Halt Dames-
coupéhier instappen, en
zoek maar niet naar je retourbiljetje
Zij die gaan
sternen groeten ul
men welvaart van 'n doode koe. De productie
beschouwt men als de bron van armoede. Ik
begrijp dit niet, ik ben ook maar 'n koe."
„Er zal te veel van het goede zijn," merkten
we beschroomd op.
„Te veel," gromde de koe, „te veel? Waarom laat
men dan Argentijnsch vleesch bij scheepsladingen
aanvoeren 1"
„Misschien om 'n klant te behouden voor andere
zaken."
„Laat naar je kijken, mijnheer wie is er ge
steld op 'n klant, die niet betaalt. Larie, mijn
heer, laksheid 'n voordeeltje voor enkelen, waar
wij om moeten bloeden."
,,'t Zit 'm misschien in die groote zuivelpro-
ductie, waarde vriendin."
„Smoesjes, mijnheer. Let op den invoer van
lersche boter, smokkelboter, Deensche boter, ja
Russische boterAlleen uit het laatste land
tweeduizend ton. Ook zeker voor de klandizie 1"
„Jullie moest maar den staart roeren, wan
neer het er zóó voorstaat."
„Hebben we gedaan, maar ze begrepen bet
nietdachten dat wij kwispelden van tevreden
heid."
„Enfin, jullie bent er aan gewend, het land te
hebben."
„Mijnheer.... ik protesteer! Geen spot s.v.p.
Dat is de kracht van de menschen, als ze je niet
meer noodig hebben. Doet u me nu nog eens het
plezier om den lezers van „Ons Zeeland" de vraag
voor te leggen, wat er thans gebeuren gaat met
het hooi, dat wij niet meer herkauwen en met
het andere veevoeder 'dat wij niet langer ver
malen zullen Waar bovendien blijft het stroo
waar we op plachten te liggen Wat gaat men
met het land doen, dat we in gebruik hadden
Zal men dat misschien ook allemaal in bussen
doen
„U vraagt heusch te veel, denk er om, dat wij
feitelijk alleen mogen vragen."
„Welnu, dan geef ik het antwoord meteen. Ik
geloof dat er heel wat plekjes van vaderlandsche
koeien zullen worden ingenomen door buiten-
landsche rasgenooten. Evenals het voorkomt, dat
een uitheemsche met ons optrekt naar de nationale
vleeschfabrieken. Pas probeerde ik nog 'n praatje
te maken met die roodbonte links. Kon er geen
woord van verstaan. Sprak wat je noemt koe-ter-
waalsch 1"
Toen werd ons
gesprek onderbro
ken. Twee vee
drijvers kwamen
op de proppen
pakten de koe
beet.
„Enkele reis
naar Oss," mees
muilde ze „zwa
nenzang bij Zwa
nenberg doch van
mij zullen ze boe
Goedgekeurd
voor de consumptie
Hoe men 'n koe
er tusschen" neemt!
Goedgekeurd
voor den vilder
noch ba hooren. Adieu, tot ziens."
Wel moet ons gezicht er onthutst heb
ben uitgezien
„Nu ja," voegde de stakkerd er aan
toe, „als corned beef op uw boter
ham."
Finis
RENIFR RUVELT.