•Wtf kïijtfen: winiei. No. 26 VRIJDAG 24 NOVEMBER 1933 831 in hem op. Hij zou zijn oom het sleutelwoord laten weten. Maar hoe kon hij dat, nu hij nog maar 'n paar minuten slinkende kracht over had Toch moest het. Hij pijnigde zijn hersens, verwierp het eene plan na het andere. Toen kwam het idee. Hij nam een vel postpapier, scheurde er een klein vierkantje af, schreef daarop, met groote en diepe letters „Het sleutelwoord is Popsy", liet het drogen, frommelde het in elkaar tot een balletje en slikte het in. Er zou zeker een grondige lijkschouwing plaats hebben. Weer sloeg een gevoel van onpasselijkheid in hem op. Hij nam een ander blad papier en begon'een afscheidsbrief aan Angela te schrijven. Hij schreef „Mijn lieve Angela, Je had dat beslist mis, over Kitty Wendsworth. Ik heb nooit een snars om iemand gegeven, behalve om jou, en jij Er draaide iemand aan den knop van de deur. Hij keerde zich vlug om. De sleutel ging rond in het slotde deur ging open binnen trad Angela zelf, nog met fonkelende oogen, nog met bleek gezicht. „Zie je wel, dat ik groot gelijk had zei ze zenuwachtig. „Nu de prinses weer. Zoo gauw je van mij af was Ik ben benieuwd, wat je nu nog in te brengen hebt." „Ik ben heelemaal kindsch," zei Robert op een half weemoedigen, half vinnigen toon. „Dat is 't eenige, wat ik nog in te brengen heb. Maar ga dadelijk naar mijn oom regelrecht en zeg hem dat 't sleutelwoord „Popsy" is. Niet vergeten Popsy". Angela staarde hem aan met pure verbazing. „Wat bedoel je zei ze. „Ben je gek of dronken?" „Geen van tweeën, helaas," zei Robert Tarring, nu met een stem van enkel neerslachtigheid. „Ik heb me door dat kleine serpent een scheut daboia-gif laten inspuiten van een slang, zie je. Ik wou 't sleutelwoord van een zeker geheimschrift van haar koopen. Ze is een agent van de Sovjet. Het sleutel woord is Popsy die vervloekte slang d'r eigen naam 1" Angela staarde hem aan, de oogen zoo wijd mogelijk open haar mond werd plotseling droog haar woede zakte weg in schrik. „W-wèt z-z-zeg je.... da daboia-vergifv-van van een slang?" zei ze. „Ze heeft 't me ingespoten. Er zit een naald in dat kussen." Hij wees naar den leunstoel, ,,'t Is mis met me, lieve kind," zei Robert Tarring kalm en hij stond op en nam haar zacht in zijn armen en kuste haar. Zijn oogen schenen haar te willen verslinden. Ze zouden haar nog maar zoo kort zien. „Maar er moet toch iets aan te doen zijn 1 Kan ik.. kan ik 't vergif niet uit de wond zuigen riep ze wanhopig. „Gaat niet. Die vervloekte naald is er veel te diep ingegaan." Er kwam een gebons op het tuinpoortje. „Daar heb je ze 1 Maak dat je weg komt De deur op slot Voor mij moet je je niet ophouden geeft toch niets," riep Robert Tarring. „Het sleutelwoord Popsy daar komt 't op aan 1 Gauw! Schuil weg in den tuin! Als zij 't huis in gaan, slip jij weg Ga naar mijn oom en zeg hem het woord En ja zeg hem, dat jij er de vijfhonderd pond voor hebben mag." „Ik ga niet! Ik wil niet! Ik laat je niet alleen!" riep ze en ze sloeg haar armen omzijn hals, en hem kussend barstte ze in een storm van snikken uit. Het tuinpoortje bezweek met een krakenden slag. Ik ben bang, dat je nu niet meer weg kunt. Nu krijgen die beesten ook jou te pakken Had ik maar een revolver meege nomen riep Robert Tarring; en hij bleef naar de deur kijken, met den rechterarm om haar middel. De deur vloog open, en binnen kwam inspecteur Monkrieff, gevolgd door den dokter. „Hebben ze u te pakken gehad riep de dokter gejaagd. „Ja tenminste dat kleine stuk duivel, de prinses. De naald zit in 't kussen van dien armstoel. Het sleutelwoord is Popsy. Niet vergeten Popsy zei de heer Tarring. „Best," zei de dokter. „Hoe voel je je „Zoo ziek als een hond," zei Tarring. „Dan moet je een aardige portie gehad hebben Je jas uit. Vlugzei de dokter, en hii opende zijn tasch. Tarring trok snel zijn jas uit en maakte zijn hemd los de dokter spoot hem vlug nog een dosis anti-toxine in. Toen nam hij een flesch whisky, met maar heel weinig water, en liet hem er van drinken. „Maak je geen zorg. 