DE OUDE
MEEKRAPCULTUUR
IN ZEELAND
No. 47
Romerswaal in 1537 met
betrekking tot de mee
krap weerspreekt dit
overtuigend.
Trouwens, de geheele
veronderstelling, dat een
onzer nabuurlanden deze
plant geïmporteerd zou
hebben, lijkt ons onjuist.
Immers,de meekrap stamt
uit de Levant, en het is
volkomen verklaarbaar en
aannemelijk, dat de vele
Zierikzeesche Oostinje-
vaarders dit gewas heb
ben meegebracht.
Hoe dit zij, ten tijde
van de uitgave van het
boekje had Schouwen niet
minder dan 19 meestoven.
„Voorwaar 'n dierbare
plant voor den Zeeuw-
De nog bestaande meestoof Nederland
te Nieuwdorp, die in 1826 werd gesticht.
Doorsnee pan het inwendige van een meestoof.
Elk land heeft zijn bronnen van bestaan, welke
echter niet altijd dezelfde blijven, maar die den
invloed van conjunctuur en nieuwe vindingen
ondergaan, waardoor zij dikwijls tot verdwijnen
zijn gedoemd.
Zooals men weet, werd de meekrap verbouwd
ter bereiding van de aniline-verfstof. Als zoodanig
veroverde zij, gelijk we hieronder nog zullen zien,
de geheele wereld. Speciaal het eiland Schouwen
leverde hier het leeuwenaandeel. Zoodra echter
de aniline-bereiding langs chemischen weg werd
uitgevonden, was het met de meekrap gedaan.
Dat dit werd ingezien, blijkt uit het feit, dat men
de meekrapcultuur in betrekkelijk korten tijd
haar eigen dood liet sterven. Leerzaam moge
dit historische voorbeeld zijn voor degenen, die
van meening zijn, dat door regeeringssteun een
uit den aard der zaak tot ondergang gedoemde
cultuur gered kan worden. Wij ontleenen de
gegevens voor dit artikel aan een oud boekje,
dat zeker maar heel weinig bekend is. Het is in
het jaar 1802 verschenen, en wel van
de hand van den in Zeeland beken
den publicist J. de Kanter, eertijds
notari^ te Zierikzee, en een deskun
dig kenner der Zeeuwsche historie.
Zooals vele boeken uit dien tijd heeft
ook dit werkje een zeer langademigen
titel en wel
Volledige beschrijving van alle
konsten, ambachten.... en zoo gaat
het'door tot de vermelding, dat dit
17e deel gewijd is aan „De Teling
en Bereiding der Meekrap".
De schrijver bespreekt allereerst
het ontstaan der meekrapcultuur, dat
volgens hem terecht in het duister
ligt. Sommige schrijvers beweren, dat
deze cultuur in Zeeland gebracht zou
zijn door Fransche emigranten, maar
dit is volkomen in strijd met de
waarheid. Een keur van de stad
Verschillende attributen, welke bij de mee
krapcultuur werden
gebruikt. A en B
zetspade resp. op zij
en van voren gezien.
F stamper voor het
malen van de m
krap. K lamp. zoo
als in 1800 gebruikt.
Het planten van de meekrap-
kiem, zooals dat meer dan hon
derd jaar geleden geschiedde.
schen, vooral voor den Zierikzeeschen en Schou-
wenschen landman I" roept de schrijver uit, met
een enthousiasme, dat wel minder zou zijn geweest,
had hij kunnen voorzien, dat het geen vijftig
jaar meer zou duren, voor de meekrapcultuur
als volkomen hopeloos zou worden opgegeven
Het was in dien tijd nog zoo, speciaal voor
Schouwen, dat de landbouw zonder de meekrap
geen behoorlijk bestaan zou hebben opgeleverd.
Deze cultuur maakte den tegenslag in den land
bouw veelal goed. „De Engelschen," aldus de
schrijver, „ontvangen jaarlijks voor twee millioen
guldens van deeze verwstoffe uit onze handen.
De Franschen voorheen voor vijfentwintigduizend
guldens, waarvan men veilig mag veronderstellen,
dat het eiland Schouwen alleen de helft levert,
alwaar thans in 19 meestoven, jaarlijks dooreen