Hè, saai riep mevrouw Owen uit. Evangeline zei „Heb je er wel om gedacht, dat vanavond die voorstelling is?" „Ik kom heusch wel 1 Reken maarHad ik heusch wel om gedacht. Dus dan zien we elkaar daar hè? Ik heb 't nou eenmaal beloofd Drie Owens dachten eenstemmig „Haar galant", en zeiden niets meer. Mevrouw Owen drong nog even aan: „Dus we zien je in den schouwburg, hè Beloven I" Met een guitig lachje beloofde juffrouw Morris, dat zij haar in den schouw burg zien zouden. Ronnie Owen, die precies om zeven uur kwam om -met zijn familie te dineeren, scheen de eenige te zijn, die zich de afwezigheid van Minnie niet aantrok.' Het kostte hem een beetje moeite, het gesprek van het onderwerp juffrouw Morris af te houden. Hij kreeg al een gevoel, alsof hij een beetje medeplichtig was aan het poetsje, dat de kleine bedriegster hun bakken zou. Hij was de eenige van hun. vieren,'die de waarheid wist over die juffrouw Minima Starr wist, hoe zij als „Minnie" in leugen geleefd had, van het oogenblik af, dat zij den eersten stap zette over zijn vaders drempel. Zelfs de schoenen, waarmee zij dien stap gezet had, waren tooneelschoenen geweest. Wat zouden nu in s hemelsnaam zijn ouders wel zeggen, als zij merkten, wie die actrice was, die juffrouw Starr met haar charmante stem? Ronnie zelf zou allemachtig blij zijn, als hij den laatsten klank van die bedrieglijke stem gehoord had, en nooit meer hoefde te kijken in dat kleine, spottende, zoo verlokkende gezichtje. Hij zou blij zijn, als die beroerde avond voorbij was. Hij zat zelfs te bedenken, hoe laat-hij nog met eenig fatsoen zou kunnen komen. „Laten we er maar zoo vroeg mogelijk heengaan," verzocht mevrouw Owen, begeerig als een schoolmeisje naar haar eersten avond uit. „Ik heb nog nooit van mijn leven in een loge gezeten, Ronnie. Ik wou, dat jij er ook een beetje blijer om keek, jongen." De Owens zaten in hun loge. Lang vóór de zware dofgouden gordijnen opzij schoven, vóór de leden van het orkest hun plaats innamen onder de palm bladeren, was er een voorstelling begonnen, die min stens twee schouwburgbezoekers zeer boeide. Opge wonden bogen Evangeline en haar moeder zich over den rand van hun loge heen. ,,'t Loopt nogal hè? 't Zal wel stampvol wor den.... Kijk! Zie je dien hermelijnen mantel Zeg, Robert, hoe zou 't toch komen, dat de menschen nu nog veel kostbaarder kleeren dragen dan vóór de crisis." „Ja, dat weet ik ook niet. Ik heb mijn smoking van negentien-elf nog aan." „Wat een prachtige japonnenO, zit Minnie daar nfet, heelemaal vooraan.Nee, 't is wel een roode japon, maar 't is Minnie niet. Waar zou Minnie toch zitten Dat kon Evangeline onmogelijk raden. Het meisje, waarop zij wachtten, wachtte „achter". Bevend, voor haar optreden gekleed, lag zij op den divan in haar kleedkamer. „Wat moet ik beginnen, als mijn stem 't niet doet, als ik geen woord kan uitbrengen en geen vinger bewegen Ik heb net een gevoel of ik nooit meer op kan staan. Hoe laat is 't, Ellen De twee dames, die uit de loge leunden, hadden het veel te druk met kijken, om een oog te slaan in het programma. Ronnie, die achter hen stond, had dit aanstonds opengeslagen. De naam, dien hij zocht, stond er tweemaal. In de rolverdeeling van Hondenleven stond zij „Het meisje van den kennel.... Minima Starr." En verderop deze verrassing No 1 4 „Vóór den aanvang zal Minima Starr u met voordracht kW. li trachten bezig te houden." „Hé!" dacht Ronnie. „Wat gaat ze nu uithalen?" Met groote ergernis voelde hij, dat hij haast niet wachten kon, tot zij verscheen. Hij was woedend geweest bij haar ontmaskering in de veranda van het hotel, en woedend had hij zich den heelen volgenden dag met zaken en oude vrienden bezig gehouden. Maar van tijd tot tijd waren gedachten aan haar in hem opgekomen en her inneringen aan Minnie Morris. Dat beeld van Minnie Morris had zij verwoest 1 Weg waren de kracht en de natuurlijkheid, die hem zoo hadden aangetrokken. Wat hij in haar gezien had, dat was zij niet. Dat was zijn groote ergernis. En vervolgens die gedachte was zeer pijnlijk haar gevoelens voor hem waren niet