©nmadeialkeimdl of wreed? 890 VRIJDAG 8 DECEMBER 1933 No. 28 Zelfs vrouwen willen zienZioe de stier wordt gebrandmerkt. Een kudde stieren in het vrije veld van de Camargue De stieren die oud genoeg geworden zijn, worden van de kudde afgescheiden en naar het dorp gedreven. Over stierengevechten hoeven wij niet meer te schrij ven die onbegrijpelijke „sport" in een deel van Zuidelijk Europa is bekend genoeg. Minder bekend is misschien het fokken van vechtstieren in Camargue (Zuid-Frankrijk), waar op de uitgestrekte vlakten groote kudden stieren worden gehouden. De dieren, die oud genoeg geworden zijn, vangt men, om ze te laten „optreden" in openlucht-stierengevechten, die wel iswaar verboden zijn, maar toch geregeld worden georganiseerd, omdat de ondernemers er zooveel mee verdienen, dat, als het tot een gerechtelijke vervolging komt, de hooge boete er heusch wel af kan. De lijdensweg van den vechtstier begint echter pas met de „Ferrade", een gewichtigen dag voor de mannen van Camargue. Uit den verren omtrek komt dan iedereen naar een bepaald dorp; waarom Om te zien, hoe een jonge stier wordt opgejaagd, gevangen genomen en door een troep mannen op den grond wordt gedrukt. Met een gloeiend ijzer wordt dan het arme dier het brand merk van zijn eigenaar in het vleesch geperst. Woest van pijn vliegt de stier na de marteling op en valt in het dolle zijn pijnigers aan, die dan gelegenheid krijgen om hun „moed", vlug heid en kalmte te toonen. ledereen, kinderen en vrouwen ook, willen de „Ferrade" bij wonen, zoodat een vreemdeling zich afvraagt, of bij dezen ongelijken strijd van dier tegen menschen alleen onnadenkendheid in het spel is, of dat het een uiting is van voor ons onbegrijpelijke wreedheid. Een van de dieren wordt overmand en naar het vuur geleid. Na het brandmerken rukt het dier zich los en valt in het wilde weg de omstanders aan. Bij het nu volgend gevecht tusschen menschen en stier moet beoordeeld worden, of hij waardig is om in een groot„echt'' stierengevecht op te treden

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 26