No. 30 VRIJDAG 22 DECEMBER 1933 94 Z „Naar Cecil.... u bedoelt?" fluisterde zij ang stig. „Wel, wat ik bedoel is duidelijk genoeg," lachte Ayer zorgeloos. „Wellicht hebt u hem iets te ver zoeken en heeft hij u iets te vergeven, miss Raine. Hij heeft altijd uw woord nog uit de Tetons. En hij zal van meening zijn dat het eindelijk tijd wordt, dat u dat woord inlost voor een daad." Zijn woorden riepen een zachten, warmen glans in Lilian's blik te voorschijn. Haar verbeelding gaf zich over aan de werkelijkheid van dien lang gekoesterden droom. Een plaats naast den man, dien zij liefhad en naar wien zij, in weerwil van alle schande en vernedering, was blijven verlangen met al de kracht van haar onbedorven meisjeshart. Maar haar groot en diep schaamtegevoel hield haar terug. Zou hij haar niet altijd heimelijk ver achten om den naam dien zij droeg? Om de schan de, die haar vader hem in de Tetons had aangedaan? En om het leed dat zij zelf hem onverdiend be rokkend had Zij deinsde terug. „Ik durf niet, sir.bekende zij met een klank van wanhoop in haar stem. Ayer's blik werd heel streng. En zijn stem klonk hard. „Die woorden wijs ik terug, miss Raine. Uw schuldgevoel is misplaatst. Cecil heeft de rede nen volkomen geëerbiedigd, die u hebben aangezet uw vader te volgen. U werd gedreven door ideëele motieven, waarvan hij allerminst de waarde zal miskennen. Maar uw vlucht sloeg wonden, die nooit geheeld zijn. En die alleen door u genezen kunnen worden. Als de schaamte sterker is dan de liefde die u behoort te drijven, dan doe ik een beroep op uw plichtsgevoel. De vlucht viel te ver ontschuldigen, zeg ik. Maar deze tweede vlucht niet. U weet nu dat een man verkommert in zijn verlangen naar u. En het is uw dure plicht, zooveel mogelijk van zijn leed te verzachten. Doet u dat niet, dan zijn alle offers vergeefs gebracht...." Ayer kon op zijn tijd een model zed nmeester zijn. Lilian werd tenminste heel nederig en klein. Haar lippen beefden als die van een streng-be- knord kind. De tranen in haar oogen waren opge droogd, maar aan haar wimpers trilden er nog een paar. Zij stond langzaam op. „Ik zal gaan," verklaarde zij heel ootmoedig. „Ik wil hem vergeving vragen en als hij die schenken kan, zal hij zijn Kerstfeest hebben. Ik dank u wel, mister Ayer, u hebt me den weg gewezen." Ayer glimlachte de innige glans van haar blik beloofde Cecil Brackwell een Kerstfeest, waarbij alle vorige in vrede en liefde zouden achterstaan. „Een blijde Kerstmis, God zal jullie zegenen," wenschte hij geroerd en tevreden verliet hij de benauwde atmospheer van Dickson Hall. Ronkend cirkelde de postkist boven Stillwater. Cecil verliet het blokhuis en wuifde naar den piloot. De machine vloog heel laag en vanuit de cabine werd iets naar beneden geworpen. Cecil raapte het verbaasd op. Het was een takje mistletoe en hulst, de symbolen van liefde en vrede. Er tusschen in was een briefje gestoken. Cecil ont vouwde het. „Van Ayer...." liet hij zich verrast ontvallen. „Ik wensch jullie een blijde Kerstmis. Lilian is gekomen om op Stillwater den vrede en bij jou de liefde te zoeken. Maak het haar gemakkelijk die beide te vinden. Ayer." Cecil keek met een verdwaasden blik op. Daar stond de kist. En de piloot hielp een passagier uitstappen. Een dame met een ruigen berenpels. Zij drukte den piloot de hand en kwam maar heel langzaam nader. Juist alsof zij een last meesleepte, die haar beenen nauwelijks konden dragen.... Cecil kwam met een kreet tot zichzelf. Hij snelde het meisje tegemoet en Lilian bleef plotseling staan, alsof zij niet verder durfde. Zij was bleek en wankelde op haar beenen. „Vergeving, Cecil...." klonk het smeekend. De rest van haar woorden verdronk in Cecil's omhelzing. De postkist schoot ronkend de lucht in. En Cecil trad een stap terug. „Ik dank je dat je gekomen bent," zei hij heesch. „Eindelijk is dan toch ons Kerstfeest aangebroken...." De roerlooze pijnen voor het blokhuis ademden zachte wierookgeuren uit. En van de Hudsc i- Baai klonk een zwak gerucht van brekende golven. Het was het nooitbegrepen gezang der verre einde loosheid, dat hun in de ooren klonk als het fluiste rend dankgebed van eindelijk verloste zielen. De Grol der Geboorte te Bethlehemde zilveren ster rvyst de plek aan, maar volgens de overlevering de Messias moet hebben gerust

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 13