ra
DOOR MORTIMER HEÜRTER
VRIJDAG 22 DlïCHMBHR 1933
De uitgestrekte akkers rond Stillwater lagen toe
gedekt onder een rulle sneeuwvacht. De roer-
looze pijnen voor het groote blokhuis ademden
een zacht aroma uit van hars en frisch groen en
van de Hudson-Baai zweefde een prikkelende
geur aan, die een zilten smaak op de tong achterliet.
Cecil Brackwell keerde met de punt van zijn
laars de houtblokken in het open haardvuur om.
De hoeken van het vertrek waren reeds gevuld
met scherpe schaduwen. In een kleine nis pruttelde
zachtjes een luidspreker en op de tafel dampten
twee kommen heete rum. Nat Ayer zat voor het
venster. Zijn zoekende blik speurde naar de
grenzen van deze wijde verlorenheid.
„Het is een geweldige uitgestrektheid je moet
je hier wel eenzaam voelen," merkte hij op.
Cecil knikte. „Het valt in December en Januari
niet mee, je hebt gelijk. Maar ach, dan heb ik
binnenshuis werk genoeg aan mijn administratie.
Hoewel dat onbehaaglijke gevoel van verloren
heid dan toch veel zwaarder drukt dan in den
zomer."
Ayer kwam naar de tafel toe. Hij dronk zijn
rum en zette zich naast het vuur. „Wij hebben
het wel eens over je aan het Landbouw-Syndicaat.
Je moest een vrouw nemen, Cecil. Een man van
dertig jaar is veel te jong, om zijn leven te laten
verbloeien in eenzaamheid. Er is niets op tegen,
je bent een der rijkste Labradorfarmers."
Cecil lachte. Een warme, diepe lach, die recht
uit het hart opwelde. „Je hebt weer gelijk, er is
niets op tegen. Ik ben overtuigd van de wensche-
lijkheid. Van de noodzakelijkheid zelfs, indien
je verkiest. Het komt er maar op aan een ge
schikte vrouw te vinden. Ik bedoel een vrouw,
waarvan ik houden kan. Het is voor mij uit
sluitend een gevoelskwestie, weet je."
Ayer knikte en zoog nadenkend aan zijn pijp.
„Daarmee biedt het huwelijk de grootste kans van
slagen het gevoel, de wederzijdsche aantrekkings
kracht, is de beste waarborg voor een harmonische
verbintenis. Maar dan moet je gevoel zich ergens
naar kunnen richten. Hier zijn geen vrouwen,
hoe zou je in dit deel van de wereld ooit verliefd
kunnen worden
„Je vergist je, ook op Stillwater kan je verliefd
worden, zelfs hier in deze kamer," verzekerde de
farmer. „Je kunt me gerust ernstig nemen als ik
zeg, dat ik in dit vertrek van een vrouw ben gaan
houden, die ik niet eens van aanzien ken. Ik
heb alleen haar stem gehoord en dan nog maar
door de radio. Een maand geleden zong zij voor het
eerst voor de microfoon van Dickson Hall in
St. Albert en nadien heb ik haar nog vier of vijf
maal gehoord. Straks zingt zij op het Kerst
concert dat uitgezonden wordt."
Hij keek Ayer glimlachend aan en deze haalde
verwonderd de schouders op. „Dat begrijp ik niet,
Cecil. Verliefd worden op een stem, neen, dat wil
er niet bij me in. Het gevoel drinkt uit andere
bronnen. Maar wie is het die je hart gestolen heeft?"
„De omroeper kondigt haar aan als Grace Walsh.
Ken je haar misschien
De vraag ging vergezeld van een verlangenden
blik. Ayer schudde het hoofd. „Neen, nooit van
gehoord. De meeste artisten van het variété van
Dickson ken ik persoonlijk. Het is mogelijk dat
Grace Walsh alleen voor de microfoon optreedt.
Wil je dat ik morgen eens informeeren zal
Cecil schudde lacl end het hoofd. „Neen, het zou
op een desillusie kannen uitloopen. Zij kan ge
trouwd of heel leelijk zijn. Dat zou den waan ver
storen. Laat me hier in de eenzaamheid maar
stilletjes voortdroomen
De Indiaansche huishoudster ontstak de petro
leumlampen in liet vertrek. Zij ging even zacht
heen als zij gekomen was. Cecil's blik ging her
haaldelijk naar de klok, aisof hij ongeduldig op iets
wachtte.
