ivaan geklöi
pasteikleurij
Nt«>yL/
funa.
No. 19 VRIJDAG 6 OCTOBER 1933
En altijd
is er 'n heim
wee naat 't
moederland
in haar lied, naar de
herinnering aan het
oude Spanje, die in de
bananentuinen leeft
en in 't ruischen der
palmen.
Op 't asphalt van
Santa Cruz gaan deze
vrouwen blootsvoets
en dragen beeld-
schoone kinderen op
den arm of brengen met haar zwaar beladen ezels
tomaten en cactusvrüchten naar de markt. Ze
bieden; haar koopwaar aan de Carmens op de
verzilverde balcons of aan de burgers in de zijstra
ten.
En bij het palmenpark zitten ze en verkoopen
borduursels of bedelen.
En langs den trottoirrand zitten schoenpoetsers
en vogelmelkers. Overal klinkt de zang van kana
ries. Zelfs op den rug van een ezel zingt er een het
hoogste lied uit.
Zelfs op de trappen der kathedraal klinkt hun
rollende zang. Daarbinnen, voor de met fluweel
omhangen beelden van San Vincente en San
Bias bidden vrouwen en kinderen en in een der
banken, bij een pilaar, zit 'n grijze Spanjaard, die
zijn hoed ineenfrommelt in den greep van zijn
gevouwen handen. Hij blikt omhoog naar 't barok-
opgesierde beeld van San Francisco de Paulo en
leest de gouden woorden Acabio Modelo de
Humildad y de Caridad.
Hij verlaat strompelend de kerk om buiten zijn
hand uit te ste
ken en te zoe
ken naar een
modelo de Hu
mildad y de
Caridad en we
hopen dat hij er
een vinden zal.
Daar zijn er
nog, want de
kerk is vol kost
baarheden en zware
damastengordijnen
en bij de beelden
hangen ex-voto's
van dankbare ge-
loovigen.
Ook in Laguna,
een kleinere stad
op Tenerife, vin
den we zulk een
weelde in de ker
ken, een bijna naïeve
overlading. Laguna is bij
uitstek schilderachtig. Op
de Plaza de Adelantado
wanen wij ons in Sevilla.
Deftige gevels rijzen rond
om. Een daarvan ver
bergt 'n kapel vol goud
en fluweel en met een
ontroerende wijding. De
wierook heeft er een geur
gelaten, die door de open
deur naar buiten dringt
en zich mengt met den
reuk der bloemen van het
plein. Dit alles is zoo sug
gestief, dat men 't hoofd
ontbloot onder de palmen
en in de stilte van den tuin op orgelmuziek
wacht.
Als de klokken luiden en een begrafenisstoet
voorbijtrekt, is de illusie volkomen. Het volk buigt
't hoofd en bidt. Niemand spreekt een woord. We
hooren slechts het schuifelen der voeten, den
zang van koorknapen en priesters. En als de
sombere stoet den weg is afgedaald, die naar de
benedenstad voert, zijn we alleen in den tuin en
hooren, bij een venster in een ouden gevel, 'n kana
rie zingen. Zoo zijn deze stadjes vol poëzie.
Op den witten weg van Laguna naar Santa
Cruz zien we in de verte den bijna 4000 meter
hoogen Pico de Teyde. In den winter ligt er ijzel
•op zijn kruin nu is hij blauwgrijs gekleurd. Een
stfTQx drakenboom teekent
zich af aan de krom
ming van den weg,
omringd doorcactus en
geraniums. Een muil
dier staat in zijn
schaduw. En terwijl
een rammelende auto
bus voorbij snort.
In Tenerife kan men zich niet wenden of keeren
zonder iets te ontdekken, dat ongewoon is.
Je zoudt er eigenlijk heen moeten gaan met
een dichter.... je moest hem maar laten praten,
stil naast hem loopen, tot in den avond en samen
onder een pergola gaan zitten om naar de wonder
bare stilte van Tenerife te luisteren. Want 't is
er nóg stiller dan in Madeira, omdat er niet zooveel
toeristen zijn en minder hotels. In die avondstilte
schuiven de landlieden voorbij, trippelen de ezels
en zingen de kanaries. En zelfs naar Santa Cruz
kruipt de stilte en hangt aan de gevels, in de straten
en stegen, od 't kleine plein bij Hotel Oratawa en
sluit de deuren der Indische
bazars.
In die stilte zit de ondoor
grondelijke bazarhouder voor
z'n winkel en kauwt 'n straat
jongen op 'n tomaat, plechtiger
dan een Amsterdamsche jongen
in een appel bijt. We hebben
Tenerife gezien in een grijzen
morgen èn in de blakende zon.
Nu de nacht is gevallen klim
men we naar het dek van 'n
Spaansche boot en varen naar
Oran Canaria.
In den vroegen ochtend ko
men we morgen in Las Palmas,
de grootste stad van de Cana-
rische eilanden, met vele merk
waardigheden en te midden van
een verrukkelijke omgeving.
HERMAN MOERKERK.
uit
Santa
Crnz.
komt uit de vallei een kleine karavaan
men. twee dromedarissen en een
drijvei.
We zijn in Afrika, de huizen worden Moorsche
woningen het landschap wordt een oase. Doch
de w idsche burnoe van den drijver ontbreekt.
De Spanjaard draagt een rose buis en een leiblauwe
broek. Hij rookt 'n sigaret en praat onverstaanbaar
met den dromedaris, die hem volgt, flegmatisch,
met langzamen tred alsof hij door de Sahara
wandelt. Zoodra we Santa Cruz ontvlucht zijn,
is 't moderne aspect der hoofdstraten vergeten,
verrukt ons de landelijke schoonheid zoo geheel
anders dan die onzer zilvergrijze Hollandsche
landen, 't Is alles veel feller, kleuriger. We
zien geen tinten doch kleuren. Paars zijn de
schaduwen, krachtig, pittig, 't Licht is warm en
daverend. De lijnen zijn markant, teekenen scherpe
omtrekken en hoekige schaduwen. Er is niets
verdoezeld in nevel of damp. Alles is klaar, helder
en kleurig.
Madeira was rijker en bloeiender Tenerife
is romantisch in zijn landschap en geheimzinniger.
We behoeven geen verten te vermoeden we
zien alles klaar omlijnd, tè klaar voor den Hollan
der, die 't geheim der wijkende vlakten liefheeft.
Niettemin, we genieten van deze natuur en
begrijpen het heimwee in 't volkslied.
Een enkele ruiter op een eenzamen bergweg
is genoeg om een romantisch verhaal te beginnen
en de muziek van 'n guitaar, die achter 'n cactus
opstijgt, zorgt voor de rest.
Op de markt te Santa Crnz.