VRIJDAG 12 JANUARI 1934 1075 toer 14 st. af kanten voor't mouwtje, r. breien tot de laatste 4 st., 2 keer 1 aver. I r. Men breit nu nog 5 toeren, waarbij men steeds den rand in korrelsteek breit. 7de toer 27 r. breien. De overblijvende 4 st. plaatst men achter de eerste 4 st. van de andere naald (voor 'n overslagje). Men breit dan die 8 st., 2 bij 2, samen en verder r. de naald uit. Sste toer 1 r., 5 aver., 2 aver, samenbr. Verder telkens 6 aver., 2 aver, samenbr., tot de laatste 2 st., 1 aver. 1 r. 9de toer 1 r. Verder 1 aver., 1 r. tot het einde van de naald. Dezen toer herhaalt men nog 7 keer. 17de toer 1 st. meerderen in den lsten st. en 2 st. meerderen in de 3 volgende st. Verder telkens 1 st. meerderen in den eerstvolgenden en 2 keer meerderen in den daarop volgenden st. tot de laatste 3 st. Dan, in de eerste 2 st., 2 st. meerderen, 1 r. 18de toer 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. Dan komt weer het patroon van 't rokje. Isfe toer 1 r. Verder telkens 5 r., 2 r. st. samen br., draad omslaan. Laatste st. r. 2de en volgende even toeren 1 r., aver, tot den laatsten st. 1 r. 3de toer 1r. Verder telkens draad omslaan, 2 r. samenbr. aan den achterkant van de st., 2 r., 2 r. samenbr., draad omslaan, 1 r. De laatste st. r. 5de toer als de 1ste. 7de toer recht. 9de toer 1 r. Verder telkens 2 r., 2 r. samenbr., draad omsl., 3 r. De laatste st. r. 11de toer: 1 r. Verder telkens 1 r., 2 r. samenbr., draad omsl., 1 r., draad omsl., 2 r. samenbr. in den achterkant van de St., 1 r. De laatste st. r. 13de toer als de 9de. 15de toer r. 16de toer 1 r., aver, tot den laatsten St., 1 r. Deze 16 toeren, welke het patroon vormen, herhaalt men nog 3 keer. In den laatsten toer daarvan 1 st. meerderen. Dan breit men 10 toeren 1 r, 1 aver:, bij eiken toer verspringend. Afkanten. De manchetten. Met den rechterkant van het werk voor zich, neemt men 24 steken op, gelijkmatig langs den onderkant van de mouwtjes en breit daarop 5 toeren 1 r. 1 aver., bij eiken toer ver springend. Afkanten. Men strijkt het jurkje dan onder 'n vochtigen doek, waarna men de zijkanten dichtnaait en de knoopjes aannaait voor de sluiting. Dit jurkje is gebreid met Paton's 3-draads „Beehive" wol. Wegens plaatsgebrek volgt de patroonsbe schrijving van het bijbehoorende jasje en mutsje in het volgende nummer van ons blad. THÉRÈSE. Het allernieuwste snufje op het gebied der bruids toiletten. Een nauwsluitende zwart fiuweelen japon met langen sleep en langen zwarten sluier met goud gelakt bruidskapje. Bruidsboeket van gele aaronskelken. BRUIDSTOILETTEN We leven in een practischen tijd, een tijd van bezuiniging, welke in vele gevallen tot in alle détails moet worden doorgevoerd. En men kan het begrijpen als 'n practisch meisje trouwt in mantel- costuum of in namiddagtoilet, zoodat het bruids- costuum geen extra-onkosten met zich meebrengt. Maar het is evenzeer begrijpelijk, dat er nog 'n aantal meisjes zijn die, op den gewichtigsten dag van haar leven, de poëzie niet willen missen van het echte bruidstoilet het witte met sleep en krans en sluier. Er is poëzie in dit smettelooze gewaad van het jonge bruidje. Ook in onzen prac tischen, nuchteren tijd drommen nog steeds de menschen samen, wanneer er een jonge bruid verschijnen zal. Al de andere personages van 'n bruidsstoet worden slechts vluchtig bekeken, aller belangstelling gaat uit naar de onbetwiste hoofdpersoon van zoo'n stoet de jonge bruid in het echte traditioneele bruidscostuum. Als zij te zien komt, rekken zich de halzen en er gaat 'n zekere ontroering door de menigte. Dat echte blanke bruidstoilet zal dan, voor- loopig ten minste, ook nog niet kunnen worden verdrongen door nuchtere zakelijkheid. Het jeug dige bruidje dat bij het aangaan van haar nieuwen levensstaat zoo bekoorlijk mogelijk wil verschijnen, zal altijd en altijd weer de voordeelen van het echte bruidstoilet weten aan te toonen. Bruidskapsel, waarbij de Brusselsche kant van den sluier, die door den bruidskrans wordt vastgehouden, rondom het gezicht is geplooid. Bruidstoilet van witte zijde met wijd uitvallen den rok en lange mouwen met pofmouwtjes. Kan 'n witte japon ook niet dienen voor namid dag- of avondtoilet En kan zij later niet geverfd worden om dan weer 'n geheel nieuw aanzien te krijgen Kan de sluier niet nog op een of andere wijze gebruikt worden En geeft zoo'n echt bruids toilet, dat natuurlijk door 'n foto wordt vereeuwigd, niet 'n herinnering voor het heele leven Wie nog twijfelt aan de charme en de poëzie van het bruidstoilet, bezie de hierbij gaande foto's, waarop 'n paar der nieuwste bruidskapsels getoond worden. Daar is vooreerst het bruidskapje, waarbij de ruim geplooide kant, die het jonge gezichtje om geeft, wordt vastgehouden door 'n smallen krans. Bij het tweede kapsel omgeeft de bruidskrans het voorhoofd, langs het eenvoudig gescheiden haar, terwijl de kant van den sluier als 'n stralen krans om het hoofdje is geschikt. Krans en sluier jijn hier de voornaamste deelen van het toilet. De japon is, zooals de meeste bruids japonnen, heel eenvoudig gehouden. Enkel de mouwen zijn met poffen gegarneerd. Herhaaldelijk reeds heeft men getracht variatie te brengen in het traditioneele wit van de bruids japon door er rose voor te nemen, of licht blauw of zacht groen, maar deze probeersels hebben tot dusver slechts weinig bewondering mogen vinden. Nu wordt er op het gebied der bruidstoiletten weer iets heel nieuws gelanceerd, een nieuwtje, dat we onzen lezeressen niet willen onthouden de bruidsjapon van zwart fluweel. Het hierbij afgebeelde bruidstoilet, ontworpen door Geraldine Dvorak, werd gedemonstreerd op een groote mode-show in New York. De zwart fiuweelen japon met lange mouwen is geheel nauwsluitend en heeft een sleep van 'n paar meters lang. De even lange zwarte sluier is op 't hoofd bevestigd met 'n goud gelakt kapje. De gele aaronskelken van het groote bruidsboeket passen zich daarbij aan. Bij zulk een zwart bruidstoilet behooren ook de bruidsmeisjes zwart fiuweelen japonnen te dragen en boeketten van gele rozen. Van deze bruidstoiletten kunnen geen patronen verstrekt worden. PAULA DEROSE. Bruidskapsel waarbij de krans om het voorhoofd is ge legd en de geplooide kant van den sluier als 'n aureool het hoofd omgeeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 19