No. 38 VRIJDAG 16, FEBRUARI 1934 Na anderhalf jaar gebeurde er iets ergs. John Blaise kwam eens vroeger dan gewoonlijk thuis hij vond er, behalve zijn vrouw, diens zuster en den vroegeren aanbidder van Agnes, 'n zekeren Arrol. Zoo gauw luj hen zag, werd Blaise woedend hij kreeg dadelijk vermoedens, die ongegrond waren, want Angela Lind had Arrol meegenomen. Blaise, in zijn jaloersche liefde, die al zooveel kleine plagerijtjes en vinnigheden had moeten verduren, vooral van Angela Lind, kreeg woorden met haar en Arrol de twee mannen werden driftig, gingen elkaar te lijf, en een klap van Blaise, die ongelukkig aankwam, werd het begin van 't drama. Arrol viel, kwam met zijn hoofd tegen den tafel poot. Hersenschudding. Drie dagen later was hij dood. Voor de rechtbank deed Angela Lind haar best, om Blaise zoo zwart mogelijk voor te stellen hij zelf was zoo versuft en geslagen door de gebeurtenissen, dat hij bijna niets zei. Zoo kwam het, dat hij tot twintig jaar gevangenis werd veroordeeld. Een half jaar later werd zijn dochter geboren. Agnes,-die na net vreeselijke ongeluk zwaar ziek was geweest en nooit heelemaal hersteld was, overleefde de geboorte van haar kind maar een jaar. Haar zuster Angela nam het kind mee en sindsdien hebben we nooit meer iets van haar gehoord, evenmin van de familie van haar moeder. Angela Lind was zoo vervuld, zoo bezeten kan ik wel zeggen, van afschuw van haar zwager en diens familie, dat zij zelfs den naam van het kind veranderde. Het meisje mocht niet Blaise heeten zij werd grootgebracht als Paula Lind." Paula schrok zoo van die onthulling, ofschoon zij die reeds half had ver wacht, dat zij met een schorren kreet opsprong uit haar stoel en op den advo caat toeliep. „Dus," stamelde zij, „dusDaarom wou tante Angela nooit iets over moeder vertellen? En John Blaise, ik bedoel vader.... Philip Dacre leidde haar terug naar den stoel en gaf haar iets te drinken. Teeder hield hij zijn hand tegen haar gloeiend voorhoofd. „Kalm blijven," vermaande hij, „kalm blijven.... Paula." Zij glimlachte flauw, toen hij haar voor 't eerst bij haar voornaam noem de, maar zij protesteerde er niet tegen, hetgeen Dacre met voldoening opmerkte. „Ik ben kalm," fluisterde zij, „tenminste ik doe m'n best, maardus dat is vader....?" De advocaat kuchte eens. „Vanavond heeft u uw vader ontmoet, tenmin ste als u werkelijk juffrouw Paula LindZiet u, wij weten ook nog niet lang, dat John Blaise een dochter had. Ook dat heeft Angela Lind voor ons verborgen gehouden." „Hoe bent u er dan achter gekomen vroeg Dacre. „Toen onze cliënt weer vrij kwam, dus kort geleden, vonden wij het beter, dat hij zijn naam veranderde. Dat gaf natuurlijk 'n massa formaliteiten met alle acten en papieren voor alle huizen en eigendommen aan het Moleneind en bij dat snuffelen vond Host ook een oud papier, waarbij een stuk grond van het Moleneind werd toegewezen aan zijn dochter. We hadden nooit iets van een dochter gehoord, maar toen wij dat lazen, moesten we op onderzoek uit. Host heeft dat gedaan op zijn gewone, voorzichtige manierhij had al gauw uitgepluisd, bij oude vrienden van de Linds en van Blaise, dat er een dochtertje bestond. Haar tante had 't, na haar moeders dood, zoo goed geheim weten te houden, dat niemand 't bijna wist." „Dat neem ik direct aan," merkte Paula op. „Tante Angela is goed voor me geweest, maar zoo weinig als ze mij heeft verteld, toch begreep ik wel, dat ze niets met vader te maken wilde hebben. Ik wist niet beter, of ik heette Lind." ,,'t ls wonderlijk, maar waar," zei de advocaat. „We hebben dus gezocht en gespeurd naar Blaise's dochter, alles in stilte natuurlijk, want het kleine stukje grond aan het Moleneind had na de bebouwing een hooge waarde ge kregen, hoog genoeg om bedriegers te lokken. Op 't laatst vonden we het meisje nog wel in een der flats van haar vader aan het Moleneind. Daarna hebben we nog lang alle mogelijke bewijzen gezocht, want we moesten natuurlijk absolute zekerheid hebben, dat we de