H ET VERLEDEN KEERTTERUG JB 1 is de titel van onzen nieuwen roman. Het verhaal, dat in Ber lijn, kort na den oorlog speelt, heeft een uitermate spannend verloop en zal onze lezers zeker tot het onverwachte slot weten te boeien. No. 39 VRIJDAG 23 FEBRUARI 1934 1263 „Dat begrijp ik niet. Wegloopen voor die arme kleine onnoozele Minnie. „Onnoozel Ha ha Onnoozele kleine Minnie Zoo onnoozel, dat ik maken moest, dat ik wegkwam." „En ik dacht nogal, dat u haar wel mochtIk dacht, dat u goed met haar overweg kon, een zekere vriendschap voor haar voelde dat u zich, zooals 't arme schepsel het zelf eens heeft uitgedrukt, thuis met haar voelde." „Toen u mijn moeders dienstbode was, en zoo'n lastige hoeveelheid geld kreeg, heb ik in goed vertrouwen een ambt op me genomen. Ik behartigde uw zaken, ik.ik sprak u nogal dikwijls." Hij lachte even. „Ik heb u gewaar schuwd tegen gelukzoekers. Wat zou"*t wel geleken hebben, als ik u zelf lagen begon te leggen, nadat ik andere gelukzoekers van de baan had gewerkt „U dacht er alleen maar aan, wat 't wel lijken zou en die arme kleine Minnie verbeeldde zich, dat u een eervolien aftocht blies, omdat u dacht; dat zij met den melkboer verloofd was. Maar u bent.. Luid geschreeuw buiten: „Minima! Min! Juffrouw Starr.... Min! Ben je haast klaar Ellen, wil je vragen of ze voortmaakt Hoe lang heb je nog werk „Tien minuten vijf minuten." De stemmen stierven weg. Minima wendde zich weer naar Ronnie. „Als 't dan een vlucht was, waarom bent u dan teruggekomen „Dat weet ik niet," zei Ronnie kortaf. Toen stak hij de hand in zijn binnenzak, haalde zijn portefeuille te voorschijn, en nam er een blaadje papier uit, met het schrift, dat waardig was in een melkboekje te prijken. „Hebt u dat bewaard ,,'t Is 't eenige, wat ik bewaren kan." Ze zei niets. „U zult toch wel inzien, dat 't een onmogelijk scheeve toestand is 1" Ze zei niets. „Het is zoo'n toer," klaagde hij bitter, „om woorden te vinden voor iets, dat je eigenlijk niet zeggen wilt. Dat ellendige geld van de Sweep is al erg genoeg. En dat je 't hotel betaald hebt, en een auto, en allerlei dure aardig heidjes. Mijn familie heeft ook al gezegd dat kunnen we ons geen minuut meer laten welgevallen. Maar nu vanavondSnap je dat nu niet Zij luisterde beleefd, het bruine, glanzende hoofdje wat opgeheven maar haar blik kwam niet hooger dan zijn das. „Nu is 't nog veel erger," zei Ronnie heftig. „Dat geld had er nóg niet zooveel op aan gekomen. Dat was een meevallertje, een toevallige omstandig heid. Maar nu die carrière daar overheen 1 Beroemd, in de mode, alle deuren voor je open, iedereen wil je kennen. Letterlijk alles heb je. En ik heb niets. Ik ben een nul en ik bezit geen penny. Dus ik.Luister je niet „Ja! O ja!" Zij glimlachte warm. ,,'t Eene maakte het me nog onmogelijker dan het andere, om iets te doen. Je was het rijke meisje, een cliënt, en een anders verloofde, dacht ik. En nu ben je waarachtig het succes van den dag 1 Geloof me, engel. Luidruchtig kuchte hij, in de hoop, dat zij niet had gehoord, wat hem ontsnapt was. Met een onschuldig gezicht greep zij haar avondtaschje. „Ik kan het je haast niet eens zeggen, zonder een schijn te wekken, dat ik de schuld op jou