*Yet van fiito.
No. 25 VRIJDAG 17 NOVEMBER 1933 781
Het land waar het bijna
altijd zomer is 't gebied
der meren aan den Zuidrand
der Alpen, op de Zwitsersch-
Italiaansche grens.
de honneurs waarnemen. Ik...." Déar ging de droom altijd heen. Ik zou
de zon volgen. Overal reizen, waar de zon is Ik bleef geen winter hier
waar de meeste zonneschijn is, daar ging ik heen, van October tot Juni
Zijn vrouw dacht „Ik ging hier eerst een poosje vandaan. Ik ben dik en
vervelend, dat weet ik, en ze lachen me allemaal uit. Maar als ik er een poosje
uit was, werd ik een heel ander mensch. Dan kwam ik terug, en dan maakte
ik alles keurig in orde, 't huis en Robert en de kinderen.... Ik kocht een
prachtig uitzet voor Evangeline. Want ais ik ze een beetje kon helpen, kon
ze natuurlijk direct met Cedric trouwen."
De geheime droom van Evangeline „lk ging naar Londen en Parijs,
om schilderen te leeren en ik liet Cedric niets mérken, vóór ik weg was.
Maar ik zou me niet aanstellen, al was ik nog zoo rijk. Ik zou deelcn met
vader en moeder en Ronnie en ik legde 't grootste deel van mijn portie opzij,
voor mijn trouwen, als dat ervan komen moet maar ik hield er genoeg af,
om Parijs te zien, en Italië en Spanje!...."
En Ronnie Owen
Hij werd door zijn droom wakkerder, dan hij nog geweest was sinds.
nu ja, sinds dien kolossalen zomer.O, die maanden Juli en Augustus, in
1923t toen er een paar menschen te logeeren waren geweest.. en één van
hen, Pearl Stonor, één dier deftige, ongenaakbare schoonheden, die je plotse
ling zoo nabij komen, als de ijskorst smelt en dan nog veel schooner zijn
Zóó dacht de eerlijke Ronnie aan Pearlmaar het was haar bedoeling
volstrekt niet geweest, hem nabij te komen. Zij had alleen wat verzet gezocht
in die woestijn van afgelegenheid. Zij had zich met Ronnie geamuseerd, tot
den dag vóór haar vertrek toen had ze gezegd „We hebben 't heel prettig
gehad, hè schat? Maar we begrijpen natuurlijk allebei, dat 't geen ernst was!"
En toen was zij teruggekeerd naar haar wereld van uitgaansgewoel, en zij
had Ronnie achtergelaten in zijn dorre sleurleven, ontgoocheld, mat, met dat
gevoel van „afgedaan". Maar dezen Zaterdagmiddag, drie dagen voor de
trekking, was zelfs Ronnie zich bewust van dat gevoel: „Wie weet of ik niet win."
Reusachtig zou 't zijn, geld genoeg te hebben, om dat geestdoodende
baantje bij zijn oom te laten schieten. Vaarwel te kunnen zeggen aan dat
afschuwelijke kantoor, die duffe, stoffige paperassen, die heele sfeer van dood-
in-'t-leven, van oude stakkers, die zich verbeeldden dat zij nog leefden, en dat
ze nog meetelden Dag hoor! Weg Een paar kamers in de stad, en een huis
knecht.... En dan Dick Ryder weer opzoeken, den man van de sherry;
samen den ouden troep weer bij elkaar trommeleneen jacht huren en dan
maar in 't wilde er op uit, zonder plan en zonder datums, en zonder adres
achter te laten Dat was Ronnie's plan
Intusschen wou hij er dezen Zaterdagmiddag nog maar met zijn oude
motorfiets op uit. Wie weet hoe 'n wagen hij over een paar dagen kocht....
Hij nam het paadje langs de keuken. Het raam van de bijkeuken stond
open. Hij hoorde een stem zacht een wijsje neuriën. Ronnie glimlachte. Het
wijsje wekte prettige herinneringen. Hij liep langzamer. Het liedje was ten
einde geneuried maar nu begon de stem het te fluiten.
Ronnie keek naar binnen, en zag Minnie aan de withouten tafel zitten,
die vol lag met lepels en vorken. Zij poetste met vlijt, beurtelings fluitend en
neuriënd.
