jr-. l" -a - elkaar scheurt. Daarna en het is een van de onsportieve elementen in het stierengevecht, dat er steeds frissche en nog niet vermoeide strij ders in de arena komen komen de banderilleros den stier nog meer afmatten zij planten de beruchte stokjes, van weerhaken voorzien, in het lichaam van het dier; zij worden geholpen door de capeadores of chulos, die met roode doeken zwaaien en aldus den stier steeds heen en weer laten hollen of hem afleiden, Met een snelle beweging plant de bande- rillo de scherpe staaf in het stier en - lichaam, en springt dan vlag opzij om aan de horens te ontkomen. wanneer een der stierenvechters in een te gevaar lijke positie verkeert. In het laatste gedeelte van den ongelijken strijd treedt de espada, cachetero of matador op in de eene hand heeft deze een rood vaantje, in de rech terhand een scherpen degen. De stier rent razend op het roode doekje toe op het laatste oogenblik springt de man op zij, en terwijl het dier verder stuift, voorbij den matador of espada, stoot deze de stier neemt hem op zijn horens en werpt hem danvreeselijk gewondvan zich af. Het einde van den strijdde matador staat met zijn degen gereed bij den gewonden en doodelijk vermoeiden stier. - \-~r vlug den degen in den nek, waar mede de strijd beslecht en num mer zooveel van het programma geëindigd is de stier is ge dood, de sensatie is voorbij, de gewonde paarden worden afge maakt wanneer ze nog niet ge storven zijn (soms acht of nog meer per voorstelling) en de stierenvech ter heeft zijn loon verdiend, hetgeen dik wijls een zeer hoog loon is de beroemd heden onder hen ontvangen soms ongeveer f 2500.f 3000.per gevecht. Een der stierenvechters is niet vlug genoeg geweest

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 5