No. 45 VRIJDAG 6 APRIL 1934 1461 „Het is werkelijk wel in orde. Ik maak me nooit ongerust. Hij is.. Haar stem trilde. „Hij komt zeker gauw terug." Ze ging haar eigen tent binnen en sloot het voorhangsel achter zich. Een minuut lang staarden de beide mannen naar het gesloten tentzeil, gingen toen vermoeid hun eigen tent binnen. Zelfs de Londenaar zei niets hij had genoeg ervaring om te weten dat 'n zoeken naar hun tegen stander op goed geluk in de inktzwarte tropische duisternis vruchteloos zou zijn. Vóór Broker zich uitstrekte; zag hij nog dat Hawkins zijn revolver binnen bereik van zijn hand naast zich legde de volgende minuut was hij door vermoeidheid in zwaren slaap gevallen. Hij ontwaakte plotseling met het bewustzijn dat een ongewoon geluid hem gewekt had. Luisterend hief hij zich op de ellebogen omhoog. Daar was het geluid weer.Door de stilte van den aanbreken- den morgen hoorde hij doffe hamerslagen. Hij luisterde nog een paar seconden toen, na een blik op de zwaar slapende gestalte naast zich, stond hij voorzichtig op, trok zijn kleeren recht en sloop naar buiten, in de richting van het geluid. Wie gebruikte 's morgens om vijf uur hamer en spijkers Een ruw, pas getreden pad leidde door het struikgewas. Geluidloos volgde Broker dit pad, tot hij bij een paar boomen, in een scherpe bocht, plotseling bleef staan. Hij staarde naar de figuur, die daar twintig meter verder stond. Gekleed in haar rijbroek en jumper had zij het voorkomen van een groot, ernstig kind in haar linkerhand hield zij een ruw houten kruis, gespijkerd uit twee planken van een pakkist. Naast haar, tegen een boom, stond een spade, de grond aan haar voeten was opgehoogd in 'n langwerpigen rechthoek van pas gedolven aarde. Ineens begreep Broker de volle waarheid diep medelijden welde in hem op. Hij was op het punt naar voren te treden, toen iets in het kinderlijke van haar voorkomen hem er aan herinnerde, dat zij den vorigen avond eerder vrees voor hem had gekoesterd dan vertrouwen. Even nog bleef hij staan, daarna liep hij zoo geluidloos terug als hij gekomen was. Tien minuten later verscheen hij opnieuw met 'n grooten, ruw gebonden bouquet van aronskelken, die de tropen daar in kwistigen overvloed lieten groeien. Toen zij hem zag ver schijnen, uitte zij een half onderdrukten kreet van schrik. Hij bleef vóór haar staan. „Wilt u ze hebben voor zijn graf? Ze zijn versch geplukt de zon zal ze hier niet verschroeien." Bang zag ze hem aan. „U weet het? Hoe?" „Wel, mevrouw, ik hoor de hamerslagen en kwam kijken wie er zoo vroeg be zig was. Daarna herinner de ik mij dat u gister avond bang voor ons was. Ik breng u nu wat bloe men, zoodat u zult weten, dat ik geen kwaad in den zin heb. Dat is alles." Zij nam de bloemen aan. „Ik was niet bang voor u," zei ze, „maar voor dien ander." En plotseling liet ze haar hoofd in de bloemen zakken, en be gon te schreien. Getroffen door haar woorden en houding bleef Broker spra keloos staan. Na een minuut keek ze weer op. „Hij stierf gistermor gen vroeg," zei ze. „Den nacht daarvoor had hij zware koortsaanvallen en toen stierf hij. Hij had natuurlijk gedronken. Hij dronk veel. Omdat de Of waar het oog bij honderdtallen De masten en de zeilen telt.' Dat dichtte de Amsterdammer Pieter van Afferden in 1563 op de hoofdstadmet een kleine wijziging is het toepasselijk op het radio-mastbosch van heden Of waar het oog bij honderdtallen De palen en de draden ziet. negers niet wilden helpen, moest ik zelf het graf maken. Ik ben er den heelen dag mee bezig geweest en ik was nog pas klaar toen u kwam. Toen begreep ik voor het eerst dat ik alleen was en dat maakte mij bang. Uu zag er toen anders uit dan nu. Ik durfde niet zeggen dat hij dood was, en dat er niemand was, die mij kon beschermen. Bij het avondeten zag u de blaren op mijn handen, en ik dacht dat u toen de waarheid vermoedde." „Nee," zei Broker. Om