"DE KUNST VAN EEN STERVEND VOLK W>w 1 eilanden, ten Noordoosten van Vancouver Island, gesne- g den door de Kwak ui tl In dianen. Een dorpsstraat in het Indianenreservaat van Kispaiox. rijk met totempalen versierd Een leeuw, die opgericht werd voor den moedigen Indiaan, die eens zoo'n heest gedood had. De prachtige totempalen werden opgericht, wanneer een voornaam lid van den stam was gestorven. Dit gedenkteeken om den doode te eeren werd niet vervaardigd door zijn zoon, maar door zijn neef, daar de erfopvolging bij de Indianen altijd bij de familie van de vrouw berust. Door het oprichten van een totempaal geloofde men den goeden geest van den overledene wederom te „van gen" en gebruikte hem dan als schutspatroon voor het dorp. Deze opvatting van het ten leven wekken van dooden door middel van de kunst is een der voornaamste drijfveeren geweest voor het uitoefe nen van de beeldhouw- en houtsnijkunst. Het totemfeest werd meestal pas twee jaren na den dood van den Indiaan gevierd. Het vervaardi gen van een totempaal, dat slechts door een persoon geschiedde, eischte veel tijd, en bovendien moest Een beeldhouwwerk feen boot met volle bemanning) door de Haida-Indianen uit bergsteen vervaardigd. Evenals in de meeste landen van Europa, sterft ook in Ameri ka de volkskunst uit. Zoo ook weten de Indianenstammen, die aan de kusten van den Stil len Oceaan, in het Wes ten van Canada wonen, dat hun kunst, die in tra ditie en gemeenschappe lijke afstamming wortelt, niet meer vernieuwd kan worden en ten doode is gedoemd. Van deze Indiaansche kunstvoortbrengselen, die geleerden onderzoekers aanleiding geven een stamverwantschap tus- schen Indianen en Mongolen aan te nemen, zijn behalve de totems, mas kers en houtplastieken, ook de kost bare weefsels bekend.Het is niet juist te gelooven, dat alle Indianen zich met veeren tooiden. De stammen in Westelijk Canada hulden zich alleen bij feestelijke gelegenheden in wijde gewaden een tooi van veeren kenden zij niet, daarente gen we maskers van bescherm goden en daemonen, welke zij zich voor het gelaat bonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 4