten en komt overal menschen
tegen, die lijken op zijn kennissen in Heerenveen.
Hij vindt de brandweer thuis tóch veel beter
dan die van Funchal en begrijpt niet waarom de
ober in Savoy-Hotel hem niet verstaat als hij En-
gelsch spreekt.
Het wordt een vreemd geval als een Hollander
en een Portugees samen Engelsch gaan praten.
Intusschen komt alles terecht en 't eenige wat
de Hollander niet begrijpt, is, dat de Portugeezen
zoo slecht Engelsch spreken 1
De gedachten van den Portugees echter blijven
een geheim, verborgen in een gebruind hoofd,
waarin twee oogen vriendelijk lachen.
Als de nacht valt komt er een wonderbare stilte
over het eiland, waarin altijd de belofte leeft van
een nieuwen dag in 't paradijs. Zon, kleur, over
vloed en schoonheid, dat is Madeira.
En als we den volgenden dag naar Tenerife ver
trekken in een Blue-Star-boot, 'n Engelsche stad,
is de belofte al gehouden de zee is als 'n spiegel,
de zon lacht en de bries, die een lyrische juffrouw
aan boord Zefyr noemde, waait net hard genoeg
om in de zonnestralen op het dek te gaan zitten.
HERMAN MOERKERK.