No. 41
VRIJDAG 9 MAART 1934
1325
kunnen treffen. En met een spottenden glimlach op zijn gezicht vervolgde hij
„Maar ik ga van het standpunt uit, dat er in geen enkel opzicht een geheim
tusschen man en vrouw mag bestaan. En om in jouw geval aan dien wantoe
stand een einde,te maken, zou ik in staat zijn om den heer Bassenberg eens
nader in te lichten."
„Basilzij strekte de handen naar hem uit. „Als je nog eenig mensche-
lijk gevoel hebt begrijp je dan niet, dat je weer moet verdwijnen Waarom
ben je eigenlijk hier gekomen? Heb je geld noodig? Natuurlijk, iets anders
kan het niet zijn 1"
Zij keek even om zich heen, vond haar handtaschje en opende het. Zij
haalde een paar bankbiljetten te voorschijn. Zij kneep deze in elkaar en over
handigde ze hem.
„Hier, neem dit. Laat het hiermede afgeloopen zijn. Ga nu heen en kom
nooit weer terug 1"
Hij hield het geld op de vlakke hand. Met zijn andere haalde hij de bil
jetten uit elkaar en een hatelijke lach weerklonk, toen hij bemerkte, hoe groot
het bedrag was.
„Negentig mark," stelde hij vast. „Je schijnt niet goed bij je hoofd te
zijn Denk je soms, dat ik nog de kleine jongen ben, die destijds bij jullie
thuis was? Kijk, zusjelief, ik heb net als jij carrière gemaakt. Met negentig
mark kan ik niet eens mijn handlangers betalen."
Vaderlijk legde hij zijn hand op haar schouder.
„Werkelijk, Lena, jij schijnt je kinderlijkheid nog niet te hebben afge
legd." Hij scheen niet te zien, hoe zij haar gezicht in grooten afkeer van hem
hield afgewend.
Hij bemerkte het paarlsnoer, dat zij om had.
Is dat echt vroeg hij. „Men zou zoo oppervlakkig zeggen van wel.
Consul Bassenberg zal zijn vrouw toch zeker geen imitaties schenken."
Handig, met één beweging, maakte hij het snoer los, en stopte het in
zijn zak.
„Mocht het niet echt zijn," sprak hij op troostenden toon, „dan krijg je
het terug. Anders gebruik ik de opbrengst om te beginnen als be
drijfskapitaal."
Met groote angstoogen zag zij hem aan. „Bedrijfs.
Wat beteekent.
Hij knikte bemoedigend.
„Ik ga nu heen," deelde hij haar mede. „De beleefdheid
eischt, dat men zijn eerste bezoek niet al te lang maakt. Nu
moet je eens even luisteren naar hetgeen ik je heb te
zeggen. Wij kennen elkaar niet 1 Waar ik je ook mag ont
moeten, je hebt mij tevoren nog nooit gezien 1 Begrepen
Zij strekte de hand uit. „Q, Basil, ik ben je dank
baar. Behoud den ketting. Maar ga weg en kom nooit
meer terug."
Hij schoot in een hartelijken lach.
„Wat is dat nou voor een onzin 1 Natuurlijk kom ik
terug. Je mag me alleen niet kennen, dat is alles 1"
„Maar ik begrijp je niet als ik je niet mag kennen
wat ben je dan van plan
„Dat zul je gauw genoeg bemerken. Ik zal je tijdig van
een en ander op de hoogte stellen, want natuurlijk heb ik
op het gegeven oogenblik je hulp noodig."
Hij stond op het punt om te vertrekken, maar Lena
Bassenberg was hem voor. Zij plaatste zich met uitge
strekte armen voor de deur.
„Ik laat je niet gaan, voordat ik weet welke laagheid
je van plan bent uit te halen 1"
„Ach, daar is geen sprake van laagheid," weerde hij haar
af, op een manier alsof hij tot een kind sprak, „beeld je
zooiets toch niet in. Zaken wil ik doen, voordeelige zaken
met den consul. Laat mij er nu uit."
