'SW*. r Den volgenden morgen vond Ronnie naast zijn bord op de groote eetkamertafel, voor één persoon gedekt, een brief, met den opdruk van het Dorchester-hotel. Het was de eerste brief, dien hij van dat meisje, zijn cliënte, ont ving een van de weinige brieven eener vrouw, die zijn hart wat sneller deden kloppen. En toch zouden stijf en taai den spot hebben opgewekt van een twaalfjarigen scholier, en was het schrift (zooals Ronnie stil opmerkte) waard, om te verschijnen op een Londensch melkbriefje. „Beste meneer Ronnie, Bij dezen hoop ik, dat het u goed gaat, en wij maken het allemaal goed en uw ma en de majoor maken het uitstekend, en Angy dito met teekenen op de akkedemie. Ik heb geen brieven gekregen waar ik u de moeite waard vind om u over lastig te vallen, en ik hoop dat de keukenmeid goed op u past, al is ze geen keukenmeid en zal ze er nooit een worden ook, maar wat voorbij is is voorbij, en verder heb ik geen nieuws, behalve dat mijn vroegere meneer, sir Leslie Trentham, ons kaartjes gestuurd heb voor dat nieuwe stuk, dat hij den 27en gaat spelen, dus hiermee sluit ik. Het beste, en de groeten van uw ma, van uwe hoogachtende 6 MINNIE MORRIS." Onder aan de bladzijde stond het P.S. „De kaartjes zijn een heele loge voor de femilie, u weet nog wel als dat ik u gezegd heb, dat meneer u nog kende van de oorlog, en misschien konden we hem later nog even spreken, dus u zal 't niet vergeten, hè?" „Je blijft er vandaan, idioot," vermaande Ronnie zichzelf, terwijl zijn hart lichter werd, zijn gebruind gezicht opklaarde, en er een glans kwam in zijn oogen. „Blijf er vandaan." „Toch wel aardig, Trentham weer eens te treffen." Ronnie voelde al, dat hij niet langer weg zou blijven, dan tot den dag van de première in Trentham's theater. VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK ONGUNSTIGE VERANDERING. Zelfs een oprechte vrouw ziet er soms niet tegen op, anderen om den tuin te leiden. Zie bijvoorbeeld Minima, met haar bedrog van velen. Niet vaak echter zal zooln vrouw zichzelf om den tuin leiden, aan gaande haar eigen beweegredenen. De alleroprechtste man echter, die den grootsten afschuw heeft van iedere misleiding, kan zichzelf op een ongeloofelijke manier om den tuin leiden. Ronnie Owen bijvoorbeeld, die absoluut 'n onge kunsteld en eerlijk mensch was. Toen hij naar Londen reisde, 'n dag vroeger, dan hij van zins was geweest, geloofde hij werkelijk, dat hij daartoe gedwongen was door een vervelend zaakje voor G. Owen en Zonen, en niet door het verlangen, om Minnie Morris weer te zien niet, omdat het hem eenvoudig onmogelijk was, te wachten tot den 27en. Hij gaf geen bericht van zijn komst aan zijn familie, en ook niet aan Dick Ryderhij reed eerst naar zijn club, bestelde een kamer, liet er zijn koffer staan, en ging toen de stoep af met zoo'n haast, dat de portier hem glimlachend nakeek. Nog in het stel ligste geloof, dat hij wou probeeren, zijn familie te treffen (en niet in de hoop, dat hij een paar donker blauwe oogen zou zien ophelderen van prettige ver rassing, of een groet zou hooren als „Hallo Daar heb je zoowaar meneer Ronnie. Hoe kom u uit de lucht vallen?") repte hij zich naar het Dorchester- hotel in den tijd tusschen thee en diner. KORTE INHOUD AN HET VOORAF GAANDE. De verarmde familie Owen, de majoor, zijn vrouw. Ronnie de zoon en Evan geline de dochter, leven met Margaret de keukenmeid en Minnie het tweede meisje op „Bringwyn"een vervallen landgoed. De Sweepstake is op komstallen hebben een lot en men leeft in spanning. Door de radio hoort de familie het verslag van de race en dan blijkt, dat het tweede meisje den hoofd prijs heeft gewonnen. Minnie's hoogste ver langen blijkt te zijn als betalend logé in den familiekring der Owens te worden opgenomen. Hetgeen haar wordt toegestaan. Bij het eerste bezoek van de Owens aan de familie Hamble. met wier zoon Cedric Evangeline verloofd is. brengt Minnie de aanwezigen door haar ge drag telkens in