niet te laten blijken hoezeer hij bewogen was, greep hij de spade en bevestigde het kruis stevig in de aarde. „Maar ik wist dat iets u hinderde," voegde hij er daarna pas aan toe. „Als ik maar geweten had „Wel," interrumpeerde zij, „ik had het vergeten. U kunt me nu wel vertellen, waarvoor u hem wilde spreken. Het moet zeer belangrijk geweest zijn, dat u er zoo'n reis voor heeft gemaakt.' Broker stond nog de aarde vast te trappen, zoodat zij zijn plotseling vlug ademhalen niet opmerkte. Dwaas, die hij was. Hij was zoo ge troffen door haar tragedie, dat hij er niet meer aan had gedacht, een verklaring te moeten geven van zijn tegenwoordigheid. „Uw man zocht naar een z.g. olifantenkerkhof, niet waar Hij heeft er een kaart van." Zij knikte. „Ja. Hij was overtuigd van de echt heid. We zouden millionnairs worden, zei hij. Maar waarom „Heeft hij u ooit verteld, hoe hij aan die kaart kwam Die daar" hij wees over zijn schouder „zegt, dat uw man die kaart van hem gestolen heeft in Nogori." Zij kleurde, maar keek hem recht aan, terwijl ze antwoordde „Oh, dat is zeker waar. Hij wilde me nooit zeggen, waar hij die kaart vandaan had. Ik heb het me dikwijls afgevraagd. Weet u, hij was dikwijls dronken. En dan.... Maar hij was altijd goed voor mij," voegde zij er in vlugge loyaliteit aan toe. „Nu is hij dood Ik ben blij dat u het me verteld heeftik weet waar de kaart is." Dankbaar, dat zij geen vragen stelde, had hij zijn mond moeten houden. Maar als een dwaas flapte hij eruit,,'t Is mijn kaart niet. Ik heb er niets mee te maken." „Maar uw vriend „Mijn vriend I Hij is mijn vriend niet. Liever dan dat u dót denkt, wil ik u vertellen, waarom ik mee kwam. Die lafaard" hij wees weer over zijn schouder „heeft niet den moed, om van iemand als uw man zijn*aart terug te eischen. Hij huurde mij om dat werkje te doen, zelfs om uw man te vermoorden. Maar ik kan verklaren, dat ik dat niet wilde. Ik had geen keus ik was op het was mijn eenige kans om weer een behoorlijk leven te beginnen." Hij hield even op. „Had u liever dat ik vertelde, dat ik als zijn vriend gekomen was Even zweeg de jonge vrouw. Daarna klonk haar stem koel „Dan is u gelukkig, nietwaar? U kunt nu uw half aandeel krijgen zonder dat u er geweld voor hoeft te gebruiken. Het was niet eens meer noodig dat u hem begroef." Broker hoorde zijn eigen stem antwoorden „Ik wil er niets van hebben. Hij kan alles krijgen. Ik heb iets veel belangrijkers te doen." Nieuwsgierig keek ze hem aan. „Wat?" Hij mompelde en in zijn stem klonk weer iets van den man der beschaving, die hij geweest was „Het is een lange weg, terug naar Nogori. Het is haast niet te doen voor een vrouw alleen. Ik zou u graag, als u mij kunt vertrouwen, daarheen brengen. Zoodra wij in de stad zijn, zal ik natuur lijk verdwijnen, als u dat wilt." Met een zucht van verlichting legde zij haar kleine, koele hand in de zijne; zelfs glimlachte zij even tegen hem. Hawkins lag wakker, toen Broker bij hem terug keerde. Geïrriteerd schoot hij overeind. „Wel ver duiveld, waar ben jij geweest? Ik heb in doods angst gezeten. Hij kon elk oogenblik hier komen en mij vinden. Waar is hij Is hij al terug?" Broker antwoordde kortaf „Hij is dood Nee, ik heb hem niet vermoord. Hij is gistermorgen overleden." Hij stak zijn hand in zijn borst zak. „Hier is je kaart. Mevrouw Malon heeft haar mij voor jou gegeven. Ruk nu zoo gauw mogelijk uit eri probeer rijk te worden." Terwijl hij de kaart openrukte, vroeg Hawkins scherp „Ga je dan niet mee Broker voelde een vreemd soort medelijden voor hem, terwijl hij daar zat, en zijn begeerige, sluwe oogen over de kaart liet glijden zijn eenigen schat in de wereld. „Nee," antwoordde hij „ik heb iets gevonden, dat meer waard is." Hij keerde zich om en ging de tent uit, terwijl zijn hart zich ongewoon opgewekt gevoelde. HHM

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 21