No. 12
Lady Brooklands vond het een merkwaardig geval, het gesprek van die
twee in den groenen auto, maar zij zou het nog veel merkwaardiger
gevonden hebben, als zij had kunnen afluisteren, wat juffrouw Morris
nu tot den beroemden acteur-tooneeldirecteur zei.
„Maar, Leslie," pleitte zij, „wat heb ik daar nu aan? Alleen maar op
komen en zeggenja, meneer, enik weet 't niet, meneer, maar ik zal
even vragen, en dan weer af dat is toch niets?"
„lk heb je vooruit gezegd, dat 't in delengte niet zat, is't wel?" ant
woordde Trenthamhij bood haar een sigaret aan en lachte om haar on-
gedu dig „nee merci" en de manier, waarop zij het hoofd schudde. „Als je
je nu even kalm houdt, en zoet naar je peetoom luistert, die er tienmaal zoo
veel van weet als jij, dan zal ik je laten zien, dat 't wèl iets is...."
Vlug en duidelijk zette hij het haar uiteen.
„Nu knikt hij weer, en hij lacht," vervolgde lady Brooklands haar
verslag. „Waar zouden ze 't toch over hebben, mevrouw Owen
„Juffrouw Morris heeft aan Ronnie verteld, dat sir Leslie Trentham
ons een paar plaatsen wou aanbieden. Ze zitten zeker te bepraten, welken avond
we gaan zullen."
„O juist. Wel prettig voor u, dat u overal met haar heen kuntOf vindt
u 't misschien te vermoeiend Zou ze er over denken, zich aan 't hof te laten
voorstellen, mevrouw Owen Dat zou heerlijk zijn. Stel je voor, als ze een
buiging maaktWat zou ze een last hebben met haar sleep en haar veeren
„Dat zou ze niet," sprak Evangeline haar kortaf tegen. „Ze kan buiten
gewoon met nieuwe kleeren overweg. Ze draagt ze beter dan jij of ik."
„Ja, haar toilet is me geweldig meegevallen. Je verloofde.O pardon
Jullie zijn niet meer geëngageerd, hè Cedric Hambie heeft me verteld, dat
ze er ailerafschuwelijkst uitzag, toen ze met jullie op Pantavon kwam. Je
hebt wel eer van je werk Met geld kan er natuurlijk heel wat bereikt worden...
aan den buitenkant
„Die zoetsappige kattigheid van dat mer^ch is nog niet eens 't ergste,"
mokte Ronnie. „Maar 't is geen manier van doen, zooals haar hoed me in den
weg zit.ah, gelukkig Want nu had hij een beteren kijk op den auto van
Trentham nu zag hij beter die tengere meisjesgestalte in den eenvoudigen,
duren sportmantél het opgeheven, beweeglijke gezichtje, dat gretig luisterde,
knikte. Hij zag ook een breeden schouder van Trentham, met den riem van
den veldkijker er overheen, zijn hand, die omhoogging naar zijn hoed.
„Ah, daar komt ze aan, moeder. Juffrouw Morris
komt terug."
„Brengt ze sir Leslie mee?.. Nee maar dat
is toch te erg. Ik had me er al zoo op gespitst, om
hem mijn compliment te maken over zijn spel," riep
lady Brooklands met die stem, die op de kleinste
kleinigheden nadruk legde, om ze belangrijk te laten
klinken. „Nee, ze heeft sir Leslie niet meegebracht
Pearl was de eenige, die dit betreurde de Owens
begroetten hun kleine Minnie Morris met niets dan
dankbaarheid.
„U neemt me toch niet kwalijk, dat ik u alleen
heb laten zitten verontschuldigde het meisje zich,
één en al blijde levendigheid. Haar gezicht straalde,
zij was bijna ademloos opgetogen. De reden van haar
uitbundige stemming konden de Owens niet gissen.
Zij wisten alleen, dat de waarde van den dag door
haar persoonlijkheid weer was hersteld. „Luister
't Is in orde met die plaatsen. We krijgen kaartjes
voor een loge. En meneer RonnieSir Leslie het
u gezien, en hij zegt, dat hij u nog kent uit den
oorlog, en hij zou u dolgraag nog es een keertje
spreken.U begrijpt natuurlijk wel, dat ik 'm nou
maar niet meegebracht heb, is 't niet
„Ja natuurlijk, natuurlijk 1" riep het gezelschap
zonder aarzeling. Alleen Pearl Brooklands dacht
„Echt een handige zet. Hoe weet zoó'n wicht, dat
de menschen, die niets begrijpen, alles toegeven, als je
maar stevig genoeg zegtU begrijpt natuurlijk wel
KORTE INHOUD VAN HET VOORAF
GAANDE. De verarmde familie Owen, de
majoor, zijn vrouw, Ronnie de zoon en Evan
geline de dochter, leven met Margaret de
keukenmeid en Minnie het tweede meisje op
Bringwyneen vervallen landgoed. De
Sweepstake is op komst; allen hebben een
lot en men leeft in spanning. Door de radio
hoort de familie het verslag van de race en
dan blijkt, dat het tweede meisje den hoofd
prijs heeft gewonnen. Minnie's hoogste ver
langen blijkt te zijn als betalend logé in den
familiekring der Owens te worden opgenomen.
