No. 26 VRIJDAG 24 NOVEMBER 1933 815 De plaag van den boer de gevreesde veeziekte. Arrowsmith tweede, dan volgt Shanghai Express als derde, Gangster als vierde. Koop-Britsch nummer vijf, en achteraan Omega. Wat zullen sommige menschen dóór een geld aan verdienen.... Zelden zoo'n race gezien!" „Ik wou dat ik 't zag," mompelde Ronnie. „Ik zie 't," fluisterde Evangeline. „Slip-Stream heeft de leiding nog, en Arrowsmith blijft tweede. Wat h ebben we dien braven Arrowsmith miskend 1 Gangster heeft Shanghai Express de derde plaats afgesnoept. Nu komen er nog maar drie hinder nissen. Allemachtig, kijk Arrowsmith eens 1" „O Robert, ik kan niet.... En ik heb een steek laten vallen ook," werd er gejaagd gefluisterd. Rrripp rippipp 1 Zenuwachtig trok zij heele toeren van haar breiwerk uit. „Arrowsmith probeert Slip-Stream in te halen Hier stak Minnie hulpeloos haar hand uit, en Evangeline boog zich snel naar haar toe, greep de hand van het meisje en hield die vast als een zuster. Ronnie had niet op zijn sigaret gelet, het vuur raakte zijn vinger en duim; hij gooide haar in den haard, maar keek niet -al zijn aandacht bleef bij den luidspreker. „Arrowsmith is vlak bij Slip-Stream.... ah! Nu loopen ze gelijk...." Mevrouw Owen liet haar breiwerk los; vouwde de handen sloot de oogen. „De koppen op één hoogte. Over de laatste hindernis. Kijk toch eens aan 1 Kolossaal 1 Wat een pracht van een race 1 Arrowsmith raakt voor. „Minnie 1" Allen keerden zich naar haar toe maar Minnie had haar hand uit den greep van Evangeline losgerukt, en haar schort over haar hoofd geslagen er was niets van haar gezicht te zien. „Hij wint 't Hij haalt 't 1 Hij is er! Arrowsmith Een chaos van luide stemmen kwam door den luidspreker, het gebrul van een meer dan duizendkoppige menigte, waar bovenuit nog maar juist de stem van den omroeper te onderscheiden was: Arrowsmith heeft gewonnen 1" Terwijl de volgorde der paarden nog eens werd afgeroepen, drong het tot de familie Owen door, dat Minnie Morris, hun bescheiden binnenmeisje, den grooten prijs van dien grooten wedren gewonnen had. Zij kwamen op haar toe „Minnie 1 GefeliciteerdHoera 1Ongeloofelijk 1Minnie, we zijn allemaal echt blij...." Maar Minnie hoorde niets met haar schort nog over haar hoofd was ze als een bezetene het salon uitgehold. VIJFDE HOOFDSTUK WINNAAR Drie kwartier later waren de persmenschen, die zich niet bekommerd hadden om degene, die het paard Arrowsmith getrokken had, ijverig op zoek naar den winnaar van de dertigduizend pond. „Daar heb je 't al 1" riep Ronnie uit, toen de telefoonbel ging. Hij wist vooruit al, wat hij te hooren zou krijgen „Londen voor u." En toen „U spreekt met de redactie van de Daily Dictum. Spreken we met den winnaar van „Daar spreekt u niet mee," zei Ronnie droog. „Ik zal haar roepen." „AhIs 't een dame Interessant. Dank u. Als ze ons misschien even te woord wil staanEen oogenblikje alstublieft verzocht de stem van het Londensche blad. „Mo gen we weten, of 't jüffrouw Bringwyn is of mevrouw „Juffrouw. Maar niet Bringwyn Morris." De familie in het salon zat aan de thee opgediend door Margaret, want de winnares scheen te zeer van streek te zijn om een koekschaaltje van een kolenschop te onderschei den en hoorde in de hall een stem, die in onverbeterlijk plat, met krachtig