No. 34 VRIJDAG 19 „En wanneer denk je je vrienden mee te deelen, hoe je ze er tusschen hebt genomen „Daar heb ik nog niet over gedacht. Er zal zich wel eens een goede gelegen heid voordoen," antwoordde zij op onverschilligen toon, want er kwam nu eenige twijfel in haar op. „Ik vind je nieuwen wagen uitstekend, Leslie. Hij loopt fijn." „Ja, dat gaat wei. Vóór we aan die dure herberg zijn, zul je me nog één ding moeten vertellen, Minima." „Wat dan O wacht, misschien weet ik 't ai. Gewetensvragen Je wilt natuurlijk zeggen Minima, ik heb gezegd, dat je weg moest gaan, om het leven te zien en verliefd te worden. Je hebt het leven bekeken. Maar hoe zit 't met de liefde?.... Daar zit 't heelemaal niet mee," berichtte Minima vroolijk. ,,'t Zal je misschien teleurstellen, maar ik heb 't nog niet te pakken. Ik heb 't te druk gehad met het Leven. Er is te veel gebeurd. Een vrouw wordt pas goed verliefd, als ze verder niet genoeg heeft, om zich over op te winden." „Heel interessant," merkte Leslie droog op, „maar toevallig wou ik 't daar niet over hebben. Hoor eens. Je hebt me verteld over majoor Owen en zijn vischhengels en over mevrouw Owen met haar zeepkistjes en doperwten plantjes en over de schilderachtige juffrouw Evangeline, die treurt, omdat ze geen reis om de wereld kan maken. Ik zie ze allemaal helder vóór me op één na. Hoe is de zoon „De zoon O die.Die is net als alle zoons, denk ik. Eigenlijk weet ik 't niet zoo precies. Dat wil zeggen, ik zou niet weten, hoe ik hem beschrijven moest Had zij Ronnie Owen werkelijk niet kunnen beschrijven Iedere das, die hij droeg, had zij kunnen beschrijven zij had kunnen kiezen tusschen een twaalftal zichten op zijn persoonlijkheid, om Ronnie uit te beelden voor dezen ouderen vriend. Zij had bijvoorbeeld kunnen zeggen „Hij lijkt in zeker opzicht op jou hij is nog steeds meer de vlieger van vroeger dan de man van zijn tegenwoor dig beroephij is zoo iemand, die onbewust terugverlangt naar de prikkels en de belangrijkheid, die de oorlog hem gaf. Dat waren de beste dagen van zijn leven. Soms schijnen zijn oogen naar achter te kijken hij denkt aan dien vliegtijd." Of zij had kunnen zeggen „O, Ronnie is een zeldzaam verschijnsel hij is zoo'n man, waarvan andere mannen zeggen 'n echt gezond karakter, en die toch interessant is voor vrouwen. Dat vind je niet dikwijls samen maar wél in Ronnie Owen." Of ook dit„Hoe hij is? Ligt er maar aan, welken Ronnie Owen je be doelt. Ik heb er twee leeren kennen, die een heel eind uit elkaar liepen. Vóór we weggingen was er een Ronnie, die zich gelaten verveelde een onbekend plattelands-advocaatje, dat de dingen nam, zooals ze vielen, omdat 't hem niet kon schelen, hoe ze vielen, en omdat hij wist, dat 't toch aldoor overeen uit zou komen. Maar nu is er een Ronnie, die vol leven en kracht en vuur zit, JANUARI 1934 1101 een mensch met levensvreugd een Ronnie, die me laat denken. Ik weet niet wat ik beginnen moet, als hij nog aantrekkelijker wordtIk geloof niet, dat ik mezelf zal kunnen beletten jaloersch te zijn op iedere vrouw, die in zijn leven komt Dat is de tegenwoordige Ronnie Iedere vrouw zou hem aan iedere andere vrouw misgunnen Dit alles was haar door het hoofd gegaan, terwijl zij zoo vlug sprak. „Weet je wat ze beweren, Leslie? Als een vrouw vraagt, hoe een man is, bedoelt ze Hoe ziet hij er uit En als een man het vraagt, bedoelt hij In welke club is hij en welke spelen speelt hij Denk je, dat dat waar is „Daar zou ik eerst eens over moeten denken. Enfin, we zijn er." Hij bracht den groenen auto tot staan voor 't groene pleintje, de fontein, het half-cirkelvormige zonnescherm, de bedienden in livrei van 't Dorchester- hotel. Hij stapte uit, reikte haar de hand. „Ik heb 't erg prettig gevonden. Ik ben blij, dat je weer in stad bent, heksje dan kan ik ten minste een waak zaam oog op je houden. Werk je er maar niet te diep in. Zal ik je kaartjes voor een loge sturen Misschien vinden die menschen van je dat wel prettig. Of weten ze niet, dat je me kent „Weten dat ik je ken Minnie Morris sir Leslie Trentham kennen Ze konden net zoo goed denken, dat ik jij en jou speelde tegen koning George V." „Natuurlijk. Enfin, als je den tijd er rijp voor acht, wil je misschien je peetoom wel eens aan ze voorstellen." „Zal me een groote eer zijn. Ben je nieuwsgierig naar ze?" „Wel een beetje." Als hij niet in het opgeheven gezichtje van zijn petekind, maar opzij had gekeken, naar het einde der straat, dan had Trentham op dat oogenblik twee leden der familie Owen kunnen zien aankomen. Ronnie liep gearmd met zijn moeder, heel langzaam, kijkend naar iederen auto met een nieuw model, naar iederen goedgekleeden voorbijganger. Minima en haar peetoom letten echter alleen op elkaar. Hij was vol echte bezorgdheid voor het welzijn van dat vrijmoedige, doortastende kind zij was één en al opgewektheid door het succes van dien morgen, door blijde hoop op het resultaat. En verder was er voor hen niets. „Dus hier resideert hare majesteit tot nader bericht, hè Bel me maar eens op, op een ochtend tusschen elven en twaalven, wanneer je eens met me wilt dineeren. Hier kregen de Owens, nog op eenigen afstand, het tweetal in 't oog het tengere meisje in donkerblauw, blootshoofds, met glanzend bruin haar, en den forschen, goedgebouwden man van de wereld, die uit den auto gestapt was. Zij waren nog te ver weg, om den afscheidsgroet te hooren „Dus tot ziens als de Owens je de bons geven, wegens je bedrog, dan hoor ik 't wel Een rotshuis in de kloof bij de Regenboog-brug in Arizona VerStaten), 30 M. boven den bodem van de kloof. Door de ontoegankelijkheid en de struiken, die het hol van beneden af vrijwel onzichtbaar maken, waren deze rotswoningen in de vroegere woelige dagen ideale schuilplaatsen. (Zie ook pagina 1103.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 13