mm?r - .-mmi* H II ■RHK W?' as ^•^v,,o-yr SR?*M Zoo peinsde Evangeline, en ongeveer zoo peinsden zij allen, den avond vóór de trekkingmaar de Owens waren gewoonte-menschen. Evangeline werd niet zoo ongewoon, dat zij haar gedachten uitsprak tegenover haar huisgenooten, die niet beter wisten, of zij was een tevreden verloofd meisje. „Als er geluk hier in huis komt," sprak haar vader pessimistisch, „kun je zóó wel nagaan wie 't krijgt. Margaret heeft ook een briefje In de keuken had Margaret een forsche vrouw van veertig met een paar tyrannen-oogen den inhoud van een groote naaimand op tafel uitgestort. „Gek zien die dingen er uit, ais je ze in geen jaren gezien hebt," zei ze, terwijl ze in den chaos tastte, en er een plat blikken doosje uit haaide. „Hier heeft de chocola van koningin Victoria in gezeten. Heeft koningin Victoria in den Boeren-oorlog aan mijn vader gestuurd. Dót neem ik in ieder geval mee." „Waar naar toe?" vroeg het binnenmeisje. „Naar mijn nieuwe huis natuurlijk!" zei de keukenmeid neerbuigend. „Weet je dat prachtige grijze huis voorbij de brug Dat komt gauw leeg. Maar 't blijft niet lang leeg 1 Daar ga ik in wonen, zoodra ik 't geld van de Sweep heb 1" DERDE HOOFDSTUK DE NAMEN ZIJN BEKEND „Kerel, gefeliciteerd!" klonk de vroolijke stem van Dick Ryder door de telefoon. „Je hebt een paard getrokken 1" „Wa-a-a-at „AbsoluutDe bulletins zijn net uit. Niet den favoriet, maar toch in ieder geval 'n paard. Blij voor jou, jog. Gefeliciteerd 1" „-hdank je wel. Allemachtig!" zei Ronnie Owen beduusd. Beelden uit zijn gepeinzen drongen voor hem optriomfantelijke uittocht uit het kantoorde autokamers in stadzijn oude vriendendat jacht.... het schuim van de zee.... V-R-IJ-IJ-IJ „Zeg, Dick kan 't geen vergissing zijn „Absoluut nieter staat duidelijk: Bringwyn bij Camrys, Wales. Er is toch maar één Bringwyn zeker?" „Jawel, maar ehriep Ronnie terug. Een bittere waarheid daagde in hem. „Ik heb één biljet genomen op mijn eigen naam, R. Owen, en 't tweede onder motto „Verandering" ik verbeeldde me, dat dat geluk zou brengen.... ha ha Ronnie lachte er was ontgoocheling in zijn hart. Ondanks de waar schuwingen van gezond verstand en ervaring had hij bijna gerekend op geluk. Enfin Ze lagen aan stukken, zijn luchtkasteelen Uit 1 „Halló V' Zijn vader kwam binnen. „Nieuws van de Sweep, Ronnie "ja. Dick heeft opgebeld, dat iemand hier in huis een paard heeft ge trokken. Iemand heeft een briefje genomen op den naam Bringwyn." „Hm ik niet," zei de majoor langzaam. Ook zijn hoop was ingestort. „Ik had opgegeven „Kijkspel"." „ODus u bent 't ook nietMoeder!" Mevrouw Owen kwam bevend toegesneld maar nu schudde zij het hoofd in den ouden strooien hoed, dien zij eindelooze jaren gedragen had. „Mijn briefje stond op den naam „Optimist"." Evangeline werd geroepen maar zij had „Ommekeer" opgegeven. Vaarwel, hoopParijsatelier in Italië! „Heb ik 't niet gedacht?" zei de majoor. „Wat heb ik gezegd gisteravond „Heb ik ook altijd gezegd. Margaret heeft altijd geluk „Zouden we 't haar dan maar niet gaan vertellen Gezamenlijk gingen zij naar de keuken, om de keukenmeid het blijde nieuws te melden. Zij had een paard getrokken, dat Arrowsmith heette. ,,'t Eenige voordeel is, dat we die nu ten minste kwijt raken," mopperde de majoor. Margaret was aanbevolen door 'n tante, die niet gekrenkt mocht worden maar zij had den Owens het leven tot een plaag gemaakt. KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE. De verarmde familie Owen, de majoor, zijn vrouw. Ronnie de zoon en Evangeline de dochter, lenen met Margaret de keukenmeid en Minnie het tweede meisje op .Bringwyn'. een vervallen land goed. De