EN ARMOEDE 4 'S - No. 43 VRIJDAG 6 APRIL 1934 1447 GOUD In het gebied van de Ka- rasjokka in Lapland wor den des zomers goud graverskampen opgeslagen, waar men alle ruwe en wilde romantiek der schatgravers, zooals men die kent uit de boeken over Zuid-Afrika en Klondyke, mist. De Lappen, die er met moeite en zwaren arbeid een weinig goud win nen, komen er ook niet met droomen van onverwach- ten en grooten rijkdom daartoe bevat de aarde te weinig van het kostbare erts. De arbeidsmethoden zijn er nog primitief; de ertshou- dende grond wordt door een goot gevoerd, waar de zwaarste deelen achterblijven in gaatjes en gleuven, terwijl het lichtere zand met het doorstroomen.de water wordt De goot, waarin erts gewasschen en geschift wordt. afgevoerd. Daarna worden de erts deelen verder bewerkt en gezui verd, totdat men het kostbare metaal kan verzamelen, doch soms slechts in zulke kleine hoeveel heden, dat men niet meer dan een buideltje gedurende een ge- heelen zomer wint. Rijk worden de Laplandsche goudzoekers dus niet Om te onderzoeken of een pe-^ deelte van het terrein goud bevat schudt men de aarde in een platte pan in de rivier, totdat de aarde is losgespoeld en even tueel goud zichtbaar wordt *0gr fjËËmSBS'. De goudhoudende grond wordt in het stroomende wa ter in de goot gestort, waarin de zwaarste deelen met het stofgoud in de gleuven en gaatjes achterbliji Kinderen der goudgravers bij de armoedige hutten van het kamp

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 7