HET LOSGELD %cn spannend hoek U enmiibaal wol de lanae w 666 VRIJDAG 20 OCTOBER 1933 No. 21 door Grace Livingston Hill Als Christobel Kershaw van kostschool thuiskomt om de begrafenis van haar stiefmoeder bij te wonen ontmoet ze veter lei moeilijkhedeneen ontredderde huishoudingonbetrouwbaar, diefachtig personeelhaar broer Rannie van school weggejaagd; haar vader in zware geldzorgen; de onuitstaanbare mevrouw Romayne, die haar vader voor zich poogt te winnen. Gelukkig is daar de wederzijdsche liefde van vader en kinderen. Maar juist als dan het personeel ontmaskerd is en vrediger dagen zullen aanbreken, treft de familie een harde slagRannie wordt door een schurkenbende ontvoerd met het doel een hoogen losprijs machtig te worden. Over den angst van vader en zuster, over de jongensachtige onverschilligheid waarmee Rannie zijn lot verduurt, en eindelijk over zijn bevrijding vertelt Grace Livingston Hill op boeiende wijze in haar roman Het losgeld''. Het boek is voor de abonné's tegen den gewonen prijs van 17% CCIlf ingenaaid, en 70 cent in luxe prachtband, verkrijgbaar bij bezorgers en agenten en aan ons hoofdkantoor. De bezorgers zijn verplïcll het u aan te bieden. Het gedeelte, dat hieronder volgt, geeft u 'n kijkje op de moeilijkheden, uraarvoor Christobel geplaatst wordt. Het meisje is eerder dan de anderen na de begrafenis thuis teruggekeerd en hoort een gesprek aan tusschen de bedienden. Stemmen, die uit een ander gedeelte van het huis tot haar doordrongen, brachten Christobel tot de werkelijkheid terug. Zij wendde zich snel om en keerde geruischloos over de zachte, kost bare tapijten naar de ruime hal terug. Het waren de stemmen van het dienstpersoneel en ze wenschte niet gezien te worden in Charmian's particulier heiligdom, aangezien daardoor de indruk zou kunnen worden gewekt, alsof ze nieuwsgierig was. De stemmen weerklonken uit de eetzaal aan de andere zijde van de ruime hal het was in het verlaten huis zóó stil, dat ze de woorden duidelijk kon verstaan. Bovendien werd er niet op zachten toon gesproken. Uit de verdere geluiden kon ze afleiden, dat er zilveren en kristallen voorwerpen op tafel gelegd werden. Waarschijnlijk maakte men toebereidselen voor het diner. Christobel was niet bekend met het personeel in huis. Eerst den vorigen dag had men haar terug geroepen om aanwezig te zijn bij de begrafenis, en sinds haar laatste thuiskomst was er geheel nieuw personeel aangenomen. Charmian, haar stiefmoe der, was een type geweest, dat moeilijk met min deren kon omgaan, vandaar dat er nogal eens veranderingen plaats vonden. „Het zal mij benieuwen, wat er nou weer voor de deur staat," zei een stem met een duidelijk lersch accent. Christobel meende, dat het de keukenmeid was, en vroeg zich verwonderd af, wat deze in de eetkamer moest doen haar domein lag toch in de keuken. Uit de hierop volgende geluiden meende ze verder te kunnen afleiden, dat de butler was binnengetreden met een blad met glazen. „Nou," gichelde het kamermeisje, „ik veronder stel, dat we nou een betoovering krijgen door mevrouw Romayne." „Wat heeft mevrouw Romayne hier te maken klonk de stem van den butler, die pas enkele maanden in dienst was en dus nog niet met ver schillende omstandigheden op de hoogte kon zijn. „O, ken jij mevrouw Romayne nog niet, Haw kins," gichelde het kamermeisje wederom veel- beteekenend. „Wacht maar tot je haar gezien hebt. Zij zal binnenkort wel verschijnen. Ze komt uit Florida terug, speciaal om een kijkje te nemen. Vanmorgen, toen ze allen weg waren, belde ze op en liet een boodschap achter, dat ze vanmiddag een bezoek kwam brengen. Wacht maar, je zult gauw genoeg nader kennis met haar kunnen maken. Ze zal overal haar neus wel insteken. Ze behoort