No. 40 VRIJDAG 2 MAART 1934 1311 „Maar ze honden u gevangen, nietwaar?" glimlachte hij. „Wat dunkt u van een diner? Met een flesch champagne? Daarna heb ik u misschien wel een zakelijk voorstel te doen." „Ik heb n-nog nooit een flesch champagne gezien." Tegen den tijd dat 't diner was afgeloopen, was de heer Carruth overtuigd dat er een fortuin in Fay's gezicht lag, of hij was niet waard directeur te zijn van de Vereenigde Engelsche filmmaatschappijen. Voor het diner was afgeloo pen, had hij zich even verontschuldigd en was weggegaan om zijn productie- eider op te bellen. Ongelukkigerwijze had hij echter een avondblad op tafel laten liggen, waarin een klein stukje stond, dat Fay's aandacht trok. Toen zij hem tien minuten later, op zijn verzoek, vergezelde naar zijn bureau, vonden zij daar reeds den productieleider, die haar werd voorgesteld als de heer Fadden. De heer Fadden boog, draaide een licht op, verzocht Fay zich om te draaien, nog eens, een ander licht ging op, de productieleider keek critisch, schreef toen achter Fay's rug een paar woorden op, en wierp het briefje naar Carruth. „Juffrouw Bash," zei Carruth daarna zakelijk, „als u uw pleegouders kunt bewegen om toestemming te geven, kan ik u een baantje bij onze maatschappij aanbieden. Natuurlijk is u een beginner, en kunt u eerst niet veel verdienen." Hij noemde een bedrag, dat Fay den adem benam. Maar slechts voor een oogenblik. „U meent u het? Dan kom ik m-morgen." Carruth glimlachte. „Natuurlijk." Toen Fay thuis kwam, waren de Fordsons nog uit. Zij waren nog niet beneden, toen Fay den volgenden morgen vroeg de deur uitging, en den bus naar Londen nam. Het was nauwelijks negen uur, toen zij in het Savoy-hotel toegang verzocht tot den heer Storck. „Ben je gek vroeg deze groote man, die aan het ontbijt zat, zijn secre- ratis. „De eerste de beste vreemde...." De jongeman grinnikte. „Pardon, mijnheer, ik geloof dat zij uw volgende ster is." Hij voegde er een korte beschrijving aan toe van Fay's voorkomen. „Nou, laat dan maar binnen komen." Mijnheer Storck was veel gewend, maar wat hij nu de kamer zag binnen komen, benam hem even den adem. Een hemelsche verschijning, die door da Vinei geschilderd had kunnen worden. Hemelsch Neen, toch niet. Hij kon het niet goed plaatsen. Fay's stem trilde heel even, toen zij den film magnaat van Los Angelos het doel van haar komst verklaarde. In de courant van Carruth had zij gelezen dat hij in Londen was. En was de heer Storck van Los Angelos niet tienmaal meer dan de heer Carruth van Londen De filmmagnaat trok aan z'n sigaret. Drommels nog toe naar zoo'n gezicht had hij jaren kunnen zoeken. Hij was geen expert, als dit een mislukking was Hij drukte op een bel. Vraag den productieleider even bij mij te komen. Hm Carruth zei u Ja, die heeft een gezond oordeel." Het onderzoek door den productieleider was maar kort. Hij keek zijn chef op een bepaalde wijze aan. Deze stak een nieuwe sigaret op. „All right. Als u bereid is, mee te gaan naar Hollywood, wil ik 'n kans met u wagen ik bied u voorloopig.Het was tweemaal het salaris van Carruth. „D-dan geloof ik niet, dat ik den heer Carruth nog verder lastig hoef te vallen, zei Fay. Fay was negentien toen zij haar eerste film maakte en een kwart millioen dollar verdiende voor den heer Storck. Maar dat was, vóór zijn diep beklagens waardige experts de juiste spreekfilm-technische oplossing hadden gevonden voor haar licht stotteren. Toen dat eenmaal was geschied, was men absoluut klaar Af en toe een film maken. De wereld, zooals Storck zei, van Sydney Inn ei i?' Va" NeW Y°rk t0t Pekin6' verlangde naar Fay en niemand anders. Slechts een heel enkele zag. door de rollen der onschuld, haar verfijnde geraffineerdheid. Ondanks een luxe-leven, waarvan zelfs Los Angelos verstomd stond was zij schatrijk, toen zij op 24-jarigen leeftijd weer naar Londen kwam. ben dag