NAAR MADEIRA EN DE CANARISCHE EILANDEN 580 VRIJDAG 6 OCTOBER 1933 No. 19 -woetest. MhixA Oilrz:- II. TENERIFE. gloeien nog in onze verbeelding. Geen wonder dus, dat Tenerife met zijn grijsbruine rotsen en regenluchten een geheel anderen indruk maakt. Zijn schoonheid lijkt van een andere orde. Maar.zóó is de natuur te midden van den Oceaan, de beelden wisselen als in een film, want nauwelijks is het middaguur aan gebroken of de zon breekt door de wolken en zet heel het eiland in een vreemden gloed. De grijze rotsen blinken, de lichtgekleurde huizen schitteren en het bruin van de bazalt- lava wordt onpeilbaar diep. Anders dan Madeira is Tenerife, doch zoo als het nu vóór ons ligt, is het onvergetelijk schoon. Aan de haven bij de schepen, op de kade, maar vooral op het plein dat daaraan grenst leeft een merk waardig en veel kleurig publiek, dat zich geheel anders gedraagt dan het Madei- reesche. De Portugees is fijner, voor namer dan de Spanjaard hij heeft van den Moor een zekere deftige hooghar tigheid geërfd. De Portugee- sche vrouw is rustiger, wel- lichteleganter in haar beweging. Hier, in Santa Volkstype van Santa Cruz. Cruz waar het leven in het sub tropische klimaat aan het Spaansche karakter nog een extra noot gaf, leeren we de bewoners kennen als een uiterst bedrijvig, druk en levendig volk met nerveuze gebaren en vlugge bewegingen. Reeds op het wemelende plein aan den ingang der stad is het leven vaak humoristisch in zijn toevalligheid en niet zelden komisch. Tien tallen ruiters verdwijnen in de straten, geze ten op kleine ezeltjes. Hun lange beenen slun gelen aan weerszijden, hun bloote voeten raken bijna den grond. De spitse ezelsooren, de trip pelende pasjes der muildieren en 't geroep en geschreeuw der kerels zijn karakteristieke détails in 't schilderachtig geheel. Marktvrouwen vooral hebben er slag van, zich op vreemde wijze op te dirken. Ze dragen pastel- kleurige doeken, behangen zichzelf én haar ezel ermee, dragen daarbij nog volle manden met bloe men of fruit op het hoofd en rijden, zoo toegetakeld, rookend naar de markt. Men ziet nauwelijks de pooten van het ezeltje. 't Is 'n vermakelijk schouw spel zulk een donkere ma trone te zien voortrijden, terwijl ze haar klassiek last dier nu en dan 'n fermen por geeft. Om de illusie te ver- hoogen bindt ze dan nog 'n zwarten doek over de kin, en zet, als ze geen korf draagt, 'n matelootje op 'r hoofd. Er is niets flattee- rends in dit toilet en tóchik wil er een lief ding voor geven als de vrou welijke ijdelheid er vreemd aan is. 't Is allemaal zóó on- practisch, dat alleen een vrouw 't uit kan houden bij zulk een overdaad van draperieën. Trouwens, in géén an- der land houdt de vrouw •TfeNid-lPE- t-r m t algemeen zich zoo met haar uiterlijk bezig Santa Cruz, de oude hoofdstad van de Canarische eilan den, is tevens de voor naamste handelsplaats en een der belangrijk ste kolenstations der geheele wereld. Haar 60.000 inwoners drij ven een bloeiendert handel in de produc ten van den zeldzaam vruchtbaren bodem, terwijl de wijnbouw, die sinds geruimen tijd in verval was geraakt, allengs weer teekenen van bloei vertoont. De overweldigende schoonheid van Ma deira had onze be- rzen straatjongen langstelling afgeleid van Santa Cruz. van handel, industrie en bedrijvigheid. Zoo fascineerend was dit visioen op den Oceaan, dat we alleen maar oogen had den voor het sprookje van den overvloed, den rijkdom van kleur, de bloemenschoonheid. We vonden het badend in zonlicht, eerder liefelijk dan imposant, 'n vollen bloemenkorf, een wonder- tuin. Met Tenerife is het anders. De dag is grijs en hoewel zware wolken over en langs de bergtoppen jagen, valt er geen droppel regen. In 't midden van het eiland klimt hemelhoog de Pico de Teyde. Aan zijn voet ligt een Oostersche stad, bijna wit van kleur, uiterst bedrijvig en levendig. Dit is het wat ons het eerst frappeert. Madeira zijn we nog niet vergeten. Zijn brandende kleuren Een ruiter uit Santa Cruz. als in Spanje en z'n koloniën. Meisjes uit de burger bevolking verbergen haar type onder 'n laag van poeder en rouge (zooals ze 't ook wel in onze landen plegen te doen), doch zóó veelvuldig komt die gewoonte hier voor, dat men overal Carmen ontmoet met 'r lila gelaatstint, 'r koralen lippen, haar groen-omrande kijkers en de kokette mouche, ergens op 'r wang of naast T neus. Zoo zit Carmen achter 'n tralievenster, op 'n terras en in de kerk en zóó wandelt ze door de straten van Santa Cruz en Las Palmas. Of ze zóó kookt, breit, luiers aanbindt en 'r huishoudboekje bijwerkt, weet ik niet. Hoe 'n Spaansche vrouw in Tenerife er eigenlijk uitziet, moeten we raden. De theatrale buitenkant echter maakt haar zeer decoratief en uitermate geschikt voor 'n Serenade. Karakteristiek is dit alles zeker, typeerend voor den volksaard. Maar buiten, op 't land en in de bergen, waar de palmen hoog opbloeien tusschen dé wilde gerani ums en waar de bleekgroene cactus woekert op oude kloostermuren en langs de rotsranden der ravijnen, daar woont een ander type. Dèt is de prachtige Spaansche, de Gipsy-vrouw, met het ravenzwarte haar en de pikzwarte oogen. Het ongerepte type van het land, zigeunerachtig, met een natuurlijk gevoel voor kleur en draperie en een muzikalen zin voor improvisatie. Ze zingt bij de guitaar van de schoonheid der valleien en roemt de pracht der palmen en den zoeten smaak der druiven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 2