No. 44 VRIJDAG 30 MAART 1934 1423 hem niet den minsten indruk, ondanks dat hij haar midden in het gezicht keek. „Waar ben je zoo lang gebleven vroeg zij, alle mogelijke moeite doende om haar stem normaal te laten klinken. „Is Zerny niet met je meege komen „Neen," antwoordde de consul toonloos, „Zerny is niet meegekomen. Hij is dood. Hij werd een kwartier geleden op straat vermoord." Farrerikorn deed eenige stappen naderbij. „Vermoord riep hij verschrikt, maar tevens ongeloovig uit. „Door wien, Bernhard De consul haalde de schouders op. „Men weet het niet," gaf ffl|„ten antwoord, terwijl hij huiverde in zijn natte kleeding. „Een onbekende, die ontkomen is, sloeg hem op straat neer." Lena Bassenberg strekte de handen uit. Zij zocht naar een steunpunt. Zij verrnoedde iets, zij meende te begrijpen. Zerny had een gedeelte van haar onderhoud met Basilius gehoord Zerny had in den weg gestaan. Daar brak Tiaar gedachtengang plotseling af. Een zware, donkere wolk trok voor haar oogen. Zij voelde zich opheffen en tegelijkertijd wegzinken. Alles werd duister om haar heen. Haar man stond naast haar. Nog juist kon hij de wankelende vrouwen gestalte opvangen en voor vallen behoeden. Het begon heviger te regenen. In den tuin en op de straat voor de villa bewogen zich nog langen tijd lichten en lantaarns heen en weer. Toen riep men de politiehonden terug. Het was uitgesloten, dat men bij dergelijk weer nog een spoor kon vinden. Voorloopig moest worden aangenomen, dat de moorde naar was ontkomen. Tegen middernacht kreeg hoofdinspecteur Reussing het eerste bericht. Hij zat in zijn kamer op het hoofdbureau, voor zijn schrijftafel. Zijn dochter Ines, een aardig, jong meisje, was juist van een gezelligen balavond gekomen en kwam hem afhalen om mee terug te gaan naar huis. Hij stuurde haar echter weg. „Een moord, Ines," zei hij tegen haar. „Dien kan ik niet zoo maar zonder meer tot morgen laten liggen. Er moeten direct allerlei maatregelen worden genomen om vast te stellen, hoe die misdaad heeft plaatsgevonden." Zij begreep hem, gaf hem een afscheidskus en ging alleen naar huis. Zij vond het niets prettig. Haar gaede vader zou wederom slaap tekort komen. Maar of zij hiervan al wat zei, dat hielp toch niets. Thuis gekomen ging zij spoedig naar bed en viel, moe van het dansen, weldra in diepen slaap. Hoofdinspecteur Reussing kwam dien nacht in het geheel niet thuis. Hij was op den naam Basilius gestooten, zoodra hij het politiebericht had opgeslagen. Jean Jolly had hem dus toch voorgelogen Basilius bevond zich wel in de stad. Waarom had Jolly dat dan ontkend Hij staarde op het beschreven blad. De naam Basilius werd steeds grooter, hij vulde reeds het geheele vel. Diepe rimpels vertoonden zich op het voorhoofd van Reussing slechts één gedachte ging hem door het hoofd „Wanneer deze moord niet ondanks alles jouw werk is, Basilius, dan moet ik mij al heel sterk vergissen 1" Toen nam hij de telefoon op en liet zich verbinden met het bureau, dat het bericht had doorgegeven. (Wordt vervolgd.) „Dat is hij altijd geweest. Reeds als jongen is hij meermalen door de politie vastgehouden, maar hij was steeds zoo slim, dat hij schijnbaar niet in de termen viel om in een verbeteringsgesticht te worden opgeborgen. En wat hij later allemaal gedaan heeft dat weet ik natuurlijk niet. Maar te oordeelen naar zijn houding en naar zijn blik, schijnt hij tot het ergste in staat te zijn. Maar dat kunnen wij nu wel buiten beschouwing laten. Het gaat er hier in hoofdzaak om wat moet ik doen Welke middelen staan mij ten dienste om mijn man en mijn kinderen te sparen voor een schande, voor een minachtende be handeling door de menschen? Tenslotte draag ik daarvoor mede de verant woordelijkheid, omdat ik voor mijn huwelijk niet datgene heb verteld, wat ik moest vertellen. Kunnen er gerechtelijke maatregelen worden genomen, waardoor ik mij tegen dien man kan verweren?" „Men