No. 32 VRIJDAG 5 JANUARI 1934 1055 Er kwam geen antwoord de gevangene snikte luid. Pride werd er koud van, en in zijn radeloosheid sloeg hij wild tegen den ruwen muur. De gevangene kwam het eerst tot bedaren. Met horten en stooten gaf hij onsamenhangende inlichtingen. „Ik ben Albert Burdock van PlumsteadKirkham Street.... Leeft mijn moeder nog Vraag naar captain Barrett van het 4e Main Guards ik ben van Poena.ik zit zeven jaar hier, nee acht jaar.ach, ik weet het nietzeg dat ik soms gek beneerst heb ik in het Na-chungklooster gezeten.u weet, bij de grens.vraag naar Barrett van het vierde Main Guards, hij weet alles...." De stem uit het graf sloeg over van opwinding. Pride trachtte naar binnen te kijken, maar de gleuf was smal en heel diep en hij staarde als op een donker doek. „Wacht even, ik moet gaan zien of er geen onraad is," zei hij haastig. „Als ik soms niet terug kom, hoet je je niet ongerust te maken. Er zal voor gezorgd worden dat je vrij komt. Denk erom niets meer zeggen, voor je me hoort vragen. Houd je goed, houd je goed." Pride liep de gang uit. Hij telde de gleuven achter de vijfde aan .den linkerkant zat de gevangene. Sloffende schreden op de binnenplaats waar schuwden hem dat er gevaar naderde. Hij verbleekte, maar behield zijn tegen woordigheid van geest. In plaats van de poort uit te gaan, bleef hij 'n halven meter voor den uitgang staan, in een houding, die den indruk moest wek ken dat hij in een beschouwing van de gang verdiept was. Achter zich hoorde hij plotseling een zachten kreet. Hij wendde zich kalm om en staarde in de verschrikte oogen van den lama die de poort bewaakte. „Wat doet u hier vroeg de man barsch. Pride keek heel verwonderd. „Ik kijk, sir," antwoordde hij beleefd. En glimlachend vervolgde hij „Wat een gek gebouw is dat hier, sir geen enkele deur of venster. Ik begrijp niet hoe iemand hier binnen kan komen." Zijn onschuldige opmerkingen overtuigden den lama blijkbaar nog niet van zijn goede bedoelingen. Hij keek hem scherp onderzoekend aan, maar Pride gaf niet het minste blijk van verwarring. Wel begonnen zijn handen te jeuken. De gedachte aan het vreeselijke lot waartoe men Albert Burdock veroordeeld had, wekte 'n schier onbedwingbaren lust om zijn vuisten te planten in dat Mongoolsche gezicht. Pride beheerschte zich echter en speelde de comedie voortreffelijk verder. De lama staarde hem nog'steeds aan en gaf geen ant woord. Beleefd vroeg Pride „Dit is zeker een badhuis, sir? Ik hoor duidelijk water ruischen." De lama scheen eindelijk van zijn onschuld overtuigd. „Dit is een verboden plaats voor vreemdelingen," viel hij barsch uit. „U moet heengaan en den wagen bij de poort zetten." Pride keek verbluft. „Ohverboden plaatshet spijt me, dat wist ik niet, sir. Met een verbeten glimlach reed hij den auto achteruit. Hij verliet de cabine en begon op en neer te loopen voor de poort, blijkbaar tot ergernis van den lama. De komst van Slade maakte een eind aan het ongeduldig wachten. In snelle vaart reed hij den auto naar het Tasji-Loenpoklooster. „En vroeg Slade haastig, toen zij alleen waren. „Een Engelschman, Albert Burdock van het 4e Main Guards," antwoord de Pride zenuwachtig. Slade sprong driftig op. „Je bent gek, Burdock is dood verongelukt in het grensgebergte," viel hij uit. „In de kazerne in Poena is een gedenksteen voor hem opgericht. Hij was acht jaar geleden met Barrett op grenspatrouille. Tijdens de rust trok hij het gebergte in om een steenbok te schieten. Bij een poging om het aangeschoten dier uit een kloof te halen, stortte hij naar be neden." Hij keek Pride aan alsof hij meende dat deze krankzinnig geworden was. Maar Pride hief bezwerend de handen op. ,,'t Is Burdock, hij heeft me zelfs zijn adres in Londen genoemd. Hij beriep zich op captain Barrett. En hij vroeg of zijn moeder nog leefde. Wie beweert dat hij verongelukt is Hebben zijn kameraden het gezien Slade