tot dat soort van menschen. Je had haar bemoei zuchtige vragen moeten hooren, vanmorgen." „Maar wie is ze dan vroeg de butler. „O, een aardige weduwe, die gek is op den baas," antwoordde het kamermeisje. „Ze gedraagt zich nog net als een jong meisje." „Is de baas op hóór gesteld?" vroeg de butler nieuwsgierig. „Dat weet ik niet," zei het meisje. „Maar wat maakt dat uit „Dat maakt heel veel uit," klonk het wijze antwoord van den butler. „Ik hoor het al, jij kent die dame niet, Haw kins," gichelde het kamermeisje. „Zij is een handige vrouw. Ze weet wat ze wil en stuurt het daar op aan. Ik heb haar vroeger al eens meegemaakt." „Ik zal eerst eris afwachten, en als ze me niet aanstaat, vertrek ik," verkondigde de butler. „Stil Daar komt Marie terug van de begrafe nis," waarschuwde de keukenmeid. „Wij kunnen met haar beter nergens over praten. Ze is een verklikster. Als het in haar kraam te pas komt, vertelt ze alles aan den baas over. Het is anders een lange plechtigheid geweest. Ik hoop maar, dat onze trotsche mevrouw goed en diep begraven ligt." Christobel rilde in haar schuilplaats tusschen de zware gordijnen. De toon van de vrouw klonk dan ook meedoogenloos wreed. Het meisje kreeg het gevoel alsof ze verplicht was te voorschijn te treden en haar hierover te onderhouden. Maar wat kon ze zeggen Zij schrok er voor terug iets met deze menschen te doen te hebben. Ze zou maar even wachten, totdat ze naar de keuken waren terug gekeerd. Blijkbaar wisten ze niet, dat zij was thuisgekomen. Een plaats bekleedde ze nog niet in het huis van haar vader de geest van Charmian dwaalde nog door de luxueuze vertrekken. „Zoo, Marie 1" sprak het kamermeisje uitdagend. „Was het een prettige begrafenis Hoe zag ze er uit Waren er veel bloemen „O ja," antwoordde de kamenier uit de hoogte. „Het was een plechtige begrafenis. En ze zag er nog net zoo uit als bij haar leven." „Zeg, Marie," vroeg de nieuwsgierige stem van de keukenmeid. „Wat is er van die bontjassen geworden, die zij een paar dagen voordat ze ziek werd kreeg Heeft zij ze gehouden „Zeker. Ze was er veel te gek op. Ik ga nou naar boven om dat korte bontjasje eens aan te trekken. Als er nog gelegenheid is, voordat de familie terugkomt, zal ik het even laten zien." „Ja, doe 't," moedigde de keukenmeid aan. Te oordeelen naar de geluiden verlieten de butler en het kamermeisje het vertrek. „En eh.... zeg, Marie, als je soms toevallig dat snoer purperen paarlen tegenkomt, dat zij meestal droeg, breng het dan mee. Ik zou het zoo graag als aandenken willen hebben. Als jij dat voor mij doet, dan spreek ik verder nergens over, begrijp je wel „Goed," stemde Charmian's kamenier toe. „Ik neem aan, dat je weet, dat de paarlen echt en een boel waard zijn. Maar ik onderneem niets, voordat juffrouw Christobel weer terug is naar school. Ze heeft oogen als een kat, die meid Ze gaat waarschijnlijk vanavond of morgen weer terug en dan heb ik vrij spel. Mijn heer laat het aan mij over om de zaken van mevrouw in orde te brengen. Hij weet niet eens, wat ze bezit en kan dus ook nooit iets missen." „Maar er zijn toch reke ningen 1" „Daar let hij nu toch niet op. Hij betaalt ze en dan is het afgeloopen. Alleen een vrouw kan er eenig inzicht in hebben en wat dat betreft, is juffrouw Christobel de eenige. en die gaat weg, dus „Maar er is al een ander, die er naar hunkert, de plaats van onze mevrouw in te nemen," waar schuwde de keukenmeid. „Die mevrouw Romayne is terug uit Florida. Zij belde op. Daarom zou het misschien beter zijn, als je direct deed, wat je van plan was." „Mijn hemel riep Marie verslagen uit. „Komt ze? Dan zal ik vanavond maar thuis blijven om verschillende dingetjes weg te halen daarna kan z ij haar gang gaan „Als