gesnuif, maar volkomen zelfbewust met Lon den sprak. „Jawel. Ja. Daar spreek u mee. Nee, nee, meheer. Ik ben de meid. De meid. M van man, e van ezel, i van idioot, d van domkop." De Owens lachten. Wie had zooiets achter Minnie gezocht „Ja, nou bent u d'r ach ter, 't dienstmeisje. Nou, reken maar. Ik wist gewoon niet meer waar ik was." Pauze. „We mogen eigenlijk niet luisteren," zei mevrouw Owen, maar zij luis terden toch, met gezichten vol spanning. Toen klonk het beslist„O nee 1 Heb ik heelemaal niet. Ik kom zoo slecht over." „Ze hebben een portret gevraagd," zei Ronnie zacht. „Misschien kan ik een paar pond verdienen, als ik haar kiek, met haar muts en haar boezelaar." „Hè Ronnie, niet met die muts." „Ik kom nooit goed op 't petret. Ze hoeven heusch niet te zien, hoe ik er op zoo'n plaatje uitzie." (Verlegen gegiechel). „Wat zeit u? Een meneer van de krant sturen („We krijgen heele troepen van die lui hier 1" zei Ronnie.) „Nee, liever niet. Nee, echt niet. Nee. Ik bin er morregen niet eens meer." Mevrouw Owen zuchtte. Evangeline knikte. De majoor keek naar een nieuwe vochtvlek op den muur tegenover hem. „Waar na toe Nou zeg, u bent óók niet nieuwsgierig 1 Ik weet 't niet, alleen maar weg, voor de verandering." De arme Owens zaten te staren -ieder zag het visioen voor zich opdoe men, van wat dat woord voor hem of haar beteekendeVerandering 1 „Wat ik nou doen ga Ja, dat weet ik niet, hoor 1 Daar moet ik eerst es over denken. Nee, verder heb ik niks te zeggen," ging de vrijmoedige stem voort. „Dag hoor 't beste." Na een inleiding van schoenengepiep en gesnuif klopte de prijswinster aan de salondeur. Wel honderdmaal had mevrouw Owen haar vriendelijk onderricht„Het binnenmeisje hoeft aan de salondeur niet te kloppen, Minnie." Nu zei ze alleen maar Binnen." Minnie kwam binnen, blozend, met een onnoozel lachje haar zenuw achtigheid bedwingend. „Ga zitten, Minnie." Weer zat het meisje op het randje van den stoel, waarop zij naar het verslag van den wedren had zitten luisteren. „Zooals je wel begrijpt, zijn we allemaal heel blij voor je. Is 't niet, Robert?" „Ja zeker, natuurlijk." „Als we je misschien raad kunnen gevenJe schijnt nog niet goed te weten, wat je wilt.... We hebben zonder erg gehoord, wat je zooeven aan de telefoon zei, zie je." Pr-ring, kwam de telefoonbel er tusschen. „As ze me in Londen weer hebben motten," zei Minnie, „dan gaan ik niet." Ronnie was naar de telefoon gegaan, en kwam glimlachend binnen. „De Evening Banner," zei hij. „Zal i'jf ze even voor je te woord staan „Nou, as u dat doen wilt, heel graag, meneer Ronnie. Zegt u maar, dat ik zelf niet in staat ben, om mijn woordje te doen. Ik was stomverwonderd, maar 'n petret heb ik niet, en ik wil ze niet hier hebben. Ik ga morregen weg, maar ik weet zelf niet waar na toe, en ik heb geen plannen en geen adres en niks." Terwijl Ronnie dit op zijn prettige, verontschuldigende manier over bracht, zaten de anderen hun nieuwe beroemdheid aan te staren met een mengeling van verbazing en goedkeuring. Zij hadden niet gedacht, dat dit volkskind tegenover de pers zoo'n afwerende houding zou aannemen. Af gezien van het verschil in uitspraak had Evangeline precies zoo kunnen antwoorden, als zij de gelukkige geweest was. Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 15