de warme, onuitgesproken, spontane sympathie, die hij had meenen te ondervinden. Het was tooneelspel. Toóneelspel 1 Door het geroezemoes van het publiek heen klonk het stemmen van violen. „Straks begint 't 1 En Minnie is er nog niet Waar zou ze toch zijn Dat die vrienden van haar haar ook zoo ophouden. Of zou ze de loge niet kunnen vinden „Ze weet haar weg heel goed," zei Ronnie beslist. O ja 1 Die juffrouw Starr wist haar weg. Hèm had zij nooit meer noodig. „Misschien is ze door de gangen aan 't dwalen. Zou je niet even gaan kijken, Ronnie „Nee, moeder, dat hoeft heusch niet. Maak u maar niet ongerust. U ziet haar gauw genoeg." Uit ging het licht. De muziek zweeg. Het geroezemoes hield op. Als twee dofgouden, terugvloeiende golven schoven de groote gordijnen open en zij zagen haar 1 Tot hun diepe verbazing zagen zij, daar beneden op het tooneel, Minnie, hun Minnie, hun tweede meisje, precies zooals zij er had uitgezien al die weken in dit voorjaar, toen zij met piepende schoenen had rondgestommeld in het vochtige keukengebied van Bringwyn. Zij had die schoenen aan. Zij droeg een van die bekende katoenen japonnen, die er uitzag, alsof ze haar achterstevoren aanhad. Zij droeg dat bekende bijna-witte schort, en daar overheen een smerig blauw schort. Zij had een bril op. En op touwig, kleur loos haar droeg zij weer die ongelukkige muts. KORTE INHOUD VAN HET VOORAF GAANDE. De verarmde familie Ouren, de majoor, zijn vrouw, Ronnie de zoon en Evan geline de dochter, leven met Margaret de keukenmeid en Minnie het tweede meisje op „Bringwyn"een vervallen landgoed. De Sweepstake is op komstallen hebben een lot en men leeft in spanning. Door de radio hoort de familie het verslag van de race en dan blijkt, dat het tweede meisje den hoofd prijs heeft gewonnen. Minnie s hoogste ver langen blijkt te zijn als betalend logé in den familiekring der Owens te worden opgenomen. Hetgeen haar wordt toegestaan. Bij het eerste bezoek van de Owens aan de familie Hamble, met wier zoon Cedric Evangeline verloofd is, brengt Minnie de aanwezigen door haar ge drag telkens in angst. Zij is ook de oorzaak, dat Evangeline dien middag haar verloving verbreekt. Haar geld laat Minnie beheeren door de firma, waar Ronnie bij in dienst is. Nadat de moeder van Cedric. uit wraak, tevergeefs heeft geprobeerd Minnie van dief stal te beschuldigen, brengt het dienstmeisje een bezoek aan de woning van sir Leslie Trentham in Londen. Daar blijken haar waar beroep en haar ware naam. Ronnie evenwel begint argwaan te krijgen en wordt jaloersch, vooral als Minnie het voor doet komen of ze verloofd is. Hij ontdekt ten slotte de ware toedracht van alles en tusschen hem en Minnie komt het tot 'n hatelijke uiteenzetting. Er ging een roering van genoeglijkheid door de zaal bij den aanblik van het gecostumeerde keuken slaafje er klonk applaus van een bevriend groepje in de stalles Alleen in de loge der Owens werd de verschijning der voordraagster met volslagen stilte begroet. Minnie, Minima Starr Dus dót Zooals er verdriet is, te groot voor tranen, zoo is er verbazing, die zich niet uitspreekt, die versteent. Zoo zaten alle vier de Owens roerloos, gewoon kijkend. Zelfs de bekende, schorrige stem van hun Minnie klonk door de schouwburgruimte, zooals zij thuis door de bij keuken had geklonken „Bestig hoor.... groot gelijk.... ik zei d'r om denken, hoor. Maar er was even iets bevends in het woord denken een slecht teeken voor Trentham. „Als ze 't maar haalt 1" dacht hij. Zij was tenslotte zijn pete kind en het kind van zijn beste vrienden. Tusschen de coulissen stond hij gespannen toe te zien. Minima had zoo'n pleizier gehad in deze rol. Maandenlang had zij het leven van haar eigen model geleefd dan kon zij het wel naspelen ook, had zij gedacht. Maar nu werd er een scherpe lichtbundel op haar gericht, zooals de koplichten van een auto het bange konijntje op den weg bestralen 1 Nu keek zij in die uitgestrekte, warm-schemerige holte, met rijen en rijen bleeke plekken het duizendhoofdige publiek 1 Dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 12