Mé fi f Niets zoo veranderlijk als de mensch, en niets zoo veranderlijk bij den mensch als de mode. Zoo onbeperkt is de heerschappij van de mode echter niet, of op sommig gebied blijft ze onmachtig. Overal vindt men nog hoofddeksels die jaar na jaargeslacht na geslacht blijven bestaanondanks toques matelots, baretten, hoeden die op het hoofd of tegen de wang ge dragen worden, hoeden met groo- ten of kleinen of heelemaal geen rand, of wat voor uitvindingen de hoedenmode nog meer mag maken. In ons land vindt men verschil lende voorbeelden van die onver anderlijke hoede n-heer schappij de Zeeuwsche en Geldersche en Friesche en Brabantsche en Twent- sche en andere mutsen en kappen in alle mogelijke uitvoeringen, de gouden kappen en strooien hoedjes, en natuurlijk ook de oude. bekende Volendamsche muts. Groote hoed van bana nenbladeren in Siam In Marokko dragen de vrouwen op de markt een grooten, slappen stroo- hoed ter bescherming tegen de zon het gezicht is bedekt door een dichten sluier, die alleen, evenals een masker de oogen vrij laat n Mongoolsche vrouw met haar eigen aardig hoofddeksel, dat bekroond wordt door een soort tempeltorentje. Een jonge Nubische vrouw Afrika) met den daar ge bruikelijke n hoofddoek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 7