schuif. Probeer je eens een oogenblik mijn standpunt in te denken. Zij keek strak naar iets anders naar de roode rozen, die zijn hand om klemde, die hij vergeten had maar zij had ze al gezien, toen hij de kleedkamer binnen kwam. „Neem me niet kwalijk, dat ik je in de rede val maar die rozen waren die voor mij „O.ja 1" Nu eerst keek hij naar de bloemen, en hij ging voort„Ze zijn een beetje verlept van 't dragen. Evangeline had ze zij heeft ze me mee gegeven." „Dat is lief van haar. Dank je voor 't brengen." „Eh.'t speet ons erg, dat we je niets konden aanbieden. We zouden iets besteld hebben.maar we konden niet weten. „Natuurlijk niet," gaf zij toe, en haar snoezige pikante gezichtje keek naar hem over de rozen heen, die zij op haar grooten bontkraag vasthechtte. „Wat ik zeggen wou, ik weet iets, dat ik graag zou hebben als souvenir.. ik heb zoo'n idee, dat 't me geluk zou brengen. Zou ik 't aan mevrouw Owen kunnen vragen?" „Mijn moeder zou je met genoegen alles geven, wat ze heeft. Wat is 't?" „Dat zilveren schepje, dat ik dien middag in de bijkeuken heb opgepoetst." Zij keken elkaar aan. „Daar ben ik door op 't idee van die voordracht gekomen, zie je. Dat zjlveren theeschepje, dat je aan je moeder gegeven hebt." Ronnie bekende „Ik hèb 't niet aan mijn moeder gegeven." „Niet riep zij, en heel haar levendige gezichtje was een lach. „Wie heeft 't dan Knorrig antwoordde Ronnie „Ik heb 't gehouden." „Gehouden Net als dien brief van Minnie Morris? En ik had het gepoetst voor mevrouw Owen vóór ik dat arme rijke meisje werd, waar een man, naar 't schijnt, niet om haarzelf van kan houden.. „Je weet heel goed, dat een man zooiets niet uit kan staan 1 Zoo'n afschu welijke scheeve verhouding!" hield hij vol, en hij keek het meisje, dat de ver houding zoo scheef had gemaakt, aan, alsof hij haar haatte. Maar zij was niet zoo vriendelijk, er in te loopen. Zij keek hem met 'een glimlach aan. „Je hebt te veel voor ons gedaan." Ze zei niets. Hij zei„Van 't begin af al 1 Eerst heb je mijn zuster van die verloving met dat griezelige ventje afgeholpen je hebt haar in de gelegenheid gesteld iets van de wereld te zien, menschen te leeren kennen, te doen waar ze zin in had 1 Je hebt mijn vader en mijn moeder nieuwen levenslust gegeven ze houden weer van hun oude huis, nu ze teruggaan. Ze snakten allemaal naar verandering, en je hebt 't hun gegeven. Ze zei niets. Ze keek hem alleen vragend aan, en bedoelde „En jij „Ik zat vastgeroest, en ik dacht dat ik nooit meer los zou komen. Jij hebt me weer op gang gebracht. Afgezien van alles, wat met geld samenhangt je hebt weer fut en leven in onze familie gebracht. Je hebt zelfs nog veel meer gedaan. En nu sta ik hier.Hij wist waarschijnlijk niet, dat hij een stap dichterbij was gekomen. „En ik kan niets voor je doen 1" „Wat Nu deed zij een stap achteruit. Zij hief het hoofd hoog. „Wat is er met mannen toch slecht land te bezeilen 1 Ik zou 't uit kunnen schreeu wen 1" Zij schreeuwde niet, maar toch was het een kreet van radeloosheid. „Ik wéét wel, dat een man geen vrouw kan uitstaan, die iets voor hem kan doen 1 Een ramp is 't, een ramp 1 Hoe kun je de dingen zoo op hun kop zetten 1 Jij 1 Jij, aan wien ik alles te