Hetgeen haar wordt toegestaan. Bij het eerste
bezoek van de Owens aan de familie Hambie,
met wier zoon Cedric Evangeline verloofd is,
brengt Minnie de aanwezigen door haar ge
drag telkens in angst. Zij is ook de oorzaak,
dat Evangeline dien middag haar verloving
verbreekt. Haar geld laat Minnie beheeren
door de firma, waar Ronnie bij in dienst is.
Nadat de moeder van Cedric, uit wraak,
tevergeefs heeft geprobeerd Minnie van dief
stal te beschuldigen, brengt het dienstmeisje
een bezoek aan de woning van sir Leslie
Trentham in Londen. Daar blijken haar waar
beroep en haar ware naam. Ronnie evenwel
begint argwaan te krijgen en wordt jaloersch.
„Wat ziet mevrouw Owen bleek Weet u wat we doen Stapt u maar es
uit, en gaat u maar es met mij mee. Ik heb ontdekt, waar je 't lekkerste
koppie thee van de heele Derby ken krijgen" en Minnie nam mevrouw
Owen bij den arm. Evangeline en de majoor volgden als kinderen. Een paar
seconden later was Ronnie bij hen in 't gedrang voor een tent van gestreept
zeildoek, waarvóór en waarin een aantal mannen met witte jasjes druk bezig
waren met het ronddienen van thee en broodjes.
„Niets is zoo goed als een lekkere kop thee, als je moe bent," zei Ronnie,
en bij zichzelf zei hij, dat die eenvoudige verversching iets weg had van Min
nie's eigen frischheid en natuurlijkheid.
Een woord van iemand in de nabijheid drong door zijn harnas heen
„Melk, Bert
„Over melk gesproken, meneer Ronnie" Minnie toonde een guitig
kuiltje in iedere wang „sinds ik u dat verteld heb van dien jongen van me
met dien melkwagen, is er zeker een pak van uw hart hè U zee toch,
dat u geen man met me kon zien praten, of u was bang, dat 't om me geld
te doen was
„Heb ik dat gezegd Ronnie keek verontwaardigd op haar neer, maar
«zag enkel den bol van haar hoed, want zij- hield het hoofd gebogen. Zij, kon
zij beweren, dat iemand zooiets denken kon dat de mannen alleen op haar
geld uit waren Dorst zij te beweren, dat Ronnie zooiets gezegd had
„Ja ja, heet u 't me maar liegen 1 't Is echt waar, meneer Ronnie. Toe
die bedelbrieven kwammen bent u er al over begonnen, dat die nog niet
half zoo gevaarlijk waren as de levende mannen, de gelukzoekers in persoon."
Juffrouw Morris sprak zoo zacht, dat alleen de gefolterde Ronnie het hooren
kon. Den gefolterden Ronnie helpen, dat ging nietdan had hij maar niet
moeten lachen tegen die draak van een Pearl. „U denkt zeker, dat ik daar
zoo maar in zou loopen."
Schijnbaar onverschillig vertelde Ronnie haar, dat er veel te veel meisjes
inliepen sommigen zelfs met open oogen.
„Ken u makkelijk zeggen Zeker omdat sommige meisjes liever gelukkig
zijn met 'n flinken kerel, al hapert er wat an, dan dat ze zich dood ergeren aan
zoo'n mallen kwast met niks dan verbeelding, waar niks mee te beleven is."
„Denkt u soms, dat zoo'n meisje met zoo'n zoogenaamden flinken kerel
erg gelukkig wordt vroeg Ronnie op zeer kalmen
toon, maar met een vreemde glinstering in zijn
oogen. „Wij advocaten weten veel te goed, dat die
charmante jongens heelemaal niet charmant meer
zijn, als ze 't geld te pakken hebben."
„Nou, dan mag u wel blij zijn, dat uw cliënt een
netten eerlijken jongen an de hand hèt, die al om
me liep, voor ik 'n rooien duit in de wereld bezat,"
betoogde juffrouw Morris vriendelijk, al hield zij haar
adem in. Want weer hadden twee blikken elkaar
getroffen, met een glinstering als van gekruiste
zwaarden.
„En die jongen van me had wel an iederen vinger
'n meisje kennen krijgen. Ze stonden met rijtjes voor
de hekkies, met zulke lange nekken, om te luisteren, wie
'm 't eerst hoorde.Nee hoor, wees maar niet bang
dat ik weer mellek ga roepen, meneer Ronnie. Nou,
ieder ze eigen smaak. Hij hèt altijd zin in mijn gehad..."
„Hoera 1 Daar is de thee 1"
„Dank u," prevelde de kellner, terwijl hij zonder
op te kijken de halve kroon in den zak stak, die
Ronnie hem gaf.
„Nee, meneer Ronnie da's voor mijn.
Maar de blik onder Ronnie's gefronste wenk
brauwen zei klemmend, dat de thee van zijn familie
niet betaald zou worden door zoo'n martelende heks.
Toen Minima twee volle kopjes thee aannam,