angst. Zij is ook de oorzaak, dat Evangeline dien middag haar verloving verbreekt. Haar geld laat Minnie beheeren door de firma, waar Ronnie bij in dienst is. Nadat de moeder van Cedric. uit wraak, tevergeefs heeft geprobeerd Minnie van dief stal te beschuldigen, brengt het dienstmeisje een bezoek aan de woning van sir Leslie Trentham in Londen. Daar blijken haar waar beroep en haar ware naam. Ronnie evenwel begint argwaan te krijgen en wordt jaloersch. vooral als Minnie het voor doet komen of ze verloofd is. Het bleek echter, dat dit een verkeerde stap van Ronnie TSJp. 1 'X was geweest. Of niet misschien? Zou 't in ieder geval niet zoo geloopen zijn Vragen, die in ieder leven zoo dikwijls gesteld worden en waar nooit antwoord op komt... Van den bediende, die naar boven gebeld had, kreeg hij ten antwoord, dat de kamers van juffrouw Morris geen gehoor gaven. Een chasseur geloofde, dat majoor Owen en mevrouw vóór in den middag uit waren gegaan met den wagen van juffrouw Morris hij had hooren zeggen, dat zij allemaal om half zeven thuis zouden zijn. Ronnie ging in een kalm hoekje zitten, bestelde iets te drinken en begon een geïllustreerd blad door te kijken. Het was een warme middag, de stad deed drukkend en stoffig aan, nu hij van het frissche land kwam. Wel een verande ring, maar geen verbetering „O nee, laat mij maar toekijken...." Ronnie ontdekte, dat hij zat te luisteren naar die andere stem de stem van een meisje, dat met iemand anders was binnengekomen, om een cocktail te drinken. „Merci, ik niets 1 Ik ben strikt geheelonthouder tot morgenavond." Gewone woorden maar de muzikale klank van iedere lettergreep boeide Ronnie Owen, terwijl hii verstrooid naar de foto's in het blad. keek. Een mannenstem zei iets over „plankenkoorts". „Praat er niet van. Ik weet gewoon geen raad," antwoordde die bekoor lijke meisjesstem, die het eerst gesproken had. Zeker een actrice.... Ronnie was benieuwd, of het er een zou zijn, die hij herkennen kon. Voorzichtig keek hij om zijn krant heen. Hij zag een spiegel hangen, schuin, half verborgen door een mand met hangplanten maar hij zag er niet veel meer in dan de schoenen van het tweetal. „Maar dat gaat toch zeker op den eigenlijken avond wel over?" hervatte de ongeziene jongeman. „O Terry, dan wordt 't juist nog veel erger! En dan is 't nog niet uit. Ik blijf sidderen en beven, tot 't stuk minstens drie dagen geloopen heeft. Soms denk ik ineens onder de voorstelling ik blijf steken ik val er bij neer ik maak mezelf belachelijk en Leslie en iedereen...." „Onzin. Je zult 't er heel best afbrengen. Vindt Trentham zelf, dat de repetities nogal goed gaan („O Dus 't is dèt stuk I" dacht Ronnie.) „Leslie is net als altijd. Hij zegt dat van alles, van zijn eigen rol af tot de twee regeltjes, die hij mij gegeven heeft, geen steek deugt." „EchtEnfin, Minima, ik ben blij, dat ik je weer eens getroffen heb, maar ik.... of ga je mee naar..." „Kan onmogelijk. We hebben vanmiddag pas in costuum gerepeteerd Vanavond weer repetitie om zeven uur notabene Maar ik wou hier eerst nog een paar menschen treffen." „Nu, tot morgenavond dan. Ik kom natuurlijk vooraan zitten we hebben al tien dagen geleden plaatsen genomen en ik zal klappen als 'n idioot Zeg, kun je nu echt niet.... loop dan ten minste mee naar de deur." De twee stonden op en liepen langs Ronnie, die juist op tijd zijn krant had neergelegd, om een uitste kenden kijk te krijgen op juffrouw Morris, die naast een lang jongmensch liep. „Kan niet 1" dacht Ronnie. „Onmogelijk! 't Is een obsessie. Ik denk te veel aan haar." Maar het was geen vergissing. Het meisje in 't wit wendde in 't voorbijgaan 't hoofd. Zij zag Ronnie zitten en de krant van zijn knieën op den grond vallen. Zij zagen elkanders oogen. Er schenen in 'n paar seconden nog wel honderd andere dingen gebeurd te zijn. „O! Goeden avond," zei Ronnie, beleefd op staande. „Hoe maakt u 't

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 12