- ,./-•• ■*&-•'■ ~"i •'-'i;j,'v;„ëliV-.twr,.-/tiTt* hè maar zij zagen hem weer in zijn wagen stappen en wegrijden, terwijl het meisje, met een glimlachje van afscheid, het hotel binnenging. „Kijk eens, Ronnie! Heb je 't gezien? Dat meisje met die donkerblauwe japon net Minnie 1 Zou ze 't geweest zijn Nee toch „Ja. 't WAs Minnie," zei Ronnie beslist, verschrikt, voor zich uit starend. „En die lange man ik heb alleen zijn rug gezien, maar.zou dat die galant zijn, waar ze al maanden mee verloofd is TWINTIGSTE HOOFDSTUK ANDERE ATMOSFEER. Wie was die man Wie hij ook was, hij had bijgedragen tot een verandering van atmosfeer in den familiekring. De heele lunch door had mevrouw Owen het scherp om lijnde beeld voor oogen van dien man van de wereld, dien beschaafden, wel- gestelden man, die uit zijn auto was gesprongen om Minnie de hand te reiken, en zijn hoed had afgenomen, om afscheid te nemen vóór het portiek van het hotel. Had ze zijn gezicht maar kunnen zien.... Nog scherper omlijnd bleef dat beeld Ronnie bij, hem plagend met het idee, dat hij den rug van dien vriend van Minnie al eens vroeger had gezien. Waar? Intusschen werd er geen woord over den vreemde gerept. Er werd gesproken over het nieuwste, opwindende plan van juffrouw Morris dien grooten auto Woensdag vroeg voor te laten komen as ze d'r ten minste om dachten, dat Woensdag de Derby was en gezamenlijk naar de wedrennen te gaan. „De Derby O Min heerlijk „Ik ben sinds negentien-elf niet naar de Derby geweest!" grinnikte de majoor. „Kolossaal plannetje, juffrouw Morris Maar weet u wel zeker, ,t u er zoo'n paar oude stakkers bij wilt hebben „Natuurlijk niet. Ik heb ook geen ouwe stakkers gevraagd. Alleen u mit z'n viertjes," antwoordde juffrouw Morris, maar niet zonder inspanning. De gemakkelijke, viotte intimiteit met haar aangenomen familie had een stoot gekregen daarvan was zij zich helder bewust. Zij voelde, dat haar nieuwe kapsel en haar vrijere manieren meer indruk op de Owens hadden gemaakt, dan zij gewenscht had. Wat den anderen ec..»er het meeste opviel, was de tegenstelling tusschen de onveranderde spraak en het veranderde voorkomen van hun Minnie. „En verder neem ik geen mensch mee Woensdag," sprak zij nu, een broodje doorsnijdend, en zich heimelijk afvragend, waarom de atmosfeer zoo veranderd was sinds vanmorgen. Wacht I Zouden ze haar met Trentham ge zien hebben „We gaan es netjes onder mekaar de bloemetjes buiten zetten," en luchtig praatte zij door over de Derby. „En al haar andere afspraakjes verzwijgt ze voor ons," dacht Ronnie. Toen de rechtsgeleerde raadsman van het rijke meisje, achter in den mid dag, het rijke meisje weer trof, na haar winkeltocht met Evangeline, stelde hij baar voor, een luchtje te gaan scheppen, het Park door, en vlug liep hij met naar langs de geurige, kleurige bloemperken. ,,'n Heele verandering herhaalde Minnie, een beetje buiten adem, de Het „(Vitte Huis", de ruïne van een oude rotswoning in dezelfde rots (zie pagina 1101): het huis werd uit den voet gehouwen van den steilen, hier en daar glinsterenden wand, die 625 M. recht omhoog gaat. vaste formule. „Ik heb in geen tijd bloemen gezien, die d'r zoo rijk vóórston den" zij wees naar een tapijt van fraai gerangschikte gele en paarse violen. „Bij uw ma in den tuin groeide de boel maar, zooas 't wou." „Ja," beaamde Ronnie maar hij was nu besloten, over meer persoon lijke zaken te beginnen. „Ehjuffrouw MorrisDat uitstapje naar de Derby Woensdag.. Ik vind 't heel vriendelijk, dat u ons allemaal meeneemt, maar.... Er zijn zes plaatsen in den auto Zullen we niet het genoegen hebben, kennis te maken met.... een ouderen vriend van u („Aha 1" dacht Minima Starr.) „Wie dan vroeg Minnie Morris onnoozel. „U moet niet denken, dat 't pure nieuwsgierigheid is. Ik vind 't bij mijn taak hooren. Vóór de lunch" aha dus dat was 't toch 1 dacht het meisje „hebben mijn moeder en ik u uit een auto zien stappen met een heer 't was een keurige auto „U bedoelt toch zeker niet, dat 't géén keurige man was Ronnie lachte even, en zwaaide met zijn fraai opgerolde paraplu. „We hebben alleen maar gezien, dat er een man bij u was. U zult 't toch niet erg vin den, dat we ons afvroegen, of dat de man zou zijn, waar u mee verloofd bent?" „Verloofd Ik Zij bleef staan. Zij was een oogenblik haar uitdagende verklaring daaromtrent, op Bringwyn, vergeten. Toen zij zich die herinnerde, ging zij voort„Met hèm Hoe komt u op 't idee I" Eerlijk gezegd had Ronnie het zelf al heel onwaarschijnlijk gevonden. De man in den auto leek totaal niets op het beeld, dat hij zich gevormd had van den man, met wien Minnie Morris al een paar maanden verloofd kon zijn. Hij wist dus niet goed, wat hij zeggen moest. Hij begreep er niets meer van. Vriendelijk ging Minnie voort„As u 't dan met alle geweld weten wil. dan zal ik u wel vertellen, hoe die meneer heet. De naam was een nieuwe verrassing voor Ronnie. „Ik heb natuurlijk wel eens van sir Leslie Trentham gehoord. Iedereen trouwens niet alleen de menschen, die in den oorlog gevlogen hebben toen is hij mijn eskader-commandant nog geweest maar 't publiek in 't algemeen. Hij heeft nogal naam op 't tooneel, is 't niet „Persies. Daar heb je 't. Daar ken ik hem ook van." „Maar hij reed u...." „En hij rijdt bestNiks minder dan Billy Jones. Maar hoe u op 't idee komt," vervolgde juffrouw Morris, zich snel omkeerend om terug te gaan, „hoe u op 't idee komt, dat zoo'n heer as sir Leslie verloofd zou zijn met zoo'n meissie as ik. „Dat dacht ik ook niet. Ten minste...." „U vroeg 't toch maar „Dat spreekt toch vanzelf „Nou, dat weet ik nog zoo net niet," snibde het meisje, dat zich Minnie Morris liet noemen. Zij zou geen vrouw, geen mensch geweest zijn, als zij nie» genoten had van Ronnie's kregelheid, ofschoon zij vond, dat zij op 't oogenblik wel iets belangrijkers had, om aan te denken Een beetje uit de hoogte, maai met zorg wakend voor overdrijving, vroeg zij „Of mot 'n meissie soms ver loofd zijn met iederen heer, die d'r 'n endje mee laat rijen in z'n auto? En die es over de goeie ouwe tijd wil praten Da's nogal 'n ouwerwetsch idee, as u 't mijn vraagt!" (Wordt vervolgd).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 15