door bick Norton
VRIJDAG 2 MAART 1934
Fay's vader nam, over het geheel genomen, het leven nogal filosofisch
op alleen placht hij zich te beklagen over het groot getal kinderen,
waarmee de natuur hem gezegend had. Dat was eenigszins zijn eigen
schuld, want hij was voor den derden keer getrouwd. Daardoor was
het getal opgeloopen tot elf, gedeeltelijk van hem, gedeeltelijk „ingebracht"
bij het tweede en derde huwelijk. Hij kon er zelf geen wijs meer uit. Maar
één ding wist hij zeker. Dat Fay, al scheen ze zoo weggeloopen van een
kerkraam, zooals hij eens opmerkte, de grootste leugenaarster van de heele
bende was. En dat zei heel wat.
Eigenlijk was het Teddy Smith, de zoon van den tabakswinkelier, die
de negenjarige Fay het eerst bewust maakte van haar zeer bijzondere schoon
heid. Al was zijn lof niet onvermengd, want hij had de gewoonte haar „mooie
schele" te noemen. Het is waar, dat haar linkeroog iets, iets schuin stond
maar zoo gering was de afwijking, dat die haast niet merkbaar was.
Teddy was dertien, toen hij voor 't eerst met haar kennis maakte. Zij was
afgekomen op den geur van kastanjes, die Teddy in het achtertuintje aan het
piepen was, in een gebarsten an boven een houtvuurtje. Teddy had haar uit-
genoodigd toe te kijken en haar later toegestaan er twee op te eten. Met haar
zachte en soms even haperende stem had zij hem beleefd bedankt. Den volgen
den avond, meenend dat hij afwezig was, had zij de pan willen kapen om die
voor eigen gebruik aan te wenden. Ongelukkigerwijs had hij haar juist op haar
aftocht gesnapt, haar de pan afgenomen en er haar een geduchte aframmeling
mee gegeven „om haar een lesje te geven".
Niet, dat ik geloof, dat je het ooit leeren zult," zei hij. Teddy had een
nuchteren, helderen kop. Maar hij droeg haar verder geen wrok toe. Hij had
haar zelfs ingelicht dat hij, ondanks haar vele gebreken, bereid was met haar
te trouwen, zoodra het hem schikte. Fay had hem aangezien met haar onschul
dige oogen die juist niet die van een Madonna waren.
mDdat zou erg prettig zijn," antwoordde ze ernstig.
„Maar nu ben ik druk bezig," zei Teddy, „daarom heb ik liever dat je
uitrukt."
Fay had opgemerkt, dat hij aan het studeeren was in een boek over de
anatomie van een kikvorsch.
„Ik heb n-nog nooit het binnenste van een kikvorsch gezien, ze.
Teddy keek de „mooie schele" aan aarzelde een oogenblik. Maar door dat
eene oogenblik was hij verloren. Het duurde een half uur voor hij klaar was
met zijn verklaringen. Maar Fay had meer geleerd dan de anatomie van een
kikvorsch. Zij had geleerd onbewust misschien welk een invloed er uit
ging van haar knap ge
zichtje. Dat was het be-
gin van haar carrière.
Het duurde een maand,
vóór zij daarvan, en van
haar geveinsde, onschul
dige bescheidenheid, op
nieuw gebruik maakte.
Door de goede zor
gen van een liefdadig
heidscomité maakte zij
met een aantal andere
arme kinderen van haar
klas op een mooien Juni
dag een uitstapje naar
de .heuvelstreek, eenige
uren van haar woonplaats
verwijderd. Ze hield niet
van gemeenschappelijke
spelletjesdaarom dwaal
de ze een eindweegs af,
en het was naast 'n klei
nen vijver, dat ze zich
plotseling bewust werd
van de intense belang
stelling voor haar van een
eenigszins bejaard echt
paar. Gezien van 't stand
punt der maatschappe
lijke klasse, waartoe Fay
behoorde, waren ze goed
gekleed. De heer droeg
een dikken gouden hor
logeketting de dame had
een met zilver beslagen
parapluie in de hand, die
zij als zonnescherm ge
bruikte. Ze zaten op uit
gespreide kranten te
vreden burgerluitjes.
De spoorlijn langs de rotsachtige
kast aan Engeland bij Doper.
Hun namen, zooals ze later zou leeren, waren mijnheer en mevrouw Gould.
Wat een schat van een kind," zei mevrouw Gould. Fay had de opmerking
niet gehoord, maar zij vermoedde de beteekenis. Ze kwam iets dichterbij en
produceerde een zachtaardig glimlachje.
„Dag, lieve kind," zei mevrouw Gould. Zij en mijnheer Gould waren een
sentimenteel, kinderloos echtpaar. Binnen tien minuten hadden zij in een
gesprek met Fay ongeveer alles van haarzelf en haar tehuis gehoord.
,Dan zal je het hier wel erg mooi vinden," zei mevrouw Gould. Fay zei,
dat ze het mooi vond. Toen, denkend aan Teddy, had zij haar inspiratie.
Ik heb nog n-nooit een boom gezien."
De Goulds staarden naar het engelengezichtje met het volmaakte mondje.
Nooit een boom gezien herhaalden ze. Mevrouw Gould, een traan in
de oogen, knuffelde haar. Fay vlijde zich tegen haar aan. Toen ze tenslotte
weer de schoolpartij opzocht, had het echtpaar haar beloofd, haar spoedig
te komen bezoeken. Ze keken haar na.
„De kleine schat," zei mevrouw Gould. Dezelfde gedachte was in hen
beiden opgekomen. -
,,'t Zal me benieuwen of haar vader het goedvindt, zei mijnheer Gould.
Vader Bash had geen bezwaar dat de Goulds Fay adopteerden. „Eén
lastpost minder," zei hij na haar vertrek tegen zijn vrouw. „Wat zeg je anders
van zoo'n huichelaarster" - vader Bash bleek tenslotte een menschen-
kenner „ze had dien lui wijsgemaakt dat ze nog nooit een boom gezien had.
Ha, ha
Zoo werd Fay overgeplant naar Camden, in de buurt van Londen, waar
de Goulds in een rustige straat een rustig, burgerlijk en eentonig leventje
leidden Op haar nieuwe school leerde ze niet veel, maar ze gedroeg zich goed
en wende aan goede manieren. Van haar steeds voller ontbloeiende schoonheid
scheen ze zelf volmaakt onbewust; ze bleef zeer gereserveerd en gesloten Zoo
zelfs dat de eenvoudige Goulds wel een weinig in haar werden teleurgesteld.
Zij moesten elkaar bekennen, dat zij het kind niet begrepen. Eenmaal, toen ze
vijftien jaar was, bracht ze een bezoek aan haar vaderlijk tehuis. Voorzichtig
informeerde zij naar Teddy. Het bleek dat zijn vader ziek was, zoodat hij de
zaak waarnam, ofschoon hij dokter wilde worden, en al één exarnen had afge-
legd. Maar om een of andere vreemde reden ging Fay hem niet opzoeken.
Overigens vielen haar de onzindelijkheid en ruwheid van haar v roeger tehuis zoo
sterk op, dat zij blij was weer terug te zijn in Camden. Het mocht er saai zijn,
het was er tenminste zindelijk. Maar saai wès het.