ETuden ze nog geen meelij met ons krijgen Interview... met'n crisiskoe Een der crisissteun-maatregelen voor den landbouw hield in de afslachting van 200.000 drachtige koeien, waarmee men beoogt den rundveestapel in Nederland met 'n zevende deel te verminderen. Ook Zeeland heeft zijn contingent magere, vette, leelijke en mooie koeien moeten leveren op de verzamelpunten te Oostburg, Axel, Goes, Kort- gene, Tholen en Zierikzee. Wij hebben ons op de plekken van inlevering bewogen met de opdracht in den zak onze indruk ken weer te geven. Vrij moeilijk, vonden wij eerst. Dit werd ontkendde kracht der Nederlan ders ligt voor 'n groot deel in het praten over koetjes en kalfjes, we halen dolgraag ouwe koeien uit de sloot en heusch niet altijd uit sympathie voor de maatschappij tot redding van drenke lingen of in 't vooruitzicht, dat de koetjes op het droge ons al 'n renteniersbestaan zullen verschaffen. Toch viel het eerst niet mee! Uit den aard der zaak behooren boeren, die deze „huisdieren" afleveren, niet tot de menschen, op wie het „geen koeien, geen moeien" toepasselijk iszij waren bedrijvig en druk. Men begrijptwie anderen jaagt, kan zelf niet stilstaan 1 Dan moet een stedeling nog zeer oppassen, wanneer hij zich beweegt tusschen vee van dezen omvang dat ter dood veroordeeld is. Het heeft voortdurende neiging om de hoop te laten varen op 'n manier, die vaak niet voorzien wordt en ruïneus kan werken Die laatste hebbelijkheid dreef ons er toe, om de koprichting der beesten te zoeken en zoo kwamen wij weer op de gedachte van 'n interview met 'n crisiskoe 1 Bij de eerste de beste vatten wij al onzen moed te zamen en pakten de koe bij de horens. Contact 1 Met haar groote, goe dige oogen keek de hoef- dragende viervoeter ons stilverwijtend aan. „Is het nu waar, dat deze regeerings-maatregel faliekant werkt vroe gen wij. „Men noemt geen koe bont, of er is wel 'n vlekje aan," loeide zij terug. „En wat denkt u er zelf van „Och, mijnheer, wat geeft 't of mijn meening in de pers komt. Ze is partijdig, zal de parle mentariër zeggen. Boven dien men slaat geen acht meer op 'n koe in Nederlandmen meent haar persoonlijke belan gen voorbij te kunnen zien alleen in de fabriek hebben zij een paar blik ken voor ons over conservenblikken n.l. 1 Vroeger sprak men van 'n rijken veestapel en was men daar trotsch op. Tegenwoordig verwacht „Hoorn"-vee dat den kraaien- marsch zal moeten blazen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 8