NIEUWE CARNEERINCEN NIEUWE HOEDJES NUTTIGE WENKEN VRIJDAG 9 FEBRUARI 1934 No. 37 521Avondjapon van effen zijde met kinomo-mouwen van gestreepte zijde. 531. Japon van dof satijn met losse pelerine glanzend satijn. 540. Namiddagjapon van zijde, met ceintuur, kraag en gedrapeerde mouwen van afstekende kleur. In allerlei nieuwe garnee ringen van schouders, mouwen en halsopeningen kunnen we 'n hulpmiddel vinden voor het opknappen van toiletjes, die, nu het seizoen reeds zoo ver ge vorderd is, veel van hun frischheid hebben ver loren. 'n V-vormige halsopening kan men, boven de halsuitsnijding, 'n hoogen boord geven, wat heel modieus is. Een vierkanten hals kan men om geven met 'n draperie van zijde of tule. Voor middagtoiiet hebben Fransche couturiers verschillende japonnen ontworpen met hoogen boord. Soms bestaat die uit 'n galon of uit gebouil- lonneerde zijde, ofwel, wanneer hij in de stof van de japon genomen is, wordt de boord vaak opzij met 'n paar lussen afgewerkt. Ook allerlei kraagjes, glad of geplisseerd, kunnen een japon alleraardigst opfrisschen, evenals de jabots, welke bij de nieuwe ontwerpen soms, in plaats van va.) voren, op den rug worden aangebracht. Dan zijn er de mouwen, die op allerlei wijzen versierd kunnen worden, waarbij aan de japon weer 'n eenigszins nieuw aspect wordt gegeven en last rot least de schouders, die ook in vele der allernieuwste Parijsche modellen nog druk gegar neerd worden. Men zal er echter goed aan doen, zulke garneeringen zoodanig aan te brengen, dat ze verwijderd kunnen worden als deze mode weer heeft afgedaan. Wat weer in de mode komt is het schootje, dat soms een verlenging vormt van de taille, soms ook slechts door open randen of plooitjes of iets dergelijks wordt gemarqueerd. Volgens het model van de hierbij afgebeelde avondjapon kan men een japon, die 'n opfrissching noodig heeft, veranderen door de kimonomouwen van gestreepte zijde, welke heel de japon 'n ander aanzien geven. Voor deze mouwen heeft men 1.50 M. gestreepte zijde noodig van 1 M. breedte. Voor de japon zelf heeft men 3.50 M. noodig. Volgens ons tweede model kan 'n eenvoudige japon worden gerenoveerd door de gedrapeerde mouwen, de halsafwerking en de ceintuur van zijde in donkerder tint dan de japon, ofwel van gekleurde zijde bij 'n zwarte japon. Voor deze japon heeft men 5 M. zijde noodig van 1 M. breedte. Het derde hierbij afgebeelde japon model heeft 'n losse pelerine, opzij vast gestrikt. Maakt men dit toilet van zijde of crêpe met 'n glimmenden en 'n doffen kant, dan kan men de japon dof nemen en de pelerine glanzend. De laatste zou men echter ook kunnen nemen van meer af stekend materiaal, zoodat men er ook een oude japon, die een opfrissching noodig heeft, mee kan vernieuwen. Voor deze japon heeft men 4 M. stof noodig van 1.30 M. breedte. Hoedjes en voiles. De kleine voile, die dezen winter reeds veel gedragen wordt, vinden we ook weer terug bij de nieuwe voorjaarshoedjes, waarvan ze soms een geheel erbij behoorend onderdeel vormen. Hier is, bijv., een soort matrozenpetje van stroo met garneering van ribslint, opzij in den vorm van 'n paar veertjes omhoog gestoken. Bij dit aardige hoedje behoort 'n voile, waarop, aan één kant, 'n anker gebor duurd is. Het breton model van onze tweede afbeelding werd ontworpen door het Parijsche modehuis Marthe Rivière. Dit hoedje van glanzend zwart satijn is gegarneerd met rood fluweel. Er wordt 'n kleine voile bij gedragen met zéér wijde mazen. PAULA DEROSE. Wan alle in deze rubriek afgebeelde kostuums, die ontleend zijn aan het mode-album Winterweelde", zijn patronen verkrijgbaar tegen den prijs van 35 ct. voor mantels en japonnen en van 20 cents voor rokken, blouses, kleine avondjasjes en kinderkleeding. Bij bestelling vooral op geven de gewenschte maat: 42, 44, 46 of 48. Voor blouses zijn alleen voorradig de maten 40, 42, 44 en 46. CORRESPONDENTIE Aan verschillende lezeressen. De babykleertjes waarvan de beschrijving voorkomt in onze nummers van 12 en 19 Jan. j.l. zijn bedoeld voor 'n baby- uitzetje, dus voor kindertjes in het eerste levens jaar. Deze kleertjes moeten luchtig gebreid worden wie dus gewoon is vast te breien neme wat grove pennen ofwel zet wat meer steken op. Het juiste aantal steken voor 'n breiwerk kan, zooals ik reeds vaak gezegd heb, nooit precies worden opgegeven, omdat de eene veel losser breit dan de andere. Wie heel zeker wil zijn, breie eerst 'n proeflapje, waarnaar men precies kan uitmeten hoeveel steken er op 'n centimeter komen en hoe veel men er dus voor 'n bepaalde maat moet op zetten. In de beschrijving van het baby-jasje is echter een zetfout ingeslopen. Er staat: 13de toer: 3 r. 4, draad omslaan enz. Dit moet zijn 3 r., draad omsl. enz. 4 valt dus weg. De dame, die vraagt hoe men 'n picot maakt, heeft de beschrijving van den jumper van lersche kant in ons nummer van 19 Jan. j.l. niet goed gelezen, want er staat, tusschen haakjes, bij hoe men 'n picot maakt. Nieuw Parijsch hoedje van glanzend zwart satijn, gegarneerd met rood fluweel en met 'n kleine voile met zeer wijde mazen. 'n Halven vasten st. maakt men door den steek ineens door te halen. Een ovaal gehaakt kleedje kan men heel goed maken met gehaakte figuren voor lersche kant, zooals we die hier al meermalen hebben beschreven. THÉRÈSE. Het onderhoud van een trap eischt veel tijd en 't is daarom vermeldenswaard dat er hulpmiddelen verkrijgbaar zijn, die de huisvrouw dit werk ge makkelijker maken. Allereerst een driekantig koperen plaatje, bedoeld om de lastige hoekjes af te ronden en daardoor stofnesten te voorkomen. Voorts traplooper-klemmcn, die roeden vervangen. Wanneer men den looper opneemt, zet men de klem omhoog. Men bespaart hierdoor tijd bij 't loopers opnemen en leggen. Traptreden, bedekt met linoleum, zijn in den regel afgewerkt met koperen banden. Behalve 't werk van poetsen leveren ze nog een groot gevaar van struikelen. Men kan deze koperen banden vervangen door rubberbanden, die in verschillende kleuren verkocht worden. Voorjaarshoedje van stroo naar het model van een matrozenpet met geborduurd anker op de bijbehoorende voile.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 18