Zeeuuhcfon VtacMenaat? HET EINDE VAN DEN De bode zorgt voor t ver voer van de inkoopen der marktgangers. zorgt voor levensmiddelen, tabak, zeep poeder. Als de baas 'n borreltje is gaan drinken of aan 't schaften isbode-romantiek. Het doet altijd even pijn, iets uit het leven te zien verdwijnen, dat daaraan 'n speciaal karakter gaf. Zoo is 't te verklaren, dat óude menschen ontevre den zijn met onzen tijd, en vol misnoe gen afgeven op al het nieuwe, dat de voortschrijdende jaren hebben gebracht. Met een glimlach denken zij terug aan den tijd, die werkelijk de hunne was; hun jeugd, die in elk mensch 'n scherp en bemind beeld achterlaat. Dóórna gaan de jaren veelal op een holletje voorbij, en sluiten zich aaneen tot een grauwe rij. Ja, we moeten ervaren, dagelijks, dat het nieuwe het oude verdringt, en dat onze protesten daartegen niets baten. En één der dingen, die uit het Zeeuw- sche leven zoo langzamerhand gaan ver dwijnen, is de vrachtenaar. Maar dit verdwijnen kan men slechts nemen in zekeren zin. Het ambt bestaat nog, en zal wel blijven bestaan. Maar.... bij den vrachtenaar hóórt nu eigenlijk een hoog-op- gestapelde kapwagen met een schonkig paard. Daarbij hóóren de grauwe, havelooze zeilen, die bij slecht weer over de te vervoeren goederen worden geworpen. Hóórt de voedermand en de zweep met de ontelbare knoopen. Hóórt de rust, de sjokkige gang van wagen en paard, die zich niet tot snelheid laten dwingen. Vroeger was de vrachtenaar een der belangrijkste menschen van het dorp. Er waren toen minder verkeersmiddelen, en men was méér op hem aangewezen dan nu. Hij „reed" niet alleen goederen;

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 8