De heilige berg aan Japan, de Fuji, gezien vanuit een vliegtuig. De helling gaat
gedeeltelijk schuil in wolken en nevels, de top is altijd met sneeuw bedekt.
„O, maar je hebt de helft nog niet gehoord,
Lies. Ik zal 't je toch ook maar niet vertellen, denk
ik. Ik zal mijn schaamte voor mezelf houden
en die 30 gulden aan het armenhuis geven. Help
me nu even in deze japon, wil je
„Maar gaat u dan niet naar bed, juffrouw?" vroeg
de kamenier bezorgd. „U weet, dat de dokter.
„Niets daarvan, Lies," zei het meisje quasi
opgewekt. „Ik heb geen zuiver geweten. Op een
kritiek moment, vanmorgen, behoorde ik openlijk
te hebben verteld, waarom ik een gulden dubbeltjes
noodig had. Maar ik kon niet. En waarom Om
een kleine fooi aan een hardwerkende dienster
te kunnen geven. Nu ga ik naar beneden, om een
van de sigaretten van mijn broer te rooken. Het kan
me niet schelen wat de dokter zegt." Minder
opgewekt ging zij door „Wat geeft het om naar
bed te gaan, als je niet slapen kan En ik kan niet
slapen. Ik wil niet slapen. Je weet de helft niet,
Lies. Oa zelf maar naar bed."
Zij liet de verbaasde djenstbode alleen, en ging
naar de zitkamer, waar, zooals zij verwachtte,
haar broer zat te lezen.
„Wel, hoe gaat 't met de invalide informeerde
hij „de noodige vitaminen ingenomen Gaat
goed vooruit, hè Je bent vandaag uitgeweest,
heb ik gehoord."
„Ik heb een uurtje gewandeld," antwoordde
het meisje. „Geef me een sigaret, Paul. Dank je.
Enne.... heb je tijd om een half uurtje met je
zuster te praten
„Ik zag aan je gezicht, toen je binnenkwam, dat
je hier niet alleen kwam om te zien hoe ik het
maakte," zei de jongeman. „Jij hebt wat op je
hart. Steek van wal."
Thea Lennok ging dicht bij haar broer zitten.
„De dag zal komen, Paul," begon ze, „dat ik
zal trouwen. Dat kan nu eenmaal niet anders. Wij
zijn zoo rijk, dat het bijna een misdaad zou zijn,
als we niet trouwden. Maar 't is ook zoo gevaarlijk.
Iemand moet uit liefde met me trouwen, niet om
m'n geld. Ik, in elk geval, wil alleen uit liefde
trouwen. Van wat voor man, denk jij, zou ik
kunnen houden
De jongeman lachte. „Dat hoef ik niet te zeggen.
Ga maar door, Thea. Jij hebt al een idee, geloof
ik. Vertel iets van hem. Als ik hem in levenden
lijve zie, en hij bevalt me niet, dan sla ik hem op
z'n gezicht."
Het meisje bleef ernstig kijken. „Ik zou kunnen
houden," zei ze, „van een man met vriendelijke
grijze oogen en blond haar, die er eenzaam en
bedroefd uitziet. Hij heeft een wonderlijken glim
lach, dien hij gebruikt om zijn eigen treurigheid te
verbergen, en anderen op te monteren. Hij is
vriendelijk en beleefd voor arme, eenvoudig ge-
kleede meisjes en hij probeert niet te flirten. Hij
is edelmoedig, omdat hij een ander begrijpt. Het
zou me niet kunnen schelen of hij arm was of
weinig vooruitzichten had. Als hij maar flink was,
begrijp je Dan zou ik hem willen trouwen en
hem helpen.".
Paul schoof onrustig in zijn stoel heen 'en weer.
„Dat klinkt puik," gaf hij toe. „Maar vlieg je niet
iets te hoog Wat jij daar noemt schijnt me een
ideaal. Er is haast-altijd een fout in het geheel,
weet je vooral in de menschelijke natuur."
„Ja," zei het meisje „er is een fout. Dat zal
ik je vertellen. Hij heeft meer geld dan goed voor
hem is, omdat hij niet weet, hoe die rijkdom ge
bruikt moet worden. Hij is een nietsdoener, die
zijn geld en zijn tijd alleen gebruikt voor zijn eigen
genoegens. Zulke jongelui zijn er niet veel, maar
het schijnt mijn noodlot te zijn, dat ik ze juist
altijd moet ontmoeten. En van zoo'n man zou ik
niet kunnen houden, zelfs al heeft hij vriendelijke
grijze oogen, en al is hij voorkomend en edelmoe
dig voor arme meisjes, die hij in moeilijkheden
vindt."
Haar broer deed of hij niet merkte, dat de stem
van het meisje begon te trillen. „Ik ben het. volko
men met je eens," zei hij. „Maar, mijn lieve kind,
tusschen je ideaal en je nietsdoener zijn nog veel
schakeeringen. Om je maar meteen een voorbeeld
te noemen. Een paar weken geleden ontmoette ik
een vriend, dien ik in geen anderhalf jaar gezien
had. Hij was er beroerd aan toe eigenlijk zat
hij bijna in de diepste ellende. Maar had natuurlijk
te veel trots om dat te bekennen. Gelukkig kon ik
hem aan een behoorlijk baantje helpen. Wat heb
je aan invloed bij relaties, als je er geen gebruik
van maakt wat Hij zal vandaag zijn eerste
salaris ontvangen hebben. Vijftig gulden per week,
maar dat wordt wel meer. Ik had eigenlijk dat
geval nog niet willen vertellen, maar nu we toch
zoo aan het praten zijn, zou ik zeggen, ik had
graag dat je met hem eens kennis maakte. Ik zal
hem eens uitnoodigen. Hij heet Border Will
Border. Wij zijn samen op school geweest en hij
is zeg, Thea, wat is er, wat scheelt je
Want zijn zuster was hem plotseling half snik
kend om den hals gevallen.
„Niets, Paul," zei ze eindelijk. „Niets! 't Is
ineens allemaal in orde. Zelfs dat van een gulden
dubbeltjes. Want ik weet nu dat we van elkaar
houden. Ja, kijk maar zoo gek als je wiltMaar
denk er om, dat je je woord houdt, en Will Border
al gauw uitnoodigt 1"