mlS JAPONNEN EN MANTELS EN MODE KLEUREN Het verwerken van bontresten 754 No. 24 De modekleuren voor dezen winter zijn kastanjebruin, grijs, verschillende tinten van groen, van bordeaux rood en van paars. Maar bovendien zal er veel zwart gedragen worden. Eigenlijk is zwart altijd in de mode. De kleuren varieeren in elk seizoen, maar zwart is er en blijft er. Een gekleurde japon kan zeer zeker flatteerend wezen, maar zwart is altijd gedistingeerd. Wie dus slechts weinig geld aan haar voor 35 cents bij onze adminis tratie knippatronen verkrijgbaar Het patroonvan den hierbij afgebeel- den rok kost slechts 20 cent. Deze sportrok van tweedstof heeft voor en achter plooien en is voorzien van 'n gezelügen zak. Men heeft ervoor noodig 1,10 M. stof van 1.40 M. breedte PAULA DEROSE. 584. Diner-toilet van satijnmet kraag en ceintuur aan stuk. Wijde ondermouwen van brocaat. Benoodigde stof: 5 M. van 1 M. breedte. 585. Namiddagjapon van romainzijde, met klokkenden rok. Deze japon met nauwsluitende lange mouwen en vest van kantstof kan ook over 'n kanten blouse worden gedragen. Benoodigd4.50 M. stof van 1 M. breedte. 586. Avondtoilet van marocain met breede satijnen ceintuur met strik. De rok heeft gedrapeerde zijbanen. Benoodigd: 5 M. stof van 1 M. breedte. 607Mantel van grove diagonaal-stof met aangeknipte voorpanden en zakken. De groote bontkraag van caracul kan los op den mantel worden gedragen. Benoodigd3 M. stof van 1.40 M. breedte. 608. Elegante mantel van zibeline lakenmet modieuze vleugelmouwengegarneerd met vossebont. Benoodigd 3 M. stof van 1 40 M. breedte. 620. Sportrok van tweed met voor- en achterplooien en opgenaaiden zak. kleeding besteden kan en er toch gaarne elegant uit wil zien neme vooral nu en dan tenminste zwart. En in zulk geval ga men zich liever niet te buiten aan speciale modetinten. Wie zuinig moet zijn met haar kleedgeld kieze ook liever geen extravagante modellen, die even vlug weer verdwijnen als ze gekomen zijn en waar mee men er na één jaar alweer ouderwets uitziet. De drie hierbij afgebeelde modellen zijn modieus, maar tegelijkertijd van 'n aangenamen eenvoud, waardoor ze niet spoedig zullen vervelen en ze hebben geen buitenissige détails, waardoor ze uiteraard tot een kort leven zouden zijn gedoemd. Daar is vooreerst 'n diner-toilet van satijn, met kraag en ceintuur aan één stuk geknipt. De rok is eenigszins klokkend. Het ondergedeelte der mou wen is van brocaatzijde genomen. Deze mouwen kunnen later desgewenscht ge makkelijk weer eens veranderd of door andere vervangen worden. Voor deze japon heeft men noodig 5 M. stof van 1 M. breedte. De elegante namiddagjapon van romainzijde heeft lange nauwsluitende, mouwen en 'n vest van kantstof. De japon is ook zeer geschikt om over een kanten blouse te worden gedragen of over 'n blouse van afstekende, met die van de japon harmonieerende zijde. Dit model mogen we dus zeker wel practisch noemen. Men heeft ervoor noodig 4,50 M. stof van 1 M. breedte. Het hierbij afgebeelde avondtoilet is ontworpen in crêpe marocain. De rok ervan heeft gedrapeerde zijbanen. De taille is versierd met 'n schouderkraag en met 'n breede satijnen ceintuur met strik. Benoodigd 5 M. stof van 1 M. breedte. Verder worden hierbij af gebeeld 'n paar elegante mantelmodellen, eenvoudig en toch heel bizonder van coupe en van uitvoering. De eerste mantel van grove diagonaal-stof heeft aangeknipte voorpanden, waardoor zakken gevormd worden. De groote bont kraag van caracul kan los op den mantel worden ge dragen. Benoodigde stof 3 M. van 1,40 M. breedte. Ons tweede mantelmodel heeft modieuze vleugelmou wen, omzoomd met bont. Ook de hoog opstaande kraag ervan is zeer elegant. Deze „gekleede" mantel van zibeline-laken is gegar neerd met vossebont. Men heeft ervoor noodig 3 M. stof van 1,40 M. breedte. Van al deze modellen, die ontleend zijn aan het mode album „Winterweelde", zijn De meeste vrouwen hebben hier of daar nog wel wat bont liggen, dat ze door de jaren heen hebben bewaard. Daar ligt bijv. nog de gar neering van 'n ouden wintermantel, 'n ouderwets geworden kraag, 'n mof waarvan de eene zijde ver sleten is, of 'n uit de mode geraakte bontmuts. Van een en ander is het bont waarschijnlijk slechts ten deele nog mooi gebleven, maar juist om die goede gedeelten heeft de eigenares het nooit over zich kunnen verkrijgen om het weg te doen. Nu, als er ooit 'n tijd geweest is, waarin allerlei restjes van bont te pas gebracht konden worden, dan is dat zeker wel in dezen winter, nu er zoo vele en zoo velerlei bontgarneeringen worden aange bracht niet alleen op mantels, maar ook op japon nen. Heeft men tamelijk groote stukken van 'n oude bontjas bijv., dan kan daar prachtig 'n vest van worden gemaakt, zonder mouwen. Heeft men daarvoor niet geheel voldoende, dan mag men er ook 'n schouderstuk voor nemen van de japon- stof. Van kleinere bontresten kan men, zoowel voor japonnen als voor mantels, 'n schouderstuk maken, met of zonder kraagje, of 'n paar schouderstukjes, spits toeloopend tot aan de taille ongeveer, wan neer men voldoende bont heeft daarvoor, terwijl men enkel 'n paar vleugeltjes maakt van kleinere stukjes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 18