danken heb. „Maar lieve kind. „Maar lieve uilskuiken 1 Laten we nu meteen maar uitpraten. Alles keert zich tegen een vrouw, die zegt wat zij wil maar toch zeg ik het 1" Zacht en snel stroomden de woorden haar uit den mond. „Carrière zeg je. Wat is mijn carrière Voor clown spelen en een paar complimentjes in kranten tegen over jouw decoraties.tegenover jou 1" „Maar, meisje 1 Je doet nog theatraler dan op 't tooneel. Je hebt succes. „Jij hebt succes 1 Sst 1 Luister! Heb jij me soms dat succes niet gegeven Was ik niet doodsbang, blind, duizelig, stond ik niet te beven op mijn beenen, toen ik opkwam Bleef ik niet steken Was ik niet van plan, eenvoudig weg te hollen Vraag maar aan Leslie, 't Scheelde maar een haartje, of ze hadden 't gordijn laten zakken. Heeft hij me zelf gezegd. Als 't nog één minuut ge duurd had, was er geen sprake geweest van succes of carrière dan was er eenvoudig een tooneelmislukking méér geweest. En wat is er toen gebeurd „Ronnie 1 Toen keek ik omhoog, naar jouw loge. Je keek. Je lachte. Je hielp me. Ik voelde, dat.... gistermiddag weggevaagd was, dat je niet bleek meer was, dat je weer van me hield, van mij, van mijzelf, Minima 1 Je wou, dat ik zou slagen, dat voelde ik. Je hebt tegen me gelachen, Ronnie: Vooruit, zei je, toe, vooruit 1 En weet je wat ik dacht 't Kan me geen sikke pitje schelen, wat de heele zaal vindt, of wat Leslie vindt, als Ronnie er maar tevreden over is 1" Zij zweeg, ademloos. Zij kon hem niet aankijkenzij hoorde hem alleen maar lachen, diep bewogen door trots en geluk zij hoorde dit „Moet ik nu zeggen, dat ik er tevreden over was „Alleen als je 't meent 1 Je moet alleen maar goed begrijpen, dat ik. als je me in den steek laato 1" Plotseling waren zijn armen om haar heen. „Nu Als ik je in den steek liet Als „Dan heb ik geen hoop meer, dat ik ooit iets bereik. Dan blijf ik voorgoed steken. Dan kan ik nooit meer spelen." „Je kunt altijd spelen 1 Altijd 1 Jij kleinezei hij, en hij kuste haar. „Alleen als jij er bij bent, anders is 't me de moeite niet waard," riep zij uit. „Maar ik kan niets, als je me in den steek laat, om op dat kantoor te gaan zitten.... dan lukt me niets, dan.... Kijk eens naar mijn rozen? Platgedrukt, stukgedrukt.zoo was mijn carrière dan ook 1" „M n 1" klonk het weer van buiten. „Minima Starr 1 Kom je nog Wat voert dat kind toch uit „Ja," vroeg Minima Starr, zich losmakend uit de armen van Ronnie Owen, haar aanstaanden directeur, en nog blozend van zijn kussen, „wat doe ik eigenlijk?" „Ik had 't misschien niet mogen toelaten," juichte hij, en zijn gezicht straalde. „Maar nu zit je er aan vast. En nu krijg je dat zilveren theeschepje van mij." „Waar heb je 't bewaard „Niet op mijn hart, lieveling; daar was 't te vol voor. 't Ligt in mijn boor- dendoos. Je krijgt 't beslist. Maar als je 't goed vindt, laat ik 't eerst verande ren een anderen vorm weet je 't Zij begreep het zij zagen een kleine teere hand, met een zilveren ring aan den vierden vinger. „Ik mot me zilver poetsen." Minima Starr sprak het slagwoord van haar nummer met de stem van Minnie Morris. „Ik heb er niks tegen, 't Is teminste weer es wat anders 1" EINDE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 15