n praatje met den
De vlnchthaven te Ter neuzen, waar momenteel veel schepen
werkloos liggen.
Terneazen naar Gent
1918 werden de twee nieuwe havens geopend.
Op ons verzoek overzag burgemeester Huizinga
nog eens in vogelvlucht die eerste jaren van zijn
bewind, noemde als markant feit den feilen strijd
tusschen de politieke partijen, welken hij vond.
Van den eersten dag af aan heeft Zijn Ed. achtb.
toen pacificeerend gewerkt, 't persoonlijke scheiden
de van het zakelijke, het beginsel van het belang.
Ook die arbeid is zegenrijk geweest.
In het begin van den oorlog is er dan nog de
ontzaglijke moeilijkheid geweest van de Belgische
geïnterneerden en vluchtelingen. In enkele dagen
tijds werden over Terneuzen 27.000 militairen en
35.000 burgers uitgestort. Wat een zorg het heeft
gekost, dezen menschen onderdak te verschaffen,
voedsel te verstrekken en hen verder te transpor
teeren is in dit bestek niet te beschrijven; Iaat zich
trouwens indenken.
Pratende over het verleden kwamen wij vanzelf
tot het heden. Ook aan Terneuzen is de teistering
der tijden niet voorbijgegaan. Aan den snellen
groei der gemeente door de vestiging in 1929 van
eenige industrieën te Sluiskil (gem. Terneuzen)
heeft de crisis 'n eind gemaakt, 't Tempo van den
vooruitgang gaat weer trager, 'n Zeshonderd
werkloozen drukken de welvaart, al is die gelukkig
nog niet verloren gegaan, wat moge blijken uit
het feit, dat er ieder jaar nog ongeveer 100 bouw
vergunningen uitgereikt wordenwat tevens
geïllustreerd wordt door het belastbaar inkomen,
dat nog om de vier millioen draait, en door den
gezond gefundeerden middenstand. Veel ver
betering voor Terneuzen verwacht burgemeester
Huizinga van de uitbreiding van de opslagterreinen
aan de havenindien die tot stand kwam, maar
de regeering (het havenbedrijf is van het Rijk)
aarzelt en treuzelt om niet te bevroeden redenen.
Bedoelde uitbreiding is reeds noodig sinds 1918,
toen het karakter van het goederenvervoer zich
wijzigde, waardoor er veel meer stukgoederen
ontscheept worden, welke veel bergruimte eischen.
Zooals gezegdde regeering bleef tot nu toe
doof voor klachten en verzoeken. Dit is te betreu
ren, want ondanks de malaise en ondanks de
zevenmaal lagere loodsgelden in de Belgische
havens, geven veel handelaars aan de Terneuzensche
havens de voorkeur, omdat de Nederlandsche
haven-arbeider zeer betrouwbaar en accuraat is.
Zoo is er nog altijd een levendig transitoverkeer
met het achterland België en Frankrijk, via de
spoorlijnen TerneuzenMechelenGent.
Voor den bloei van Terneuzen is de laatste vijf
jaren ook sterk geijverd door de hardwerkende
middenstandsvereeniging „Klimop", die al haar
best doet, om de koopers uit de omgeving naar
Terneuzen te trekken tot nu toe met succes
en aldus ook het streven van andere kringen be
vordert om Terneuzen tot het economisch centrum
van Zeeuwsch-Vlaanderen te maken, wat het
geografisch steeds geweest is. De wekelijksche
kraammarktdag op Woensdag kan zich mede in
toenemenden groei verblijden
liggen.
Het raadhuis van Terneuzen in de drukke
Noordstraat, dat. alhoewel oud. niet de his
torische en bouwkundige waarde heeft van
de mooie raadhuizen onzer andere Zeeuw-
sche steden
gelukken, een mooi, zij het dan niet volmaakt
succes te boeken, 'n Normale H.B.S. was niet te
bekomen, maar in 1913 werd dan toch een zes-
klassige inrichting geopend, die in de eerste drie
leerjaren Mulo-onderwijs geeft en in de laatste drie
leerjaren (daarop aansluitend) opleidt voor de
H.B.S.-diploma's.
De tweede kwestie, die in 1912 nog naar de eind
oplossing vroeg, was die der haven-uitbreiding.
Verschil van inzicht tusschen gemeentebestuur
en Kamer van Koophandel stond die oplossing
in den weg. De nieuwe burgemeester mocht 't
genoegen smaken, dat, ook door zijn pogingen,
vrij spoedig overeenstemming werd bereikt.
Het pleit was toen feitelijk beslecht en in
De heer Huizinga. burgemeester van Ter
neuzen. in zijn werkkamer. Enkele weken
geleden mocht de heer Huizinga onder veel
belangstelling zijn 25-jarig ambtsjubileum
vieren, zooals wij reeds memoreerden.
Terneuzen 1 De grootste gemeente van
Zeeuwsch-Vlaanderenlangzaam
maar gestadig groeiend, zelfs tegen
de verdrukking der economische crisis
in, dank zij 'n bestuur en 'n burgerij, die
wat wagen durven om te winnen.
Zijn burgemeester I Man van vast be
ginsel, met kennis van en liefde voor zijn
mooie taak, invloedrijk en scherp van
inzicht, 'n Gezagvoerder, die het beste
deel van zijn leven 21 lange jaren
aan de belangen van deze gemeente
wijdde en die pas enkele weken geleden
onder groot medeleven van de burgerij
zijn zilveren ambtsjubilé heeft gevierd.
Is het te verwonderen, dat de hoofd
redactie van „Ons Zeeland" ons uitzond
naar Terneuzen, om met die gemeente
en haar eersten burger eens nader kennis
te maken
Gastvrij heeft de heer J. Huizinga ons
op het gemeentehuis in zijn groote werk
kamer ontvangen en even bereidwillig
als openhartig met ons gesproken over
veel dingen, die wij voor de lezers van dit orgaan
interessant achten.
In 1908 ging de heer Huizinga, toen reeds 41
jaar, de magistratuur in en werd benoemd tot
burgemeester van Axelvier jaar later riep de
Kroon hem al naar Terneuzen, dat toen ongeveer
8000 inwoners telde thans 10.700.
De meest brandende kwestie waar de heer
Huizinga toen als het ware middenin viel, was die
van de stichting eener H.B.S. Het bestaan dier
kwestie was niet geheel vreemd aan zijn benoeming.
Die stichting was geen overbodige luxe, maar
broodnoodig. De noodzakelijkheid van beter onder
wijs kon niet geloochend worden. Daar viel veel
departementale tegenstand te overwinnen tegen
stand, die zich hoofdzakelijk verschanste achter
het z.g. aaneenschakelingsrapport-Woltjer.
Het mocht burgemeester Huizinga, die, evenals
nu, ook toen den weg naar Den Haag wist, echter