KERRY'S IE RIF Dl
Uitslag Prijsvraag, voorkomende in 'f Premieboek „Een huis zonder geld"
922
VRIJDAG 15 DECEMBER-1933
door
Grace Livingston Hill
Charles Kavanaugh, een groot geleerde, trekt in
gezelschap van zijn vrouw en dochter heel Europa
door om musea en bibliotheken te bezoeken hij ar
beidt aan een kostbaar wetenschappelijk werk zijn
levenstaak. Maar juist als het boek beëindigd is, juist
als 'n leven van harde inspanning beloond zal worden
door roem en rijkdom, sterft Kerry's vader. Hij laat
het manuscript na aan zijn'dochter, die hij met de
zorg voor het uitgeven heeft belast. Als het verdriet
om den dood van haar geliefden vader nog ternauwer
nood wat gesleten is, wordt Kerry getroffen door een
tweeden slag haar moeder hertrouwtmet Sam
Morgan, „dien naren, dikken man", dien Kerry
niet uit kan staan. Het meisje vlucht en bespreekt
passage voor Amerika, waar het boek het licht zal
zien. Op de boot begint echter de narigheid pas voor
goed. Zij ontmoet daar den opdringerigen Henry
Dawson, die zich als geleerde voordoet, maar het er
op toelegt het manuscript te stelen. Gelukkig echter is
er ook een trouwe vriend, die Kerry met raad en daad
bijstaat, en haar ook na aankomst in New York niet
in den steek laat. Grace Livingston Hill, de schrijfster
van den onlangs verschenen roman „Het Losgeld",
houdt den lezer in spanning tot 't einde toe. Geen enkele
abonné mag dan ook verzuimen, zich deze nieuwe uit
gave van de Hollandsche Bibliotheek aan te schaffen.
Het boek is tegen den gewonen prijs van YiYi cent
ingenaaid, en 70 cent in luxe-prachtband, verkrijg
baar bij bezorgers en agenten en op ons hoofdkantoor.
Ter kennismaking volgt hier een gedeelte van het
verhaal.
Toen haar dierbare vader stierf, dacht Kerry
Kavanaugh, dat het ergste wat gebeuren kon,
haar was overkomen. Maar op den dag, dat
haar moeder haar, zes maanden na de begrafenis
van haar vader, vertelde dat zij ging hertrouwen,
en wel met Sam Morgan, begreep Kerry, dat er
dingen waren, die erger zijn dan de dood.
Sam Morgan was een jeugdvriend van mrs.
Kavanaugh, en sinds Kerry's prilste jeugd een
soort boeman voor haar.
„Als ik met Sam Morgan getrouwd was," placht
mrs. Kavanaugh klaaglijk te zeggen, wanneer zij
zich bibberend in een koude hotelkamer instal
leerde, „dan zou ik niet op zulke goedkoope hotels
zijn aangewezen geweest."
En Kerry's vader antwoordde dan, op den koel-
sten toon, dien zij van hem kende „Hou daar
alsjeblieft mee op, Isobel. Bedenk, dat ik niet in
hetzelfde hotel zou zijn geweest, als je met Sam
Morgan was getrouwd."
Waarop de blauwe oogen van Kerry's moeder
zich met tranen vulden, haar mooie lippen be
gonnen te trillen, en zij antwoordde
„O, Charles, wat wreed van je, om dat gezegde
zoo op te nemen 1 Jij moet ook altijd den belee-
d gde spelen. Ik bedoelde natuurlijk alleen maar,
dat als ikals wijIk bedoelde maar, dat
ik wou, dat we wat meer geld hadden. Maar als
je je boek af hebt, Charles, dan zullen we natuurlijk
alles hebben, wat we maar kunnen verlangen. En
als je daarna een tweede boek geschreven hebt,
zullen wij zeker nog rijker zijn dan Sam Morgan...."
Na een dergelijk gezegde kwam er in de oogen
van Kerry's vader een harde uitdrukking, die
echter, als hij zijn vrouw even langer aankeek,
weer verdween, om plaats te maken voor een ge
laten, weemoedigen trek. Hij stond dan meestal
op, sloeg zijn oude kamerjas om zich heen, en begaf
zich naar de tochtige hal van het hotel, waar hij
in gedachten verdiept op en neer bleef loopen.
Na een dergelijke scène Kerry was toen on
geveer tien jaar oud was het kind weggeslopen
van haar moeder, die huilend en in een plaid ge
wikkeld in een fauteuil gedoken zich steeds meer
in haar kou en ellende verdiepte, had haar koud
handje in de hand van haar vader gestoken, en
was met hem mee de hal opgeloopen.
