VROUWENLEVEN N' OVERCANCSTOILET NIEUWE ZOMERHOEDEN VRIJDAG 16 FEBRUARI 1934 No. 38 Van alle in deze rubriek afgebeelde kostuums, die ontleend zijn aan het mode-album Winterweelde", zijn patronen verkrijgbaar tegen den prijs van 35 ct. voor mantels en japonnen en van 20 cents voor rokken, blouses, kleine avondjasjes en kinderkleeding. Bij bestelling vooral opgeven de gewenschte maat: 42, 44, 46 of 48. Voor blouses zijn alleen voorradig de maten 40, 42, 44 en 46. aast de nieuwe zomerhoeden zijn het in de eerste plaats de z.g. over gangstoiletten, die onze speciale aan dacht vragen de manteljapon, de een voudige lange mantel, die men nog tot in het late voorjaar kan dragen en het man- teicostuum. Vanzelfsprekend komt bij de gedachte aan een mantelcostuum het chapiter blouse weer op den voorgrond en hiervoor wor den dan ook telkens weer nieuwe modellen gelanceerd. De casaque, de tunique en de blouse met schootje zullen in het komende seizoen veel wor den gedragen, en ontegenzeglijk laat zoo'n blouse met verlengstuk de meeste figuren voordeeliger uitkomen dan de blouse welke slechts precies tot aan de taille reikt, ofschoon deze weer meer geschikt is voor jonge en slanke figuurtjes. Hierbij geven we nog 'n paar afbeel dingen van blouses, die zeker bij velen in den smaak zullen vallen. Het eerste model van soepele zijde wordt van voren met knoopjes en knoopsgaten geslo ten. Het heeft wijde mouwen, 'n aar dige schoudergarnee- ring en 'n staand kraagje, van voren vastgestrikt. Voor deze blouse heeft men 2.25 M. zijde noodig van 95 c.M. breedte. Ons tweede model, van eenvoudige dunne stof, heeft in het voorpand 'n drie hoekig inzetsel, dat in 'n punt doorloopt tot aan den hals, die met 'n liggend kraagje en 'n zijden strik is afgewerkt. De lange nauw sluitende mouwen zijn met knoopjes versierd en verder gegarneerd met 'n paar een voudige epauletten. Voor deze blouse heeft men 2 M. stof noodig van 1 M. breedte. De hierbij afgebeelde man tel, van blauw laken, is er een van de soort, die uitste kend geschikt is voor den overgang tusschen koude en minder koude dagen en die eigenlijk 't geheele jaar door nu en dan kan worden gedragen. Deze mantel heeft 'n eleganten pas met aangeknipte epau letten en is gegarneerd met 'n skunkskraag. Men heeft ervoor noodig 3.25 M. stof van 1.40 M. breedte. PAULA DEROSE. 562. Mantel van blauu- laken met aangeknipte epau letten aan den pas. en gar neering van skunkskraag We zijn er, sedert jaren al, aan gewend dat de eerste nieuwe zomerhoeden verschijnen als de koude winter nog steeds verlangen doet naar de beschutting van 'n bontmantel. En we zijn ook reeds zoozeer gewend aan de combinatie bontmantel en zomerhoed, dat we die allerminst belachelijk vinden. Den warmen mantel kunnen we nog niet ont beren, maar door 'n nieuwen zomerhoed daarbij trachten we onze uiterlijke verschijning op te frisschen en te verjongen, zoodra de lente zich, zij 't ook nog maar heel in de verte, begint aan te kondigen. Eerst hebben we dan nog wel de overgangs hoedjes aardige kleine dopjes, niet zoo geheel wintersch, maar toch ook niet ge schikt voor den zomer, zooals het hierbij afgebeelde modelletje van ingerimpeld flu weel, een créatie van het Weensche mode huis Johanna Loew. Dit hoedje, in den vorm van 'n halven cocösdop, met een doorgestoken veerengarni- tuurtje op den bol, zou, dunkt me, door han dige vingers gemakkelijk kunnen worden nage maakt. Dan komen de echte strooien zomerhoeden. We geven hierbij de afbeelding van 'n zeer origineel model, met breeden neergeslagen rand opzij en van achteren, en van voren zoo ver omgeslagen, dat het geheele voorhoofd en zelfs nog 'n gedeelte van het haar onbedekt blijven. De garneering van dezen hoed ligt voornamelijk in den strooien vorm zelf, die op elegante wijze is geplooid en die ter verdere versiering enkel 'n ingestoken speld be hoefde. Zeer elegant is ook het strooien hoedje van onze tweede afbeelding, waarvan de rand opzij is omgeslagen. Ook dit hoedje heeft 'n ingestoken speld ter versiering, terwijl de garneering in hoofd zaak bestaat uit de bijbehoorende, eenigszins stijf uitstaande voile van paardenhaar. Voorjaarshoedje van ingerimpeld fluweel met een doorgestoken veerengarnituur Nieuw strooien hoedje met breede randen opzij neerhangend en van voren ver omgeslagen. Zwart strooien hoedje met omgeslagen rand en bijbehoorende voile van paardenhaar. 595. Blouse van soepele zijdegeslo ten met knoopjes en knoopsgaten. Staand kraagjevan voren vastgestrikt. 596. Blouse van dunne wollen stof met 'n puntig inzetsel in het voor pand, dat doorloopt tot aan den hals, die met een liggend kraagje en een zijden strik is afgewerkt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 18