na haar aankomst gaf zij een particulier detective-bureau opdracht, e verblijfplaats op te sporen van Teddy Smith. Nog twee dagen later belde net o ure au haar op. Hij was bacterioloog, woonde in Londen, maar was op het oogenblik voor een korte vacantie in een klein huis aan het einde van de Ferry- laan bij Huntingdon, aan de Theems. „Is hij dan geen d-dokter vroeg zij. „Jawel hij is dokter, maar hij experimenteert veel in bacteriologie h h, f- haar hand °P den hoorn- -Wat 's e-experimenteeren in b-bacteriologie vroeg zij haar secretaresse. De secretaresse legde uit. Fay nam haar hand weg van de telefoon „D-aank u. N-neen, nee verder niets." Dienzelfden namiddag liet Fay zich naar Huntingdon rijden. x hhHc hi'd den hee,en daS geregend een druilerige, miezerige regen. Maar Teddy Smith vond dat wel goed. Nu had hij geen bekoring, om de vrije natuur in te gaan, maar kon hij zich met hartstocht overgeven aan zijn geliefde rXtdTrn St"d,e-Hfj had vergeten het middagmaal te eten, dat een vrouw uit het dorp voor hem had klaargemaakt. Hinderde niet. Dat zou zij pas morgen bemerken als zij terugkwam om zijn bed op te maken. Hij zou straks een paar Dr HoughUn." idde'S k°" hU dat ^eressante artikel lezen'van Maar voor de fietsrijdster, die van Huntingdon naar dit afgelegen plekie óan hete?indeWdS f aVOnd' Zi'Was ^n fen S e aan net tuide der laan haar zei, dat ze haar doel had bereikt. Ze stapte af Suizend fiep de bTndïeg""' daar"a d°°r haar V°°rband: Gratis variété-voorstelling in Berlijn Den jongeman, die 0|> haar kloppen de deur opende, zou zij uit duizenden herkend hebben. Groot, grijze oogen, een beetje slordig gekleed. Hij keek haar vragend aan. „Ik b-ben bang dat ik verdwaald ben, en mijn b-band is lek. Ik m-moet naar Huntingdon." Hij veegde het haar van zijn voorhoofd. Vervelend. Maar zij droop van den regen. Hij moest haar wel helpen, bedacht hij. „We zullen de fiets in de keuken brengen," zei hij, „en probeeren den band te repareeren." Zij had materiaal in haar taschje gespannen keek zij naar zijn handige vingers. Een paar maal keek hij haar eenigszins bevreemdend aan. Er was iets bekends aan haar. Hij was nu gereed, en legde haar den terugweg uit. Haar oogen dwaalden van de keuken in de kamer daar achter. „Wat een aardig klein huisje." ,,'t Is rustig," zei hij, „dat is een groot voordeel." „Wat is d-dat vroeg zij. „Een microscoop." Fay staarde er naar. Het oogenblik was gekomen. „Ik heb nog n-nooit een microscoop gezien." Met een ruk keerde hij zich om. -„Jij bent Fay Bash." „En jij bent T-Teddy," zei ze, „nietwaar Stel je voor, na zooveel jaren." Hij trok haar onder de lamp. „Ik had je moeten herkennen," zei hij Je bent niets veranderd. En heb je dat schele oog nog?" Fay liet het hem onder zoeken. „En wat heb je met jezelf gedaan al die jaren Voor het eerst misschien in haar leven wist Fay niet wat zij moest zéggen. „W-wat ik gedaan heb Tenslotte vertelde ze hem, dat ze in Amerika voor een paar fotografen had gewerkt. „Ben je getrouwd vroeg hij. „N-nog niet „Ga je trouwen „D-dat weet ik niet." „Nu, ik wel. Weet je nog wat ik eens zei?" „Ik weet n-nog wel wat je deed," zei Fay ernstig. Hij nam haar bij de hand. „Dan weet je ook nog wel, wat ik zei. Weet je ik geloof, dat je wist wie ik was. Dat je hier met opzet bent gekomen. Ik geloof dat je nog een even groote leugenaarster bent als vroeger." Fay argumenteerde nooitdus zei ze niets. „Maar ik verdien nu 7000 gulden per jaar." (Fay uitte haar verbazing over de grootte van het bedrag.) „Daarom schikt het me nu wel, met je te trouwen." Hij gaf haar een kus, en vond het een prettige sensatie. Hij gaf er haar nog een dan viel zijn oog op het artikel van Dr. Houghlin. „Hoor eens hier," zei hij, „ik moet beslist nog even dat artikel lezen. Jij kon in dien tijd wel een paar eieren bakken."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 31