„Moeder zit te huilen," verklaarde Kerry, „maar
ik had geen zin langer naar haar te luisteren."
Een verslagen blik kwam in de oogen van Ker
ry's vader, en hij keek peinzend op haar neer.
„Arm moedertje," zei hij. „Zij begrijpt mij zoo
slecht. Je hebt een beste moeder, Kerry, al vergist
zij zich wel eens in haar oordeel."
Gehoorzaam antwoordde Kerry„Ja," en
wachtte tot haar vader vervolgde „En zij is
zoo mooi, Kerry."
„O ja," beaamde Kerry gretig, want zij bewon
derde haar moeder, wat haar uiterlijk betrof, heel
bijzonder.
„Je moet wel begrijpen, Kerry," vervolgde vader
na een kleine pauze, „dat ik haar weggehaald heb
ui een ouderlijk huis, waar zij alle luxe had, die
zij begeerde, en dat het leven nu heel, heel hard
voor haar is. Zij moet zich nu 'n massa dingen
ontzeggen, die haar vroeger onmisbaar leken. Maar
ik had haar lief, Kerry."
„Ja zei Kerry met iets vragends in haar stem.
„En zij had mij ook lief. Zij is uit eigen beweging
naar mij toe gekomen, terwijl zij den rijksten man
van het land had kunnen krijgen."
„Bedoelt u dien naren dikken Sam Morgan?"
had Kerry onschuldig gevraagd.
„Neen, dien vent niet I" had haar vader scherp
geantwoord. „Dat is een.... een luis." Kerry
herinnerde zich duidelijk, op welken toon haar
vader dat woord gezegd had, hoewel hij er haastig
aan had toegevoegd: „Ik bedoel, dat hij je moeder
niet waardig was, Kerry. Maar er waren anderen,
die zij had kunnen krijgen, en met wie zij eer en
weelde zou hebben gekend. Ik dacht ook, dat ik
haar die beide dingen eens zou kunnen geven, maar
mijn verwachtingen hebben zich niet zoo verwezen
lijkt als ik gehoopt had, tot nog toe ten minste
niet.... Moeder heeft voor mij al haar kansen
opgegeven, dat mogen wij niet vergeten. Geen won
der, dat zij dergelijke dingen zoo mist, zij is er in
grootgebracht. Maar zij is jouw lieve moeder,
Kerry, zul je dat nooit vergeten
„Nooit 1" had Kerry zonder aarzelen beloofd,
want zij voelde, dat er een andere klank in
vaders stem kwam; de klank, dien zijfer ook in
hoorde als hij met moeder lachte en scher ste en
bloemen voor haar kocht. Kerry was blij, dat de
wolken voorbijdreven, en daarom beloofde zij het
gereedelijk. Maar zij zou haar belofte nooit meer
vergeten, evenmin als den toon van haar vader,
en zijn blik, toen hij Sam Morgan een „luis" had
genoemd. Zij zou nooit anders meer aan dien dik
ken, loggen Sam Morgan kunnen denken, dan als
aan een rondkruipende luis. Luizen bedierven de
rozen, en haar mooi moedertje was als een roos.
Kerry's vader werkte nu harder dan ooit aan
zijn boek. Hij gebruikte Kerry's slaapkamertje als
werkkamer, en zijn papieren en aanteekeningen
No. 29
lagen over haar bed en tafeltje ^rspreid. Kerry
zou er nooit binnen gaan, wanneer zij er niet iets
heel dringends te doen had, en dan nog op haar
teenen. Meestal was hij verdiept in een of ander
lijvig boekdeel, dat hij uit een bibliotheek gehaald
had. Hij had haar op zekeren dag verteld, dat zij
rijk zouden worden als hij zijn boek eenmaal af
had, maar dat hij er nog veel aan moest werken,
veel en zorgvuldig. Haasten zou geen zin hebben,
want dan slopen er fouten in, en die zouden het
boek slechts schaden.
Kerry's moeder las veel romans en at veel bon
bons, waarvan zij soms wat aan Kerry gaf, maar
meestal zei ze, dat snoepen niet goed was voor
kleine meisjes.
Als zij lang genoeg op een en dezelfde plaats
bleven, ging Kerry naar schooi, want vader moest
naar allerlei steden reizen, waar groote bibliotheken
waren, en waar hij de werken kon leenen, die hij
voor zijn boek noodig had. En soms, als zij dach
ten, dat het boek nu bijna af was, ontdekte hij
plotseling, dat er nog een ander werk was, dat hij
moest raadplegen, vóór hij het zijne voltooide, en
dan trokken zij weer verder, naar andere goed
koope hotels.