je van plan bent ons die kleine bontjas eens te laten zien, Marie, dan mag je wel een beetje haast maken. Je hebt best kans, dat ze al heel gauw van de begrafenis terugkomen. En het lijkt nu niet direct aanbevelenswaardig, dat ze jou in de kleeren van de doode mevrouw zien rond- loopen." „Goed Ik ga al antwoordde Marie, terwijl zij zich omwendde, om langs de achtertrap naar boven te gaan. Intusschen was Christobel reeds snel en geruisch loos de monumentale trap vanuit de hal op ge vlogen en had zich langs haar eigen vertrek naar de ruime appartementen begeven, die aan Char mian hadden toebehoord. Zij opende de deur, haalde snel den sleutel aan den binnenkant uit het slot en deed hem aan de buitenzijde er weer in. Terwijl zij dit deed, kreeg zij gelegenheid een korten blik naar binnen te werpen in de vertrekken, waarin eens haar stiefmoeder verblijf hield. Ook hier heerschte de meest over dadige en verfijnde luxe het interieur van het slaapvertrek ging elke beschrijving te boven, terwijl de door de openstaande deur zichtbare, aangrenzende badkamer eveneens blijk gaf van een kostbare overdaad aan marmer en nikkel. Christobel sloot zachtjes de deur, draaide het slot om, haalde den sleutel eruit en ging snel naar haar eigen kamer, juist bijtijds om te ontsnappen aan de aandacht van Marie, toen deze langs de achter trap de verdieping bereikte. Zij hoorde Marie naar de appartementen van haar overleden meesteres gaan, de kruk van de deur omdraaien en even rukken, waarna ongetwij feld, gezien de plotselinge stilte, een moment van verbazing bij haar intrad. Even later vernam Christobel, dat de kamenier langs de achtertrap weer naar beneden ging. Toen zij voorzichtig de deur van haar kamer opende, hoorde het meisje onderdrukte opgewonden stemmen, maar het was haar niet mogelijk het gesprokene te verstaan. Christobel stond eenige oogenblikken bevend in haar kamer en vroeg zich af, wat zij nu moest doen. Er was voldoende van het gesprokene tot haar doorgedrongen om te kunnen aannemen, dat 't dienstpersoneel zich op een of andere wijze eigendommen van haar stiefmoeder wilde toe- ëigenen. En zij bezat toch zeker 't recht dergelijke pogingen te verhinderen door de deur af te sluiten, totdat haar vader was teruggekeerd en zij hem van den toestand op de hoogte had gesteld. Zachtjes sloop ze terug en trachtte te vernemen, welke opmerkingen door de vrij luide stemmen werden gemaakt. Op dat moment echter klonk een geluid van beneden, veroorzaakt doordat er een sleutel in het slot werd gestoken. Onmiddellijk hielden de stemmen op, snel verwijderden zich voetstappen in de richting van de keuken, en toen iemand de hal binnentrad, heerschte in de woning de rust van een ordelijke, stipte huishouding. Christobel wendde zich om en keek behoedzaam over de leuning, in de hoop haar vader te zien, maar het geluid van zwaarstappende jongens voeten deed haar plotseling begrijpen, dat Ran dall, haar jongere broer, was binnengekomen. Zij trok zich terug in de deuropening van haar eigen kamer, totdat haar broer de bovenste trede had bereikt en stapte hem toen tegemoet. „O, hallo, Chris, ben jij daar al Waar is vader Op zijn kamer? Ik moet hem onmiddellijk spreken. Met den volgenden trein vertrek ik weer naar school. Wij spelen mórgen een buitengewoon belangrijken wedstrijd. Ik ben aanvoerder." Christobel was er zich van bewust, dat beneden aan de trap zachtjes een deur moest zijn geopend, aangezien er scharnieren piepten. Voor alle zeker heid trok zij haar broer mee in haar eigen kamer. „Rand, dat kan je niet doen. Je kunt niet weg gaan zonder je den tijd te hebben gegund met vader te praten. Dat zou een beetje te gek zijn."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 24