No. 48
Oft ïció- dooi Jtedaüand.
Een foto van de Bergkerk te Deventerwaarvan de Deven-
tenaren wel zullen raden, van welk punt ze genomen werd.
den kapitein te gaan, liep hij het dek op, en liet den kouden nachtwind langs
zich heen zweepen. Hij stond in de duisternis te staren, luisterend naar het
gesis van den stoom, die langs den wand van het schip schoot, en naar het
gestamp der machines en het geplas der brekende golven.
Als het ochtend werd, bereikte de Colonia New York en dan werd de
zaak aan de politie in handen gegeven....
En Victor had het in zijn macht, Stella Blaine in hechtenis te laten nemen
en Charlie; en juffrouw Cummings.
Hij duwde de handen in zijn zakken en begon langzaam het deinende
dek rond te wandelen. Het was koud en de wind rukte aan zijn haar, maar
hij vond het een ontspanning, alleen te zijn in de duisternis. Hij liep met
gebogen hoofd, en peinsde, en zag niemand anders.
Maar hij was niet alleen op het dek.
Toen hij een hoek omging, liep hij bijna tegen een fluisterend groepje
menschen aan. Hij bleef verbaasd staan en keek hen aan. En zij, even ver
wonderd als hij, keken hèm aan.
Het waren Lene Cummings en haar broer Red en Charlie Grey
„Victor 1" riep Charlie uit. Zijn toon scheen angst en opluchting tegelijk
te kennen te geven. „Waar ben je geweest?"
„Och, zoo'n beetje rondgeloopen."
„Dus.... je bent niet naar den kapitein geweest?"
„Nog niet."
„Waarom zeg je nóg niet Je bent toch niet van nlan, naar hem toe te
gaan
„Niet Waarom niet
„Hoor eens, Victor," begon Charlie. „Ik heb je al gezegd, dat 't absoluut
overbodig
„Wat je me al verteld hebt," viel Victor hem in de rede, met een eigen
aardige hardheid in zijn stem, „geeft mij 't gevoel, dat wij 't recht niet hebben
te verzwijgen wat wij weten.... over dat fluweelen zakje!"
Die woorden schenen Lene Cummings te treffen. Zij deed een stap vooruit
en een zwak geel schijnsel, dat door een patrijspoort kwam, viel op haar
gelaat.
Dat gelaat boeide Victor's blik. Hij keek er met aandacht naar. Hoewel
hij haar type van schoonheid wantrouwde, moest hij er de hypnotische macht
van erkennen.
De oogen vooral, donker en glanzend en bijna Oostersch van uitdrukkings
kracht. Ivoorkleurig stak haar huid af tegen het bont van den avondmantel
dien zij droeg. En haar zwarte haar, in het midden gescheiden en naar weers
kanten strak neergetrokken, had den glans van ravenveeren.
Zij sprak met een zachte, vleiende stem „Wij hadden 't juist over dat
zakje, meneer Wright. Wij vonden het niet noodig, ons in dat geval te mengen."
„Bent u er al niet in gemengd vroeg hij haar.
„Omdat iets, dat ik aan Charlie gegeven had, gestolen werd, en toen onder
dat lichaam gevonden is Dat lijkt me toch heusch een beetje te gek, meneer
Wright. Wij weten van den moord of van den dader niets meer dan de andere
passagiers, 't Gaat ons toch zeker evenmin aan als hun
„Dat weet ik niet," zei Victor. „Vindt u
Hij zag een beetje kleur in haar wangen komen. Zij hief het hoofd wat
hooger, bijna uitdagend.
„Dat vind ik nu heelemaal niet aardig van u, meneer Wright," zei ze.
„We weten niets van den heelen moord. Wat heeft 't dan voor nut, den kapi
tein over dat zakje te gaan praten
„Misschien kan dat hem helpen, om het geheim op te lossen."
„Absoluut niet. We kunnen er niets mee bereiken dan een massa last en
onaangenaamheden. De politie zou ons maar ophouden, om te getuigen. We
zouden niet eens vrij aan land kunnen gaan. Waarom zullen we dat riskeeren?"
Een paar seconden keek Victor haar aan, zwijgend, alsof hij ernstig over
haar redeneering nadacht. Maar hij wist heel goed, dat zij zich niet eerlijk
uitsprak. Haar kalmte zelfs was al gehuicheld.
