Op teis dooi Jledcïland. No. 29 VRIJDAG 15 DECEMBER 1933 911 MISTIGE MORGEN AAN DEN OUDEN RIJN BIJ HARMELEN. vliegenierskruis hèt notabene Zoo zie je, dat die Sweep toch nog wel èrreges goed voor is. As ze op 't kantoor meneer Ronnie niet hadden.. Ronnie gaf lachend toe „Ze zullen 't natuurlijk wel erg belangrijk vinden, dat ik een nieuwe cliënt aanbreng en dan zóó een „O zoo Koos," zei Minnie. „Maar as u dan me zaken wil behartigen, ken u direct al wat voor me doen, meneer Ronnie. Ik zei 't u laten zien. Escuseert u me een minuutje, mevrouw Zij schoof haar stoel achteruit, sprong op en piepte snel de kamer uit. De familie, opgewonden, vergenoegd en verslagen tegelijk, had nauwe lijks den tijd gehad, om een paar verbaasde opmerkingen te wisselen, of er werd luid tegen de eetkamerdeur gebonkt, en Ronnie sprong op, om die te openen, alus toegang verleenend aan.... een groote kleerkist, waarachter de tengere, hijgende gedaante van juffrouw Morris stond te worstelen. Hij nam de kist van haar over. Het ding was vrij zwaar. „Wat is dat in 's hemelsnaam „Me brieven," hijgde Minnie. „Dat is nog maar een gedeelte. De brieven besteller komt ieder oogenblik met 'n zak aansleepen. U ken met dat stelletje beginnen, dan verdient u uw geld meteen niet voor niks." Zij nam twee handen vol ongeopende brieven uit de kist en spreidde ze op tafel uit, zooals een waar zegster het de kaarten doet. Onwillekeurig greep Evangeline er een paar. „Hè, laten we er een paar openmaken, Minnie.juffrouw Minnie „Ga je gang, Evangeline.... juffrouw Evangeline. De minnebrieven binnen 't leukste Zij begon de enveloppen te sorteeren. Lange, dikke enveloppen.„Dat zijn circulaires van effecten-makelaars," zei Ronnie. „Die komen natuurlijk bij honderden." Brieven van liefdadige instellingen. Bedelbrieven bij de vleet, in alle kleuren inkt of met potlood geschreven. Er waren telegrammen, ge- teekend „Een belangstellende" „Een oude vriend, die niet graag vergeten wordt".... „Wie is dat, juffrouw Morris?" „Ik zei 'n boon worden as ik 't weet. Ken ze heelen naam niet 1" Er waren brieven, die statig begonnen „Mevrouw, u zult 't hopelijk een wildvreemde niet kwalijk nemen, dat hij zoo vrij is, het woord tot u te richten.en die eindigden met het voorstel tot een ontmoeting met den schrijver, die getuigenissen van leeraren en geestelijken kon toonen. Er waren brieven, die begonnen „Troetelkind der Fortuin" of „Gelukkig meisje Iemand, die nooit iets anders heeft gekend dan wreeden tegenspoed, smeekt u om een klein aandeel...." „O ja?" mompelde Ronnie. „Hier hebt u mijn eersten raad maak van dat heele boeltje een brandstapel achter in den tuin." „Mot ik me toch eerst geameseerd hebben met ze te lezen," protesteerde Minnie tegen dit voorstel. „En dèn ken u raad geven, meneer Ronnie." Hij merkte op, dat het kleine, bleeke ding bloosde van opwinding en preten als zij lachte, had zij heel kleine witte tandjes en een aardig kuiltje in haar kin. „Hier heb ik 'n leuke.. Zij las voor van een vel grijs postpapier: „Hooggeachte juffrouw Morris, „Ik veronderstel, dat u een ongehuwde jongedame bent, en kom u dus vragen, of u met mij in briefwisseling zou willen treden, met het oog op een later huwelijk. Ik ben drieëndertig jaar oud, Britsch onderdaan, net voorkomen en goed karakter...." „Wat 'n leukerd, hè? Nou, meneer Ronnie, geeft u ze maar antwoord. Ik zei d'r hier en daar 'n paar woordjes opschrijven, voor de rest gaat u uw gang maar. Wacht hier is nog 'n grapjas die hèt wat uitgevonden, en as ik 't betaal zei ie de heele wereld veranderen, zeit ie. Klinkt nogal erg hè „Ik vind 't heerlijk klinken." .Ja u bent maar voor de verandering, juffrouw Evangeline 1" Het gewezen dienstmeisje gaf den stapel brieven een stevigen duw, die ze in de richting van den zoon des huizes bracht toen wendde zij zich tot de zuster van haar nieuwen raadsman. „Mijn beurt," dacht Evangeline gelaten. „Wat zal ik voor standje krijgen?" Met een inleidend gesnuif, en met haar vriendelijkste stemgeluid zei Minnie „As u maar niet denkt, dat ik 't niet gemerkt heb bij mevrouw Ham- ble Ze hebben natuurlijk allemaal gedacht, dat u die jongeneer maar zoo'n beetje tegen u liet smoezen. Maar ik zag best, dat u 'm zijn ring teruggaf. Dat von ik wel een goed idee. Hoe bin u eigenlijk met die knaap verloofd geraakt, juffrouw Angy Evangeline zelf kon evenmin als haar ouders en haar broer begrijpen, waarom zij zich niet beleedigd voelde door dien aanval op haar persoonlijke gevoelens. Het was meer dan eigenaardig maar de heele familie had het gevoel, alsof zij zich nooit beleedigd zouden kunnen achten door iets, dat Minnie Morris zei. ,,'t Zal wel gebeurd zijn, omdat 't drie jaar geleden gebeurd is toen ik nog zooveel jonger was, en romantischer en hij was de eenige jonge man in de buurt, die er behoorlijk uitzag, en 't was zoo'n prachtige zomer, we waren veel buiten en 't leek haast zonde, je in zoo'n Junimaand niet te verloven." De familie luisterde gespannen naar die openhartige verklaring van Evangeline. Dit was inderdaad een verandering 1 „En heb u 't toe drie jaar vol kunnen houden, juffrouw Angy „Zoo gaat 't met zooveel engagementen. Misschien had ik een beetje angst om over te blijven. Dat hebben meer meisjes. Ze nemen 't eerste huwelijks aanzoek maar aan, omdat ze bang zijn, dat er geen tweede komt." „As u maar niet zóó bang ben om over te schieten, dat u die jongen van Hamble terugneemt 1 Hij probeert toch zeker om weer an te pappen „Hij heeft me geschreven, of ik er nog eens over wou denken." Evangeline's bloedverwanten zetten groote oogen op. Zij hadden dit nog niet gehoord. Verbaasd dacht de majoor ,,'t Lijkt wel, of dat kind óns in huis heeft genomen Straks leest ze Carry en mij ook nog de les Nu was zij nog met Evangeline bezig. „Ik zou zoo zeggen, dat u er al lang genoeg over gedacht heb. 't Was toch niks voor u net zoo min as dat kereltje met z'n goeie karakter, dat mij die brief schreef, wat voor mijn is. U mot me toch es wat zeggen," ging Minnie voort, met haar ellebogen op tafel, „heb u nerges anders liefhebberij in „Natuurlijk!" zei Evangeline blozend. „Ik heb altijd zin gehad om te schilderen en te teekenen en te studeeren.. „Nou, dan mot u dat doen 1" „Hier In zoo'n uithoek „O ja over uithoeken gesproken riep Minnie uit. „Daar wou ik u nog wat over zeggen." (Wordt vervolgd)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 15