„Vier uur," verbrak hij plotseling de stilte.
Ayer begreep hem. In de eenzaamheid van het
Noorden hebben sommige uren een gewichtige be-
teekenis. „Het concert van St. Albert," glimlachte
hij. „Wij krijgen toch nog iets ter opluistering van
den Kerstavond."
Cecil gaf hem geen antwoord. Hij had zijn ge
laat naar den luidspreker gewend. En in zijn blik
lag het ongeduldig verlangen van iemand, die lang
op iets of iemand heeft gewacht. Ayer merkte het
op en bleef hem met een lichte verbazing in zijn
blik gadeslaan.
„Ladies and gentlemen, we zenden het Kerst
concert uit van Dickson Hall, Sint Albert," kon
digde de omroeper aan.
Een orgel preludeerde en krachtig verhieven zich
de stemmen van een gemengd koor.
„Eere zij God in den Hooge..
Roerloos bleef Cecil zitten luisteren. Zijn ge
bruind, mannelijk gelaat stond heel rustig. Geen
gevoel spiegelde er zich op af. Het was de onbe
wogenheid van een man, die zichzelf geheel in
bedwang had.
De stemmen zwegen, het naspel verstierf. Er
werd een nieuw nummer aangekondigd. „Stille
nacht, Heilige Nacht, gezongen door Grace
Walsh
Een teere, weeke vrouwenstem verhief zich in
den aether. Cecil zakte even door zijn schouders.
Zijn gelaatstrekken werden oud en moe. En zijn
handen omknelden krampachtig de stoelleuning.
Maar in zijn donkere oogen brandde een zachte,
devote ontroering.
Bracht het oude Kerstlied of de stem hem zoo
diep onder den indruk De herinneringen aan zijn
jeugd, aan een huiselijk Kerstfeest, of het gevoel
dat die onbekende zangeres jn hem wakker had
geschud De stem zelf was niets bijzonders, noch
de klank noch het volume ervan kwam boven het
middelmatige uit. Cecil Brackwell leek thans een
raadsel, dat zelfs de agent van het Landbouw-Syn
dicaat niet wist te ontwarren, hoewel hij al jaren
zijn vriend was.
Het eeuwenoude Kerstliedje was uitgezongen.
Opnieuw liet zich een koor hooren. Maar dit ver
brak de betoovering, waarin Cecil gevangen scheen.
Hij wendde zich glimlachend van den luidspreker
af en dronk zijn rum op. Alleen in zijn oogen bleef
dat zachte vuur nog even branden.
„En dat was nu de stem, waarop je verliefd
bent geworden vroeg Ayer met goedigen spot.
Cecil knikte. Hij bleef heel ernstig en wierp een
blik op de klok. En vervolgens vulde hij de beide
kommen nog eens met dampende rum.
„Dat klinkt vreemd, wellicht zelfs sentimenteel,
Nat. Maar als je mijn geschiedenis kende, zou het
je heel aannemelijk voorkomen. Weet je waarom
ik naar Labrador gekomen ben
„Neen, niemand weet dat wien ik er naar vroeg,"
bekende Ayer zonder aarzelen.
„Het is vijf uur en over een uur vertrekt je kist
pas naar St. Albert. Wil je de geschiedenis hooren?"
vroeg Cecil met een flauwen glimlach.
„Niemands geschiedenis liever dan de jouwe,"
verzekerde Ayer met vuur. „Je bent al vier jaar
een raadsel voor het Syndicaat. Je bent de knapste
farmer van Labrador. Je leeft uiterst solide en je
ontwikkeling staat op veel hooger peil dan die
van de andere farmers. Ik durf je gerust bekennen
dat wij ons al vaak het hoofd gebroken hebben
over de vraag, waarom juist jij deze doodsche een
zaamheid hebt opgezocht."
Cecil Brackwell glimlachte. „Zou je er erg ver
baasd van opzien, als ik je zei dat een ongelukkige
liefde me hierheen gejaagd heeft vroeg hij met
een stem, die hij niet geheel in bedwang had.
Ayer schudde krachtig het hoofd. „Neen, want
dat vermoeden hebben wij zelf al meermalen ge
opperd."