„Vertelt u me eens, juffrouw Cummings," zei hij opeens, „hoe bent u aan
dat zakje gekomen
„Dateh
Het antwoord kwam echter niet uit haar mond. Haar broer Red, met
een hooge kleur in zijn knappe gezicht, kwam er snel tusschen
„Dat hebben we in Parijs gekocht Er heeft eerst een tooneelkijker
ingezeten, maar dien heeft mijn zuster in een schouwburg vergeten ver
loren. Maar we vonden 't zakje zoo eigenaardig, dat we 't bewaard hebben.
Dat is de heele geschiedenis. Waarom zouden we ons, om zoo'n onnoozel ding,
met een moordzaak bemoeien
Wat armzalig en duidelijk loog die man, dacht Vicfbr Wright!
Maar hij liet van die gedachte niets blijken. Zonder antwoord te geven,
bleef hij naar het dek staan staren. Eén ding was duidelijk die menschen,
"harlie inbegrepen, probeerden hem om den tuin te leiden met vertoon van
schuld. Zij wilden hem overhalen om te verzwijgen, wat hij van het flu-
:elen zakje wist.
En dit beetje gaf hem een wapen in handen.
Met een beetje handigheid, een krijgslist door te dreigen, dat hij aan
ien kapitein zou gaan vertellen, wat hij wist kon hij hun misschien be-
vegen, om méér los te laten. Misschien deden ze uit puren angst een gewich
tiger mededeeling waagden ze alles, om zijn medewerking te winnen 1.
Het was een soort spelletje Victor wou het probeeren.
,,'t Spijt me wel," zei hij, „maar u hebt me niet overtuigd."
„Overtuigd?" riep Red Cummings uit. „Wèt overtuigd! Het is heele
maal onze bedoeling niet, u ergens van te overtuigen We hebben alleen geen
zin, om in dat lamme zaakje gesleept te worden
„Als u niets meer met den moord te maken hebt dan u zegt," hield Victor
stand, „hoeft u ook nergens bang voor te zijn. U moet niet vergeten, dat
ik mezelf in een heel lastigen toestand breng, als ik verzwijg, wat ik weet. Als
ik 't goed inzie, is daar geen reden voor." Hij schudde vastberaden het hoofd.
„Absoluut geen reden."
„Victor riep Charlie.
„Ik heb er lang over nagedacht, Charlie. Ik breng je niet graag in moei
lijkheden. Maar ik moet 't eerste steekhoudende argument, om mijn mond
te houden, nog hooren."
Met deze besliste uitspraak keerde Victor zich om, zei iets, dat op een
afscheidsgroet geleek, en deed twee stappen bij hen vandaan. Maar verder
kwam hij niet
Achter zich hoorde hij een eigenaardig geluid, een woord van woede
misschien, zacht uitgesproken. En bijna tegelijk daarmee kwam er een kreet
van schrik. Hij keek om, juist op tijd, om Charlie als een dolleman op Red
Cummings te zien toespringen.
Loerend als een kat had Cummings een revolver gericht naar denjmg van
Victor Wright
Maar er klonk geen schot.
Charlie's vuist kwam met zooveel kracht op den arm van Red Cummi
neer, dat de revolver kletterend op het dek viel.
„Idioot!" riep de kleine blonde man uit, bijna schreeuwend. „Weet
wel wat je doet
De revolver gleed naar den kant van het meisje en zij bukte zich hijgenci
om het wapen op te rapen. Victor sprong naar voren, en zijn voet schoot
uit. Hij schopte het wapen weg, toen haar vingertoppen het bijna raakten.
Met de vlugheid van een schooljongen ging hij er achteraan. Snel bukte hij
zich en greep het, en hij slingerde het ver weg over de reeling, de duisternis
van de zee in.
Toen keerde hij zich om, en wilde met Cummings afrekenen.
Op het gezicht van Victor Wright lag er dat oogenblik een toorn, donker
der dan de nacht. Vlammend keken zijn oogen in het bleeke gezicht van
Cummings. Zijn linkerhand schoot uit, om den man bij de borst te grijpen.
„Laat los riep Cummings, wanhopig rukkend om vrij te komen.
„Met alle plezier Ik zal je loslaten, als ik je in de kajuit van den kapitein
heb
Victor was razend van woede. Om de wilde gedachten in zijn hoofd
schenen er vlammen te spelen. Die man had hem het zwijgen willen opleggen
met een kogel Zijn lijk overboord willen gooien misschien Hij begon Cum
mings voort te sleuren over het dek naar kapitein Frazer, vastbesloten hem
alles te vertellen, wat hij wist. (Wordt vervolgd)