fiüü De verantwoordelijke man. dingen waren aan een lichaam, dat verwrongen en verscheurd was. Toen kwam de herinnering. „Joe?" vroeg hij. „Met den brancard naar 't ziekenhuis gebracht," zei Hillman. „Hij zal 't er wel weer ophalen, denk ik een paar ribben gebroken en een gat in zijn hoofdHij keek rond. „Hij heeft eerst een klap gehad. En ik moet weten van wien Hij bleef Anton strak aankijken, en Anton kromp terug voor dien beschul- digenden blik. Ook Patsy keek naar Anton, en Anton kwam naast hem staan. Hij boog zich over hem heen en zei „Vertel jij 't maar, je hebt 't gezien ik wist niet, wat ik deed. Ze zullen me in de gevangenis gooien da's niet meer dan billijk, ik heb 't verdiend." „Kun je praten, Patsy?" vroeg Hillman. „Ik vraag geen pardon," zei Anton, nog met dezelfde heesche fluisterstem. „Ik ben gek geweest. Voor mezelf kan 't me niet schelen. Mijn vrouw mijn twee kinderen ze zullen niet begrijpen, waarom ik hun geen geld stuur met Kerstmis.... Maar dat kan nu eenmaal niet anders. Vertel 't hem maar." Patsy deed zijn oogen open. Hillman zei „Spreek op, Patsy.Nee, 't is beter, dat één van de jongens voor tolk speelt. Ignatz, vraag jij aan Patsy, wie Joe Oulgash geslagen heeft. Ik geloof dat ik 't weet. Anton trekt een veel te raar gezicht. Maar ik kan geen politie roepen, zoolang ik 't niet zeker weet. Vraag 't hem, Ignatz." Ignatz stelde de vraag. Patsy dacht droomerig na. „Ik stond in den wagen...." begon hij. Toen zweeg hij. Hij dacht aan Joe's kinderen aan Annie Mary. Die liepen hun Kerstmis niet mis Hoefde hij niet bang voor te zijn. Maar hoe moest 't met de vrouw en kinderen van Anton, ginds in hoe heette 't ook weer Svent-Ivan Als Anton de gevangenis in ging, <vas er in dat ééne huis, daar in de verte, geen Kerstmis. Zij waren in ieder geval onschuldig „Vooruit, Ignatz 1" beval Hillman. „Hij moet spreken." „Ik zal spreken," zei Patsy vastbesloten. Anton is 't niet geweest ik was 't ik heb 't niet met opzet gedaan ik zwaaide met mijn koevoet ik had er geen slag van ik keek niet uitik raakte Joe 't spijt me geweldig 't kost me misschien mijn baantje ook goed 't is nu eenmaal zooik heb Joe niets willen doen 't was een ongeluk." „Joe is bij geweest," zei Hillman, „een minuut zoowat. Hij zei, dat hij 't niet gezien had, maar hij dacht, dat 't Anton was. Hij had Anton een klap gegeven Het werd vertaald, en Patsy lachte, ofschoon zijn lach bijna een gekreun van pijn was. „Zeg hem, dat Anton half uit gekheid geslagen had dat betee- kende niets. Joe heef^'t niet gezien Anton heeft 't ook niet gezien 't was donker. Maar ik ik weet 't Ik heb 't gedaan bij ongeluk." Misschien was het pure koorts-fantasie, maar op dat oogenblik meende hij op zijn wang iets lichts en teeders te voelen iets als een schim van een kus van een kind een kind ver weg, ergens in een dorpje in Polen. No. 42 getrokken werden. Maar het lichaam, dat vastgezogen zat in het erts, weer stond al zijn pogin gen. Hijgend, versla gen gaf hij het op. Hij begreep, dat hij Joe er zóó niet uit kreeg, zoolang al dat erts hem omkneld hield. Niets zelfs geen kraan kreeg 'n man daaruit, zon der hem in tweeën te scheuren. „Ik geloof nooit, dat 't gaat, Patsy 1" riep Hillman. „Je hebt gedaan wat te doen was. Kom maar liever boven." „Merci 1" riep Patsy. Er was een her innering voor zijn oogen gekomen Joe's vrouw, Mary, de twee kinderen de knappe blonde Annie Die vier konden Joe niet missen „Wacht 1" riep hij in 't Poolsch. „Ik weet wat. Gooi de luiken van den bak open I Laat 't erts er van onderen uit 1" „Wat zegt hij vroeg Hillman. Toen het vertaald was, antwoordde hij ^Nee 1 Dan stikt hij zeker als hij nog niet dood is. Hij blijft in 't luik' steken, 't Is te klein." Patsy kende genoeg Engelsch, om het te begrijpen. Hij riep terug „Doe wat ik zeg Open 't luik. Laat 't erts wegloopen. Ik houd hem wel." ,,'t Is één kans op de millioen," verklaarde Hillman. „Als 't Patsy niet was." Enfin, ik zal 't probeeren 1 Ga beneden zeggen, dat ze 't luik van bak nummer drie opengooien. Hou je taai, Patsy 1" Patsy zette zich schrap achter Joe, plat op het erts liggend, met zijn stevige armen onder Joe's oksels gehaakt. Toen kraakte er iets heel in de diepte. Er kwam een ruk.... het erts stroomde weg, en het sleepte Joe mee, zooals een rivier gedaan zou hebben. Patsy zette de tanden op elkaar. Hij voelde alles om zich heen wegglijden maar Joe mocht niet meeglijden. Het touw scheen Patsy diep in het vleesch te snijden onder die spanning, tot het zijn longen dichtbond als met ijzer. Hij kon geen adem halen. Maar nog hield hij vast. Zijn armen waren doof hij had een gevoel, alsof ze op breken stonden. Er ging een snerpende pijn door, tot zijn schouders toe zijn hart sloeg als een voorhamer vreemde gekleurde lichtjes kwamen voor zijn oogen dansen en deden hem denken aan de kaarsjes op 'n Kerstboom. Wat moest dat allemaal? De kinderen van Joe Gulgash de blonde Annie Mary hij moest volhouden. Maar hoe kón hij volhouden Hij wrong in tweeën vleesch en bloed kon den die spanning niet weerstaan. Hij voelde het bloed uit zijn neusgaten spui ten. Hij kon dat slappe lichaam beter loslaten laten schieten Toen zag hij weer de blondharige, blauwoogige Annie zij scheen hem met een lach van vertrouwen in de oogen te kijken. Zij scheen te zeggen „Houd vast 1" En, hoewel hij de bewusteloosheid nabij was, hoewel het niet veel meer was dan 'n wazige droom van doodstrijd, dien hij doormaaktezijn handen hielden vast, trokken aan het machtelooze gewicht, dat naar beneden getrok ken werd Toen voelde hij plotseling de trekking minderen. Joe kwam omhoog het erts suisde neer in de bakken, maar Joe kwam er geleidelijk uit los. Met een laatsten wilden ruk kreeg Patsy Joe vrij uit het stroomende erts. Toen, met moeilijke stem, riep hij naar boven „Luik dicht 1 Ik heb hem Toen de spanning van het touw afnam, ophield, viel hij voorover, met den man, dien hij levend of dood gered had van den ondergang in die lawine van erts. Het laatste, dat hij zich herinnerde, was het gezicht van Annie. Hij deed zijn oogen weer open in het kantoortje van den opzichter. Hij lag op een ruwe houten bank een groep mannen stond om hem heen. „Mijn armen...." mompelde Patsy. Ze voelden aan alsof het doode

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 31