Crisisvergadering. Kijkje in een
der zalen, waar de crisisver
gadering werd gehouden, welke
de Crisiscommissie uit de Zeeuw-
sche Landbouw-organisaties in
verband met den bedreigden bie-
tensteun te Goes deze week had
belegd. De vergadering werd
bezocht door ca. 1400 personen.
Het is altijd heel moeilijk, een juiste waardeering
te verkrijgen van verschijnselen, die gecom
pliceerd zijn. En 'n gecompliceerd verschijnsel
is de crisis zeker wel. Dat zij er is, ook in het
Zeeuwsche economisch leven, valt niet te loochenen,
maar de vraag is, in hoeverre zij zich daarin
reeds heeft vastgebeten.
Men kan dit niet nagaan uitsluitend aan de
hand van cijfers. Weliswaar kunnen deze leerzaam
zijn, zoo b.v. ten aanzien van de werkloosheid,
maar daarmede alleen laat zich de omvang der
crisis niet bepalen.
Wij staan niet alleen voor het feit, dat sommige
menschen op volledigen steun zijn aangewezen,
maar ook voor een ander feit, en weldat veel
menschen zich heel veel moeten ontzeggen van dat
gene, wat vroeger gemakkelijk binnen hun bereik
lag. Het meest treffend is altijd de stille armoede.
De werkelijk armen, die hun armoede niet kunnen
verbergen, of hiervoor de moeite niet willen doen
(en het is toch ook geen schande, arm te zijn),
worden veelal geholpen. Maar de stillen in den
lande, die nooit geleerd hebben te vragen, dragen
alleen hun zorgen en moeilijkheden, en achter
menige solied uitziende deur spookt de wanhoop
rond.
Zeker is het niet moeilijk, crisisverschijnselen
op te sporen.
We later er eenige zien leege treintjes en leege
havens, leege localifeiten en leege huizen, en, als
bittere tegenstellingvolle straten, gevuld met
menschen, die geen werk hebben, en geen moed
meer, om werk te zoeken.
Zeeland, met zijn landbouw ais hoofdbron van
bestaan, is er ernstig aan toe. Het heeft geen zin,
zich te vleien met een optimisme, waarvoor de toe
komst geen waarborgen biedt. We hebben de werke
lijkheid onder oogen te zien, en deze is weinig be
moedigend.
Dat nu overigens de toestand in Zeeland nog niet
zoo nijpend is als in sommige andere deelen van
ons land, vindt zijn oorzaak in het feit, dat de
Zeeuwen van huis uit spaarzaam zijn, en over het
algemeen over reserves beschikken. Weliswaar is
ook de spaarzaamheid in de laatste jaren vermin
derd, vooral onder de jongeren, maar velen, zeer
velen, hebben nog een reserve, die hen in staat stelt,
voorloopig het wekelijksch tekort aan te vullen.
Het zal echter duidelijk zijn, dat deze reserves
niet kunnen blijven duren, en zeker zou een onder
zoek in deze richting wel moeten uitwijzen, dat het
naar menschelijke berekening met de crisis langer
zal duren dan met de reserves.
Kan dit aanleiding zijn tot pessimisme, we mogen
ons daardoor niet tot daadloosheid laten brengen.
Wij constateeren een en ander slechts, omdat het
noodig is, de werkelijkheid onder oogen te zien. Dit
is hard noodig.
in plaats van in het oude schuitje door te varen,
in de vage hoop op beter, doet men beter met zich
geen illusies te maken omtrent de naaste toekomst
van den land- en tuinbouw, met hun nevenbedrijven.
Een verblijdend crisisverschijnsel. In enkele plaatsen van onze
provincie worden aan de crisisslachtoffers gratis Duitsche.
Fransche en Engelsche lessen gegeven, 't Is een verblijdend
verschijnsel, dat er dames en heeren gevonden worden, die
deze lessen willen geven. En ook. dat er velen zijn, die
hiervan gebruik willen maken, daar men zich voor zijn verdere
loopbaan op deze manier kan ontwikkelen en bekwamen.
Tijdens de les (Middelburg).