„Neen I Eerst zal je spreken 1"
Zij was haar zelfbeheersching geheel kwijt. Zij moest
toch inzien, dat het thans voor haar van het grootste
belang was Basilius zoo spoedig mogelijk kwijt te raken
en tóch hield zij hem tegen. Waarschijnlijk zou hij haar
zijn plan ook wel hebben verteld, daar hij binnenkort toch
op haar hulp zou moeten kunnen rekenen. Maar daar klonk
van buiten, van de straat óf uit den tuin, een schril gefluit.
Dit was een afgesproken teeken van Jolly. Daar het slechts
eenmaal werd gegeven, beteekende het alleen de eerste
waarschuwing. In woorden was het zooveel als De schaak
partij is geëindigd.
Basilius vond, dat hij thans, voor de eerste maal,
genoeg had gezegd. Het was beter, dat Jolly in den tuin
niet tot handelen behoefde over te gaan. Zonder veel plicht
plegingen duwde hij de vrouw opzij.
„Idioot," sprak hij. „Gebruik toch je verstand. Je ziet
toch, dat ik bereid ben je zooveel mogelijk te sparen. Het
gaat hier niet om het leven, alleen om de centen."
Lena Bassenberg tuimelde in haar stoel terug.
Met gesloten oogen liet zij het hoofd achterover zakken.
Toen zij de deur hoorde, keek zij op en bemerkte, weer
alleen te zijn.
Het bleef stil in huis. Minuten gingen voorbij.
Eindelijk klonken rustig en bedaard de schreden van
de twee heeren op de trap naar de eerste verdieping
"Vet acut Aiei.
De hooge en smalle pijpenladen die in Chicago ..straten" heeten.
en Lena Bassenberg hoorde, hoe Zerny afscheid van haar man nam.
De deur werd geopend en Bassenberg trad binnen. Toen zij zijn goedig,
vriendelijk gezicht en zijn forsche gestalte zag op de plek, waar zooeven nog
Basilius had gestaan, kon zij haar gevoelens niet langer bedwingen en brak
in luid snikken uit.
De consul snelde op haar toe. „Lena, kind, wat is er Hij sloeg zijn
armen om haar heen en hield haar tegen zich aan. „Is er wat gebeurd? Spreek
dan toch 1"
Maar zij sprak nietzij leunde tegen hém aan en weende. Het duurde
langen tijd, voordat tusschen veel snikken door de eerste woorden over haar
lippen kwamen. Een verklaring brachten ze niet. Lena verkeerde in groote
radeloosheid. Zij vond een uitvlucht; zenuwen zware hoofdpijn. Hij begreep
er niets van. Zij had nog nooit zoo'n aanval gehad. Hij sprak haar zacht aan
en trachtte haar zooveel mogelijk te kalmeeren.
Twaalf jaar geleden was hij nret haar getrouwd, toen de oorlog voorbij was
en hij als reserve-officier bij den generalen staf de aardige secretaresse, aan wie
hij gewoon was geraakt, naar huis moest sturen. Bassenberg stond alleen op de
wereld. Twee broers van hem waren in den oorlog gevallen en de Hamburgsche
exportfirma behoorde nu alleen aan hem. Na vier jaren oorlog dus weer getal
len, conferenties en zakenbrieven Hij had er niet lang over nagedacht, maar
onmiddellijk een besluit genomen: Eigenlijk tegen zijn bezonnen Noordelijken
aard. In den roes van de dagen vlak na den oorlog had hij zich niet de moeite
getroost verder naar Lena's verleden te informeeren. Het meisje had zich
tijdens haar arbeid als secretaresse voorbeeldig gedragen, was bovendien een
aantrekkelijke verschijning, zoodat hij er geen bezwaar in zag met haar
in het huwelijk te treden. En hij had zijn geluk gevonden.
Langzaam hielden haar tranen op te vloeien en hij slaagde er in haar te
overreden naar bed te gaan.
Hij bleef lang wakker liggen en dacht Wat zou zij nu hebben gehad
Hij kon geen oplossing vinden. Het verjaarfeest was toch heel rustig verloopen.
Eigenaardig, zooiets had hij nog nooit met haar medegemaakt.
Toen Lena den volgenden morgen ontwaakte, constateerde zij reeds alleen