dochter van onzen cliënt gevonden had-, den, niet een bedriegster." „Hebt u dat onderzoek zelf gedaan vroeg Dacre. „Nee," antwoordde mr. Grave waardig. „Host heeft alle werk gedaan. U begrijpt dat in een zaak als de mijne, ik al dat werk...." „Natuurlijk niet," zei Dacre. „Maar wanneer hebt u het meisje dan voor het eerst ontmoet „Host heeft eerst alles uitgezocht en informaties genomen, en toen moest het bericht over de terugvinding van zijn dochter nog aan John Blaise ge- brach: worden. Hij had zijn kind in de gevangenis nooit gezien. De eerste jaren vrozg hij het enkele keeren, maar Angela Lind antwoordde eenvoudig niet op die brieven. Toen hij vrij kwam, is hij dadelijk naar ons kantoor gekomen, en daar ontmoette hij zijn dochter." ,,'n Roerende plechtigheid vroeg Dacre grimmig. „Zeer roerend," antwoordde de advocaat stijfjes. „John Blaise herkende zijn dochter dadelijk zij leek sprekend op zijn vrouw. Een slank meisje, zoo iets als. De advocaat, die al eenige keeren Paula had aangekeken, of hij niet wist welke houding hij tegenover haar moest aannemen, zweeg eenigszins verlegen. Dacre kwam hem te hulp. „Zooiets als deze dame," zei hij, op Paula wijzend. „U kunt vrij uit spre ken, waar juffrouw Lind bij is." Mr. Grave verschoof onrustig op zijn stoel. „Ik moet toegeven, dat de dame lijkt op de dochter van onzen cliënt," gaf hij toe zijn stem klonk geërgerd. „Overigens lijkt 't me hier niet de plaats om ongepaste grapjes...." ,,'t Is niet gebleven bij grapjes," viel Dacre nijdig in. ,,'t Is een fielten- streek, schurkerij in 't groot." Woedend vloog mr. Grave overeind, maar Dacre liet herti geen tijd één woord te uiten. „Neemt u 't me niet kwalijk, mr. Grave u begrijpt 't verkeerd. Dat was De brag te Kortenhoef wordt nog met handenkracht bewogen. „Dat wordt 'n sensatie," fluisterde Dacre vlug tegen Paula. Het werd inderdaad sensationeel. Ds, advocaat, die begrijpelijkerwijs eerst geen inlichtingen wilde geven, luisterde maar liever pas toen Dacre iets verteld had over Paula's ontvoering door Host en de dubbelgangster, werd hij spraak zamer, daar hij begreep dat het geheim van reeds gepleegde en nog vermoede misdaden anders niet opgelost kon worden. „Op de eerste plaats: wie is eigenlijk John Blaise?" vroeg, Dacre. „Is dat andere meisje een valsche dochter, ik bedoel, is er een dochter voor wie zij zich uitgeeft?" „Meneer John Blaise, onze cliënt," vertelde de advocaat, „is de zoon van Tom Blaise, die bijna zijn leven langje toen vrijwel waardelooze weilanden van het Moleneind in eigendom had. John Blaise erfde ze van hem hij zag ook geen kans om er wat behoorlijks mee te doen, en hij ging andere zaken opzetten, waarvoor hij een kantoortje had bij de Zeven Straten. De zaken gingen niet schitterend en 't Moleneind wou maar steeds niets opbrengen, maar hij was optimist, en hij was niet bang voor de toekomst, ook niet met z'n tweeën. Hij trouwde met Agnes Lind „Lind? Lind?" Paula sprong op van haar stoel in felle opwinding. „Ik heet ook Lind.I" „Ja, juist.antwoordde de advocaat weifelend. „Agnes Lind was een dochter uit een oude magistratenfamilie hier uit Londen ze waren erg tegen het huwelijk met John Blaise, vooral haar vader en haar zuster Angela. Er was een andere candidaat, een rijke koopmanszoon, dien Agnes' vader veel liever als schoonzoon had, maar zij verzette zich en bleef zich verzetten, en het eind was dat zij trouwde met Blaise. Het was een gelukkig huwelijk, maar de familie wou het niet erkennen, vooral Angela Lind niet. Zij bleef bij haar overtuiging, dat Blaise haar zuster niet waard was, en dat verklaart ook mis schien haar houding later, diewel, die niet heelemaal goed te keuren is, en die ook niet volkomen normaal is. Toen haar vader bijv. later failliet ging, gaf zij de schuld daarvan aan John Blaise, die er natuurlijk part noch deel aan had. Maar als Agnes den rijken koopman getrouwd had, redeneerde zij, was zij nu niet arm geweest

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 29