in't Zeeuwsche land bericht, dat niet voor niet uit het land van Tijl Uilenspiegel stamt. Het schijnt voorbij met de kou, en het ijs staat al weer blank, hoewel enkele onverschrokken rijders hun leven nog wagen. Toen het ijs er eenmaal was, bleek de kou bij velen vergeten. Duizenden zijn op de schaats gegaan, oud en jong heeft gezwierd langs de gladde banen. En elk jaar brengt weer hetzelfde te zien eerst de woeste krullensnijders, die maar een kamerruim te noodig hebben om zich te vermaken, daarna de jeugdige hardrijders, die de vlakte noodig hebben, en dan, zoo langzamerhand, al de tusschensoorten, Een vreugde-uiting, blijkbaar van een lief hebber, toen het weer begon te vriezen. VRIJDAG 22 DECEMBER 1933 En ondertusschen vriest het wederom dat het kraakt en schijnt het met den telkens invallenden dooi nog lang geen ernst. Een warme dronk voor den inwendigen dooi. En wie er zaken doen op het ijs, varen er wel bij jonge krabbelaars en ouden van dagen, die lange dagen geaarzeld hebben of ze het nog wel zouden wagen. Maar ons land is er een van de ijssport, het is een soort schande, wanneer men niet meedoet aan de ijsvreugde, al krabbelt men dan ook maar op één been aarzelend over het ijsvlak. Op de schaats, iedereen moet op de schaats. En ieder, die gezond is, kan op de schaats. Dat is het heerlijke van deze sport, dat iedereen er aan kan meedoen. Nu ja, er is de omvangrijke dame, die het nooit leert, en die als een lijvige ballast zuchtend wordt meegesleurd door galante heeren. En er is de meneer, die heel zijn leven met één voet blijft steken, maar het in deze ma nier van vooruitkomen toch een benijdenswaardig eind brengt Ook de oud-Hollandsche zakelijkheid heeft het ijs betreden met tentjes waar men de aloude anijs en chocolade (tegen crisisprijs kan drinken, en de vlaggen waaien vroolijk boven de baan. Ja, die banen. Dat is weer iets typisch Zeeuwsch: heel Zeeland komt op de schaats, maar de goede banen zijn in Zeeland te tellen. Terwijl Holland al dagen geleden zijn banen heeft geopend, wacht men in Zeeland nog kalmpjes den gang van zaken af. Kunstbanen vindt men bijna niet. Maar we mogen in dit verband toch niet de plannen van de Goesenaars vergeten, die dezer dagen een definitieven vorm hebben aangenomen. Goes krijgt een kunstbaan en wel een van inter nationale afmetingen, met een tribune, luid spreker-installatie, kortom, met alles wat er bij- hoort. Dat is prachtig. Van verschillende zijden werd reeds milde steun geboden. Echter zal het noodig zijn, dat heel ijsminnend Zuid-Beveland zijn steentje bijdraagt. Over het algemeen houden we niet van propaganda maken, maar ditmaal zeggen we toch helpt dit initiatief slagen, en laat het mede aan uw steun te danken zijn, dat Goes zijn baan krijgt De drukte bleef, toen de dooi even inviel en het water reeds op het ijs kwam.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 7