De wellevendheid is een betrekkelijk iets. Wie het niet
gelooven wil, leze reisbeschrijvingen en verhalen, waarin van
de zeden en gewoonten van vreemde volkeren wordt verteld.
Indien u te dineeren wordt gevraagd, eischt de goede toon,
dat men u niet hóórt eten. Maar er zijn ook landen, waar het
bezoek de gastvrouw ergert, als het niet hoorbaar slurpt, en haar
teleurstelt, als het niet smakt, dat het klapt.
U zult het niet in uw hoofd halen uw besten vriend uit te
noodigen een paar trekjes te doen aan de sigaar, welke ge bezig
waart te rooken, toen hij binnenkwam, maar ge begaat een
zwaar vergrijp tegen de hoffelijkheid, als ge elders ter wereld
zoudt weigeren een Jurkje" te doen aan de pijp, waarop uw
gastheer van jongsaf pleegt te knagen.
Bij het slechtst gespeelde tooneelstuk laat u zich nog verleiden
tot een beleefdheidsapplausje maar minder dan vijf dagreizen
ver is in de handen klappen een teeken van afkeuring.
Men voedt zijn kinderen op in de vaste overtuiging, dat het
rechterhandje „mooier" is dan het linker en dat het eerste dus
beleefdheidshalve behoort te worden uitgestoken, terwijl 't luttele
uren sporens van hier een teeken is van groote vriendschap,
wanneer men u de linkerhand reikt.
Zóó hoort
te gapen.
Dat komt
Meneer is biljarten.
Deze betrekkelijkheid weerhoudt intusschen niemand om goede
manieren aan te kweeken bij allen, die aan zijn zorgen zijn
toevertrouwd, en zoo hoog staan de manieren in aanzien, dat
er nog maar weinig menschen worden gevonden, die de wijsheid
begrijpen van het Russische spreekwoord„Goede manieren
bederven het karakter".
Wie zou de jeugd durven ieeren „Als je gapen wilt, gaap dan
maar" Wie zou zelf dezen regel in toepassing durven brengen,
wanneer hij in gezelschap is
Het is immers „eisch", dat wij laten zien, dat we ons niet
vervelen ook al behoort degene, die beslag legt op onze
gedachten, of althans op onze vrije oogenblikken, tot het soort
lieden, dat wij met genoegen wenschen in de naaste omgeving
van, bij voorbeeld, den gemeentesecretaris van Reijkjavik.
Niets wordt kwalijker ge
nomen, dan oprecht, grondig, l -mu l -
bestudeerd, lekker gapen. I
Denk u de positie
iemand, die een vriend heeft,
die aanleg heeft tot het ver-
vullen van spreekbeurten. De *"vB|
vriend heeft hem zijn rede
eerst voorgelezen toen deze „in
klad" stond. Daarna werden
de noodige verbeteringen aan-
gebracht en moest hij luisteren jB
naar den gewijzigden tekst.
Toen kwam de vriend nog g f a\V
eens den definitieven inhoud 1
voorlezen en daarna stuurde j V
hij hem een vrijbiljet voor
Een jongen met aanleg.