schudde driftig het hoofd. „Zijn kameraden niet, maar eenige lama's van 't Na-chungklooster waren er ooggetuigen van. Zij hebben zelfs nog moeite gedaan om in de kloof af te dalen, maar het was levensgevaarlijk." „Dan hebben zij een ellendige comedie op touw gezetriep Pride op luiden toon uit. Slade's verschrikt gebaar in de richting van de gang begrij pend, ging hij zachter voort „Een comedie, Slade. Burdock heeft eerst in het Na-chungklooster gevangen gezeten en later heeft men hem levend inge metseld. Maar wat is het doel geweest van die misdaad „Dat zullen we dezen middag nog vernemen," antwoordde Slade grimmig. „Om drie uur word ik opnieuw in de Potala verwacht voor een conferentie de Dalaï Lama zet haast achter het verdrag. Maar voor ik me bereid verklaar verder te onderhandelen, zal ik eerst de heeren eens ter verantwoording roepen." Kapitein Slafft twijfelde nu niet langer meer aan de identiteit van den gevangene. Diens mededeelingen waren zoo positief, dat hij ze wel als juist moest aannemen. Efverstreken eenige uren onder opgewonden beschouwingen. Slade zocht naar een uitweg om de zaak tot een oplossing te brengen zonder zijn zending schade te doen. En Pride verdiepte zich in de vraag, wat er ge beuren moest als de Thibetaansche autoriteiten weigerden den ongelukkigen gevangene in vrijheid te stellen. Voor zij zich naar de Potala begaven, bespraken zij hun gedragslijn. Slade zou naar waa<*heid verklaren, dat Pride den gevangene toevallig ontdekt had. Niemand had Pride verboden zich vrij te bewegen en daarom kon hem zijn nieuwsgierigheid niet zwaar aangerekend worden. En overigens vertrouwde Slade op zijn bijzondere positie, om de geschiedenis tot een bevredigende oplossing te brengen. De rit naar de Potala werd zwijgend afgelegd. Beiden hadden hun revolver bij zich gestoken. Maar Slade noch Pride verwachtte succes van gewelddadig verzet, als het tot een botsing met de soldaten mocht komen. De lama bij de poort was nu voorzichtiger. Hij wees Pride de plaats aan waar hij moest blijven staan en hield hem voortdurend in het oog. Pride moest er om lachen. „Wacht maar, heer, binnen enkele uren zal je nog iets anders beleven," grijnsde hij. Zoowel Slade als hij hadden op uren gerekend om Burdock's invrijheidstelling te bewerken, maar er was ternauwernood een kwartier mee gemoeid. Plotseling werd de deur van de Potala opengeworpen. Slade kwam de binnenplaats op, driftig en zeer opgewonden. Twee lama's en een paar soldaten volgden hem. De laatsten droegen werktuigen hamers, boren en steenzagen van Westersch fabrikaat. Slade wenkte Pride naderbij te komen. „Kom mee, we hebben dat menschenleven aan jou te danken," zei hij met héesche stem. Pride volgde den kleinen stoet. Maar in de gang van het Huis van het Verborgen Leven trok Slade zich terug. „Toe, Pride, ga jij Burdock zijn vrij heid aankondigen, ik geloof niet dat ik ertoe in staat ben. En kom dan hier op de binnenplaats het stinkt daar afschuwelijk." Pride liep de gang in. „Hulloh, Burdock," riep hij door de gleuf van de vijfde cel. Er klonk een wilde kreet. „Hulloh, bent u daar weer?" vroeg de onge lukkige met een verstikte stem. Pride slikte eens. „Ja, hier zijn we, ook kapitein Slade," antwoordde Pride. „U hoeft niet langer ongerust te zijn u zult spoedig in vrijheid zijn." De gevangene begon wild te snikken. En daartusschen door klonk zijn smeekende stem. „Is het waar, sir.. werkelijk waar Ik kan het niet gelooven.... u zegt het toch niet om mij ,moed te geven voor een paar dagen „Nee, nee, u komt vrij. Misschien vanmiddag nog.... dadelijk. En u gaat met ons mee naar Calcutta.... Kijk"eens, daar komen de soldaten al om u uit te zagen.... nog maar een uurtje misschien.... houd je goed, Burdock. Het snikken in het gepleisterde graf ging over in een zenuwachtige huil bui. De soldaten sloegen hun boren in den muur om den sluitsteen te kunnen uitzagen. Pride