't Komt keurig in orde," zei hij opge wekt, en hij liet hem liggen op de bank met de kussens. Angela ging bij hem zitten, hield zijn hand vast en keek in zijn bleekc gezicht met oogen vol zorg. De twee andere detectives kwamen binnen met de prinses. Die liep te grienen. Inspecteur Monkrieff trok het kussen van den leunstoel en bekeek het met aandacht. „Ik zie geen naald," zei hij. „U zult't u verbeeld hebben, meneer Tarring!" „Niks verbeeld!" riep Robert met buitengewonen nadruk. „Mijn dij steekt als de hel. Bekijk den stoel maar eens mis schien zit 't in 't hout. Ik heb een klik gehoord twee klikken." De inspecteur zocht de zitting van den stoel na en vond het gat, waar de naald door omhoogkwam. „Probeer in den rug. Het serpent stond tegen den rug aan te leunen," zei Tarring, die voortdurend oplette. „Ik ben niet eens bij den stoel geweest! Ik heb niets ge daan Ik wist niet, dat er wat was met dien stoel 1" riep de prinses. Geen mensen nam notitie van haar. De inspecteur vond den goeden knop en drukte. Omhoog schoot de naald. Hij legde den stoel op z'n kant en vond, onderaan tegen de zitting, een huls, vastgeschroefd daar moest het mekaniekje in zitten, waardoor het spuitje bediend werd. „Prachtig riep de inspecteur. „Alle bewijzen van poging tot moord bij elkaar wordt een aardige rek voor de dame." De prinses protesteerde schril en griende harder. De volgende vijf minuten hadden zij het druk met het opnemen van Tar- ring's nauwkeurig verslag van het gebeurde. Dat onderteekende hij. Of het van de whisky kwam, of van de tweede dosis tegengif hij voelde zich niet erger dan tevoren. Als 't gewed was, voelde hij zich beter. Angela zat zijn hand nog vast te houden en keek hem nog aan, met oogen vol liefde en wanhoop. Van tijd tot tijd voelde de dokter hem den pols en maakte luchtige opmer kingen. De prinses griende maar door. De inspecteurs Monkrieff en Skinner gingen de rest van het huis eens bekijken. Tien minuten gingen voorbij. Er kwam wat kleurop de wangen van Robert Tarring en z'n oogen stonden helder. Opeens zat hij overeind op de bank en zei tevreden ,,'t Gaat over. 't Tegengif schijnt gepakt te hebben." Van opluchting verborg Angela het gezicht in de handen en snikte op^e meest ongedwongen manier. Robert klopte haar op den rug en zei „Kalm maar, kindjelief er is geen greintje reden tot zorg meer," en hij gleed van de bank af, stond, en schud de zich eens goed. „U hebt gelijk straks bent u weer normaal," zei de dokter vroolijk. „Maar houd liever je gemak een paar dagen. Ik zou nu maar naar huis en naar bed gaan. De dame hebben we, en den stoel ook." Robert Tarring verspilde geen tijd. Hij dankte den dokter, stak zijn arm door dien van Angela en wandelde het huis uit. Op de stoep greep ze zijn arm steviger vast en ze ondersteunde hem met zorg, den heelen weg naar haar auto. Hij had geen steun noodig, maar hij scheen in gedachten verdiept te zijn. Zij ging achter het stuur zitten en startte. Toen zei hii peinzend: „Gezien hoe je geweest bent wat je gedaan en gezegd hebt geloof ik nooit, dat je 't allemaal gemeend hebt, wat je eergis teravond gezegd hebt." „Ik was een echte kattekop," zei Angela vol zelfverwijt. „Ik heb er niets van gemeend." De dankbaarheidsbetuiging van den heer Tarring maakte haar het sturen moeilijk. EINDE

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 31