kan hem natuurlijk in de val laten loopen, en hem vasthouden wegens poging tot chantage. Maar dat alles zal heel moeilijk zijn. Heeft hij handlangers en toen zij hierop bevestigend knikte, besloot hij mismoedig „Dan zullen die wel door hem ingewijd zijn. En dan komen wij voor het feit te staan, dat op hetzelfde oogenblik, wanneer Basilius gevangen wordt geno men, zijn medeplichtigen wereldkundig maken, wat wij juist willen voor komen." „Daar behoef je niet aan te twijfelen I" zuchtte Lena ontmoedigd. „Hij heeft op mij den indruk gemaakt volgens een zeer geraffineerde manier te werk te gaan. Wij moeten er rekening mee houden, dat hij tot alles in staat is, zoodra hij zou bemerken, in het nauw te zijn gedreven." „Ja. En hoeveel geld eischt hij „Bernhard moet waarschijnlijk voor zestigduizend Mark een waardelooze fabriek van hem koopen." Farrenkorn floot even tusschen de tanden. „Nog niet zoo dom. Dan zal het moeilijk te bewijzen zijn, dat we met een geval van chantage te doen hebben." „Maar wat moet ik dén doen, Franz? Kan je mij dan niet raden? Zou er dan geen mensch ter wereld zijn, die hiervoor een oplossing weet te vinden Hij keek haar aan en wederom werd hij diep ontroerd door den blik van hulpeloosheid, dien zij hem toewierp. „Wanneer er een is, die je helpen kan en wil," antwoordde hij zonder overdrijving, „dan ben ik het, Lena. Je kunt ervan overtuigd zijn, dat ik alles in het werk zal stellen om je iets dergelijks te besparen. Op het oogenblik moe ten wij in de allereerste plaats tijd zien te winnen. Ik moet nadenken. Ook de handige Basilius zal wel zijn zwakke plek hebben men moet alleen probee- ren uit te vinden, waar die zit." „Tijd winnen, Franz 1 Beteekent dat in dit geval geen tijd verliezen Mogen wij wel langer blijven wachten Bedachtzaam schudde hij het hoofd. „Je moet hem eigenlijk gezegd aan het lijntje zien te houden," mérkte hij op. „Basilius zal heusch wel even willen wachten. Een schandaal voor jou en voor jouw gezin zal hem heusch niet zoo erg gelegen komen. Vergeet niet, dat in het laatste geval hij zelf er geen voordeel van zal ondervinden. Daarmede zal Basilius nog wel even rekening houden." „Maar dat is verschrikkelijk. Je hebt er geen vermoeden van wat het is, om reeds 's morgens bij het wakker worden te moeten beven bij de gedachte zal de dag van vandaag nog voorbijgaan zonder de onthulling te brengen, zal Basilius vandaag nog zwijgen of zal ik vanavond reeds worden beschouwd als een uitgestootene, zal mijn heele gezin in opspraak zijn gebracht Zij bedekte het gezicht met de handen en begon luid te snikken. Farrenkorn ging staan. Alle bloed was uit zijn gezicht geweken. Hij greep naar zijn borst. Het hart weigerde wederom zijn arbeid hij snakte naar adem. Hij perste de lippen op elkaar. Thans vooral den strijd niet opgeven! Hij moest zijn weerspannig hart we derom tot werken dwingen. Thans werd zijn hulp niet verlangd voor aller lei onbenullige aangelegenheden, maar was deze noodig om de vrouw van zijn vriend te redden uit een omstan digheid, die anders voor haar en haar gezin tot op zekere hoogte een onder gang zou kunnen beteekenen. Thans volhouden 1 Hij bleef eenige seconden onbeweeglijk staan, met zijn handen tot vuisten gebald. Hij beeldde zich in, dat hij den hartaanval had be dwongen. „Ik hoor voetstappen in den tuin, Lena, het zal je man zijn. Tracht je te beheerschen. Wanneer alles tot een goed einde moet worden gebracht, dan mag Bernhard niets vermoeden." Zij wist niet of het haar gelukte een onbevangen gezicht te toonen, maar zij begaf zich naar de deur, die uitkwam op de veranda. Even daarna kwam de consul de drie vier treden op. Het regende hij had geen paraplu bij zich en was zelfs zonder hoed. De regen droop hem uit de haren. Het uiterlijk van zijn vrouw maakte op Op ïcU dooï Jledeïlaad. Groote Markt met raadhuis te Groningen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 15