Op die manier brachten zij ook eenige jaren in
Europa door, en Kerry had aldus gelegenheid te
over om vreemde steden te zien, musea te be
zoeken, en prachtige kathedralen en gebouwen te
bewonderen. Vaak hield haar vader op een morgen
of middag op met werken, en dan nam hij Kerry
mee, en vertelde haar over de bezienswaardigheden
van de stad waar zij verbleven, of bracht voor haar
boeken mee uit de bibliotheek, die haar boeiden
en haar ontwikkeling bevorderden. Toen Kerry
wat grooter werd, ging zij op haar eentje de musea
bezoeken. Een heel enkelen keer vergezelde haar
moeder haar ook wel, vooral wanneer zij pas een
nieuwen hoed of mantel had gekocht. De menschen
draaiden zich altijd nog eens om, om moeder beter
te bekijken. Op zekeren dag had moeder haar ver
teld, dat zij in haar geboortestad voor het mooiste
meisje had gegolden.
Eens, toen Kerry met haar moeder naar het
Louvre was gegaan, hadden zij Sam Morgan ont
moet. Kerry had hem al in geen jaren meer gezien,
en hij was in dien tijd nog paffiger en rooder ge
worden. Hij had wallen onder zijn oogen, en hij
droeg opzichtige kleeren. Kerry's moeder was
uitgelaten blij hem weer te zien, maar Kerry had
het afschuwelijk gevonden. Hij had geprobeerd
haar te kussen, hoewel zij toen toch al een meisje
van zestien was. Kerry moest er dadelijk weer
aan denken, dat haar vader hem een luis had
genoemd, en zoodra zij het ongemerkt kon doen,
haalde zij haar zakdoekje te voorschijn, en wreef
de plek, waar hij haar gekust had, stevig af. Toen
verwijderde zij zich stilletjes, en ging op haar
eentje de schilderijen bekijken, tot moeder haar
riep om naar huis te gaan.
Twee jaar lang was Kerry in Duitschland op
kostschool geweest, terwijl haar vader en moeder
door Rusland en China en andere vreemde lan
den zwierven, omdat het noodig was voor vaders
boek. Die jaren hadden Kerry heel lang geschenen
en zij had hard gewerkt, om den tijd vlugger te
doen voorbijgaan. Haar eenige vreugde waren de
brieven van haar vader geweest. Haar moeder
schreef zelden, behalve een ansicht, of een post
scriptum onder vaders brief, en zelfs dan nog voelde
Kerry, dat haar vader haar daartoe had moeten
aanzetten. Toch hield Kerry veel van haar moeder.
Moeder was zoo mooi en teer, en het leek wel, of
die eigenschappen opwogen tegen zooveel, dat haar
ontbrak bijvoorbeeld de gave om huiselijk te zijn
en het gezellig te maken voor haar man en kind.
Op verzoek van de administratie der Hollandsche Bibliotheek deelen wij hier
den uitslag mede van de prijsvraag voorkomende in het premieboek „Een huis
zonder geld". Het gevraagde spreekwoord is„Zoo de ouden zongen piepen de
jongen". De hoofdprijs, zijnde een prachtige verstelbare eiken leunstoel met kussens,
viel ten deel aan P. Stolp, Prins Hendrikstraat 32, Zaandam. De overige prijzen
ieder f 2.50 aan: Mej. Gaemers. Emmastraat 23 a, Groningen; Mevr. Dr. C. Griep,
HeinkenszandG. Rietmulder, Grachtweg 61 a, LisseJ. J. Hoogvliet, Baarland;
B. M. v. Soest, Molenstraat 76, Oudewater; J. B. Ruys, Maasdijk 66, Oijen
Mej. A. Vermeulen, Weteringstraat 37, Hardinxveld Gerritsen, Pastorieweg,
Vaassen, Gem. Epe; J. v. Heems, Bierkade c 18, Alkmaar; M. Peeters, Haps;
L. Tamminga, Tuindorp 101, Haren; A. Marion, Molenstraat 132, Monster;
R. Fauth, Godelindestraat 51, BussumG. v. Arkel, Bakenbergscheweg 36,
Arnhem; P. Lammerts, Kon. Reg.laan 140, Roermond; P. J. Dalmeijer, James
Wattstraat 21, IJmuiden; W. F. de Langen, Kleine Breedeplaats 14, Harlingen;
B. Bruinsma, dorp A 33, Huizum v. Drongelen, Prins Mauritsstraat 15, Axel.
C. Ahlbrink, Rechtestraat 11, Eindhoven.