trad diep ontroerd terug. Op de binnenplaats wachtte Slade hem op. „Kom mee, we zullen hier wat op en neer loopen, ik kan niet blijven staan van ongeduld," verzocht hij. Wandelend bracht hij Pride op de hoogte. Met een stem die oversloeg van opwinding en in afgebroken zinnen. „De geschiedenis is spoedig opgehel derd, Pride. Burdock heeft onwetend een misdrijf begaan op Thibetaansch grondgebied. Hij kwam in de eerste plaats zonder vergunning in het land en ten tweede doodde hij een dier op den grond, die aan het Na-chungklooster toebehoorde. Dat grondgebied is heilig en zelfs het kleinste dier vindt er bescherming." „Maar een mensch veroordeelen zij tot een langzamen marteldood," barstte Pride verontwaardigd los. Slade maakte een afwerend gebaar. „Laat me even uitspreken, Pride. Burdock had zich dus schuldig gemaakt aan een zware overtreding. De lama's wilden hem meenemen naar hun klooster. Vergeet niet dat hij zich gewapend in een vreemd land bevond. Alles zou misschien met een sisser afgeloopen zijn, als Burdock gewillig was meegegaan. Maar hij verzette zich en schoot een lama neer. Per ongeluk weliswaar, zooals de lama's erkenden, maar het feit bleef niettemin bestaan. Toen werd hij overweldigd door Thibetaansche soldaten en in het Na-chungklooster opgesloten. Men strooide het gerucht rond dat hij verongelukt was, omdat de lama's bevreesd waren dat hij in ons land zijn straf zou ontgaan. Een jaar geleden waagde Burdock een poging tot ontvluchting. Dat was zijn goed recht. Maar ongelukkig greep hij den lama die hem bewaakte wat al te hardhandig aan. En toen deze ontzet werd, kende men geen genade meer Burdock werd naar de Potala overgebracht. Volgens de uitspraak van den Dalaï Lama, om te boeten voor zijn schuld en om tot inkeer te komen. Dat is Burdock's geschiedenis." Pride was kalm geworden. Hij dacht over de schuldvraag na. Maar Slade wekte hem op uit zijn gepeins. „De Dalaï Lama schrok, toen ik hem vertelde dat wij op de hoogte waren van Burdock's aanwezigheid. Hij weigerde hem in vrijheid te stellen en hij gaf niet eer toe, voor ik hem dreigde met Enge- lands wraak en het afbreken der betrekkingen. Ik heb een kwaad kwar tiertje doorgemaakt, maar nu is de vriendschappelijke verhouding weer hersteld Een zwakke kreet uit het Huis van het Verborgen Leven onderbrak hem. Haastig liepen zij de donkere gang in. Op een bed van schapenvachten lag een uitgeteerde gestalte Burdock. Hij was gehuld in een bevuilde en gescheur de lamapij. Zijn beenderig gelaat en zijn voeten waren overdekt met zweren, zijn oogen waren ontstoken en zijn haar was vergrijsd, hoewel hij hoogstens twee en dertig jaren telde. Slade en Pride blikten met betraande oogen op hem neer. Maar spoedig wendden zij zich af de aanblik van den ongelukkige vervulde hen met phy- sieke en moreele walging. „Behandel hem heel voorzichtig, leg hem de eerste dagen in een donkere kamer," gebood Slade den lama's. „Wasch hem langzaam en zorgvuldig, ik zal zelf verband, zalf èn schoon linnengoed halen. Als hij over een paar dagen aan het licht en de buitenlucht gewend is, zal ik hem meenemen naar het Tasji-Loenpoklooster." Zijn stem wekte Burdock uit een halve verdooving tot het leven. Met het onbeheerschte gebaar van een baby vouwde hij de handen. „Ik dank uik dank u...." stamelde hij. „Ik heb nooit durven hopen dat het graf in de Potala zich nog eens openen zou.... ik dank u...." De lama's namen hem voorzichtig op en bedekten zijn oogen. Zoo" werd hij het gastenverblijf binnengedragen. Slade en Pride vergezelden hem. „Het graf in de Potala, het is de juiste naam voor die vervloekte cellen van het beschouwend leven," sprak Slade. „Ja, Burdock mag het zonder overdrijving zeggen hij is uit het graf verrezen," antwoordde Pride. En met een donkeren blik vol medelijden ging hij den somberen stoet achterna*

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 31