„Minnie, je moet zeggen „ja, meneer", en niet „bestig, meneer"."
„Bestig, mevrouwik bedoelja, mevrouw. Nee, meneer, ja, meneer."
„En vier sherry-glazen, Minnie."
„Goed, mevrouw," zei het slonzige binnenmeisje. „Waar stane die, me
vrouw
„In de provisie-kamer," zei mevrouw Owen geduldig. „Margaret zal ze
je wel geven."
„Ja, mevrouw,"zei Minnie, en zij ging, met schoenen, die piepten als de
beste kanarie.
„Gezellig schepsel," zei de majoor. „Waar heb je die vandaan Verschrik
kelijk gewoon."
„Ze is nog een beetje onervaren," zei de vrouw des huizes zuchtend. „Je
weet, hoe 'n toer 't is, iemand te krijgen met dat humeur van Margaret. De
meisjes hier uit de buurt zijn we ten minste al door."
Evangeline dachtdie kinderen kunnen tenminste wegloopen, als 't hun
verveelt. Ik wou, dat ik 't ook kon. Evangeline verlangde vuriger nog dan al
de anderen in huis, dat er eens iets zou gebeuren. Zij had gedacht, dat het
gebeuren zou, toen zij zich, op twintigjarigen leeftijd, verloofde.
„Dus toen heb ik op een advertentie geschreven. Ze is uit Londen."
„En ik dacht, dat de Londensche meisjes zoo chic waren 1" zei Ronnie.
„Ze komt uit een achterbuurt. Ik kreeg getuigen van een pension-houd
ster. Die zei, dat ze gewillig en eerlijk was en ik was al blij, dat ik remand
had.O Minnie," want het meisje kwam terug met de glazen, „denk er óm,
dat je den volgenden keer het andere blad neemt. En je moet den anderen
kant omgaan."
„Ja, mevrouw," zei Minnie, met een forsch gesnuif.
Zij piepte den stoel van haar meesteres voorbij, om een glas naast het
bord van den zoon des huizes te ze.tten. Maar het glas bereikte de tafel nau
welijks zoodra het 't tafelblad raakte, viel het in stukken.
„O foeiriep mevrouw Owen. „Daar hadden we er maar twaalf van,
en ze waren zoo oud
„Hè, mevrouwriep Minnie verschrikt. „Hoe is dat nou mogelijk?
't Spijt me verschrikkelijk, mevrouw."
,,'t Is nu eenmaal gebeurd." Mevrouw Owen zuchtte. „Als je voortaan
maar voorzichtiger bent."
„Ja, mevrouw, 't Was net, of 't zoo in me handen stuk bleef."
„Dat gebeurt wel eens met erg oud glas, moeder," zei Ronnie vlug. „Heb
ik in Frankrijk ook eens beleefd. Scherven zijn trouwens geluk, is 't niet
Goed teeken voor de Sweep Ik drink wel uit een tumbler." Hij vatte het glas,'
waarin Minnie den bleekbruinen wijn had geschonken. „Nu Zij hieven allen
hun glas op.
„De Sweep," mompelden zij, en glimlachend, bijna verontschuldigend,
keken zij elkaar aan. En terwijl zij dronken voegde ieder er den stillen toast
aan toe „Verandering Moge de Sweepstake verandering brengen
TWEEDE HOOFDSTUK
DE HUID VAN DEN BEER.
Die hoop op ver
andering, vertegen
woordigd door de kans
op een prijs in de
Sweepstake, was voor
elk der vier Owens als
een reddingsboei, uit
een weelderig schip
toegeworpen aan een
schipbreukeling, die
biina verdronk in den
grijzen oceaan.
Met,, duizenden
andere families in de
wereld gingen de
Owens de huid van
den beer verkoopen,
vóór de beer geschoten
waszij bouwden
Iuchtkasteelen, gingen
op in plannen, wat zij
met het geld zouden
doen, als het kwam.
De droomen van
den majoor begonnen
met 't vervallen huis.
„Als de noodige re
paraties en verbeterin
gen zijn aangebracht,
is 't een ideaal huis
voor Carry en de kin
deren. Dan komen er
weer menschen. ook....
Maar dan mag Ronnie