„Dan ben je op het goede spoor geweest," ver
volgde Cecil. „Ik wil het jou wel vertellen wat me
hierheen bracht. Zeven jaar geleden was ik in de
Tetons...
„Aan den rand van Californië onderbrak
Ayer hem verbaasd.
„Juist, wel een heel ander land, hè 'k Had er
een farm met tweeduizend stuks vee. Ik genoot
het volle vertrouwen van het heele Tetondistrict
en daaraan dank'e ik op drie en twintigjarigen
leeftijd mijn benoeming tot sheriff. Ik was verloofd
met de dochter van een vallenzetter, Lilian Raine.
Zij was een mooi meisje en bezat een hart van goud.
Het is aan haar, dat de stem van St. Albert me
telkens herinnert
Ayer glimlachte en knikte. „In dien tijd werd
er in de Tetons veel gestolen," ging Cecil voort.
„Niet alleen weidevee, maar ook gevangen wild
uit de vallen. De dief had het voornamelijk voor
zien op beren, lossen en vossen. En hij verlegde zijn
operatieterrein herhaaldelijk, zoodat het uiterst
moeilijk was hem te vangen. Op een dag bracht
echter een noodlottig ongeluk aan het licht, wat
wij niet bij machte waren te onthullen."
Cecil fronste de wenkbrauwen en legde een
bevende hand op zijn stoelleuning.
„Dick Halloran vond op een Zondag zijn beren-
val leeg. Eigenlijk leeg niet, want er zat een man
nenhand tusschen geklemd. Bij den pols afge
hakt."
„Afgehakt vroeg Ayer ontzet.
Cecil knikte. „Raine was een moedig man. Hij
behoorde tot het veiligheidskorps van de Tetons.
En dus was hij precies met den dienst bekend. Ik
zeg hij was een moedig man. Hij zat in een val,
die veertig uren van de dichtste farm af gelegen
was. Er kon den anderen dag hulp komen, maar
die kon ook nog een week uitblijven. En al dien
tijd stond hij bloot aan het gevaar door het wild
overvallen te worden of in hechtenis te worden
genomen. Hij koos het minste kwaad. Hij liet
zijn hand achter als prijs en verdween nog den-
zelfden nacht met zijn dochter uit de Tetons.
Cecil's hoofd was naar beneden gezakt als schaam
de hij zich. Ayer keek hem medelijdend aan. „Was
Lilian haar vader vrijwillig gevolgd vroeg hij
zacht.
Cecil knikte bevestigend. Zijn stem klonk mat.
„Ja, zij liet me een brief na, Nat. Zij wilde de
schande, haar vader in het openbaar ontmaskerd
te zien als een dief, niet onder de oogen zien.
Ik was sheriff van de Tetons. En dus zcu ik hem te
berechten hebben gekregen. Ook die gedachte kon
zij niet verdragen. Zij offerde vrijwillig haar liefde,
om het mij gemakkelijker te maken mijn plicht
te doen. De blaam on baar naam zou ook mij ge
troffen hebben in mijn positie en aanzien."
Cecil streek met de hand over de oogen. „Dat
was niet overdreven, Nat. Er was sprake van, dat
ik tot burgemeester zou worden benoemd van
Aravaïpa, in het Zuiden. En sommige vleiers
hielden mij wel eens voor, dat de toekomst me
zelfs genoeg kansen bood voor een gouverneurs
post. Maar ik had genoeg van een openbare loop
baan. Ik verkocht mijn farm en trok naar hier,
waar niemand me kende. En in het vaste vertrou
wen dat ik haar spoedig terug zou winnen, als zij
vernam dat ik mijn liefde boven een eervolle
loopbaan had gesteld...."
„En je heb nooit meer iets van Lilian of haar
vader gehoord vroeg Ayer geschokt.
„Neen," antwoordde Cecil schor. „Het is mis
schien kinderachtig, maar ik'schaam me er toch
niet voor te bekennen, dat ik haar niet vergeten
kon. Drie jaar heb ik alles in het werk laten stellen
om hen op te sporen. Alles tevergeefs. Als ze een
vreemden naam hebben aangenomen, is het een
hopeloos zoeken in de officieele registers. En man
nen met maar één hand loopen er na den oorlog
duizenden rond, in de Vereenigde Staten en het
Noorden."
Ayer keek hem met een genegen blik aan. „Je