Sweepstake is op komst allen hebben een lot en men leeft in spanning. Als ze vijfduizend pond had, zou ze wel weggaan, om in een 2 eigen huis te regeeren. Maar nauwelijks was de familie Owen in de keuken, of ook die laatste troost werd hun ontnomen. „Dien naam heb ik niet opgegeven," zei de keukenmeid met een knorrig gezicht. „Ik heb opgegeven „Mooie Peggy". Staat er daar niets van bij? Nee Wel heb ik van m'n leven 1" Klaarblijkelijk kon Margaret een zoo groote onrechtvaardigheid nauwelijks gelooven. „Zal wel een vergissing zijn. Als we toch geen van allen „Bringwyn" op hebben gegeven...." Toen kwam een nieuwe verrassing 1 Gekletter van vaatwerk tegen een teil kwam uit het bijkeukentje. Een stem verhief zich, schril van opwinding. „Bringwyn? Heb u bericht van de Sweep? Is 'tHeb ikke.. Met piepende schoenen en flabberende kieeren kwam zij binnensnellen. „O, mevrouw, dat bin ikke! O meneer, o meneer Ronnie, o jefrouwis 't heusch Stong er Bringwyn Dat ben ikke. Ikke „Jij, Minnie Had jij ook een briefje „Ja, mevrouw," bekende Minnie, en zij liet het hoofd hangen en schuifelde met haar voeten over den keukenlooper en keek verschrikt, bijna beschaamd, en tegelijk opgetogen. „Ik wou 't tege niemand zeggenomdat ik docht, dat 't toch niks wier...." Snuf! „Maar, Minnie Is 't niet heerlijk?Ja, prachtig Blij voor jou hoera 1" warrelden vriendelijke stemmen om haar heen. „Een reusachtig meevallertje voor je, Minnie. Kolossaal 1 Je hebt Arrowsmith getrokken 1 Wat zeg je er van „Nou fijn 't Is niet de faveriet, hè?" „Maar, Minnie Je moet niet 't onderste uit de kan willen hebben riep Evangeline. Zij wist niet, of zij lachen of schreien moest, als zij keek naar dat kleine, slonzige, onhandige schepsel de ééne in heel het gretige huis, die door den vinger der fortuin was aangeraakt. „De paarden mogen loopen zooals ze willen Minnie heeft in ieder geval vijfduizend pond." „Lieve help 1" hijgde Minnie, „vijfduizend „Dat krijgen nóg dertien menschen," zei de arme mevrouw Owen. Zij kon het heusch niet helpen, dat zij jaloersch was. Zij had zoo vast gehoopt, en het waren zulke heerlijke plannen geweest, die zij op mpest geven. Zij keek het meisje aan, dat Arrowsmith getrokken had. „Nu ga je ons zeker gauw verlaten, hè, Minnie „Wót zegt u vroeg Minnie, nog overduusd. „Ikke weg? Nee hoor. Eerst es kijken, hoe 't met de race afloopt." En zij keerde zich weer naar haar afwasch. „Ik ken 't me haast niet indenken." Er gebeurde echter nog iets vóór den wedren. Er kwam een brief, geadres seerd „Bringwyn, huize Bringwyn," met de vraag, of de heer of mevrouw of mejuffrouw Bringwyn haar briefje voor vijfduizend tweehonderd pond aan een edelmoedige maatschappij wou verkoopen. Minnie ging met den brief naar haar meester. „Wat zou ik nou doen, meneer Snuf „Ja, meisje, dat weet ik heusch niet," zei de majoor. „Zeg, Ronnie wat zou jij in zoo'n geval doen Ze bieden Minnie vijfduizend tweehonderd voor haar kans met Arrowsmith Zaterdag." „Ik heb nooit van Arrowsmith gehoord, vader. Heeft die al meer geloo- pen Contact is favorietMisschien weten die heeren, die dat bod doen, wel meer van Arrowsmith." „Maar wat mot ik dan tege ze zeggen, meneer Ronnie?" „Daar geef ik je liever geen raad in," zei Ronnie glimlachend. „Je kunt natuurlijk, buiten die vijfduizend pond, die je zeker hebt, nog tweehonderd extra nemen. Maar dat paard van je zóu iets kunnen doen aan staanden Zaterdag. Wat had je zelf gedacht Zij keek hem aan, keek toen snel weer een anderen kant op. „Ik heb niks gedacht. Late me d'r maar om loten 1" De jonge man grinnikte, knikte. Dat leek hem wel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 12