BABY'S EERSTE
LEVENSMAANDEN
6 maandenhet eerste gevecht
Die moeten in elkaar. Maar hoe
met de eigen kleedingstukken.
Zóó natuurlijk.
Vele moeders hebben er voor de geboorte van
hun kind zorg over of de nieuwe wereldburger
of -burgeres „normaal"zal zijn. En die bezorgd
heid blijft soms nog bestaan als de baby al maanden
lang het huis met zijn gekrijsch vervult, aldus
demonstreerende, dat hij of zij honger heeft, zich
verveelt, of alleen maar de longen een beetje
oefent. Geregelde gewichttoename, het eerste
lachen, „mooie luiers", dat is soms allemaal nog
niet voldoende om de vrees te doen verdrijven
of het kind wel precies zoo is als alle andere.
Hetgeen de hoogste wensch van vele ouders is
ten minste in de eerste levensjaren van
hun spruit. En toch is het constateeren
en beïnvloeden van de „normaliteit" van
een zuigeling niet ieders werk. De beken
de Oostenrijksche psychologe Charlotte
Bühler, een vrouw met een Europeesche
vermaardheid, bestuurt te Weenen een
kliniek, waar zij studie maakt van het
speciale probleem van de ontwikkeling
van den zuigeling. Haar ervaringen ver
zamelt zij dan in zoogenaamde „tests".
Naar de ervaringen van deze geleerde
vrouw wijzigen zich de levensuitingen van
het jonge kind in het eerste jaar van
maand tot maand. In het tweede jaar
gaat het reeds beduidend langzamer.
Dr. Charlotte Bühler woont het eerste instrumentale concert van een van haar pupillen bij.
Een jongentje van zes
en een meisje van zeven maanden
hebben het eerste meenings-
vecschil over het privaat bezit.