No. 49 VRIJDAG 4 konden we misschien samen uitvinden, hoe dat rare boeltje in elkaar zit. Misschien komen we er achter, wie dien bediende vermoord heeft als u dat ten minste al niet weet." „Nee," zei ze vlug. „Dat weet ik niet „Mooi," zei hij, met dezelfde dringende stem. „Als we dan eens begonnen met de juweelen van Barsoda. Wat is daarmee In den blik, waarmee Stella Blaine hem toen aanzag, ontdekte hij tegen strijdige gevoelens. Aarzeling en gretigheid, hoop en vreesMaar eindelijk scheen de eene neiging de andere te verdringen. Met een krachtigen duw doofde zij haar sigaret in een aschbakje op de tafel, en zij keerde zich wat opzij in haar stoel, om recht tegenover hem te zitten. „Goed," zei ze met kalme zekerheid, ,,'t Is misschien het beste, dat we één lijn trekken. En ik geloof, dat ik u vertrouwen kan u lijkt me een eerlijk mensch." Victor antwoordde met een kort, droog glimlachje. Eigenaardig, dat hij nu die ontmoeting met Charlie vergat. Hij had zich daar echter niet ongerust over hoeven te maken. Charlie was nog aan dek, wanhopig redeneerend met Lene Cummings en haar broer Red, die knorrig de punt van zijn kin betastte.... „Barsoda," zei Stella Blaine, „is een stad in 't Noorden van Indië, onge veer driehonderd kilometer van de kust. Voorzoover ik heb kunnen nagaan ik heb mijn kennis namelijk in Londen opgedaan, in een leeszaal is het vooral bekend door zijn tempel den tempel van Vishnoe. Ik zal u niet vervelen met reisverhalen, meneer Wright, maar er is één ding, dat u moet weten. De priesters van dien tempel verdienen het noodige geld door aan de pelgrims kleine beetjes heiligen grond te verkoopen, den grond, waar de tempel op staat. Daar stoppen ze een beetje van in een rood- fluweelen zakje, waar de afbeelding van Vishnoe op staat, en wie zoo'n zak'je koopt en meeneemt, heeft geluk, zeggen ze. Maar alléén Hindoes mogen er een koopen. Aan anderen geven de pries ters er geen. Onthoudt u dat. Ik vertel u die bijzonderheden, omdat u de zaak anders niet goed kunt begrijpen." „Ik heb gesnakt naar bijzonderheden," zei Victor. „Vertelt u alstublieft verder. Hoe zit 't met die juweelen „De tempel van Vishnoe bezit al sinds eeuwen een heel buitengewone verzameling edelsteenen, allemaal geschenken van inlandsche vorsten. Eén van die schatten en die is 't, waar 't nu om gaat bestond uit zes vol komen gelijke emeralden, die een heel vermogen waard zijn. Ze zijn nooit officieel getaxeerd, maar de priesters van den tempel beweren, dat ze een millioen pond waard zijn. En die emeralden, meneer Wright, zijn een maand geleden gestolen 1" Hier zweeg Stella Blaine, als om aan haar woorden meer nadruk te geven, terwijl Victor een onverstaanbaar schrikgeluid deed hooren. Toen ging zij, heel kalm en duidelijk, voort „Gestolen door de Cummings I" Victor staarde haar verbaasd aan. „Hoe weet u dat vroeg hij. „Weten doe ik 't eigenlijk niet. Ik geloof 't. Hier hebt u de feiten, dan kunt u zelf oordeelen De week vóórdat de emeralden uit den tempel van Vishnoe verdwenen, zijn de Cummings er meermalen geweest. Zij raakten op goeden voet met een paar priesters, en die hebben hun tweemaal de tempelschatten laten zien een voorrecht, dat maar aan weinig vreemdelingen gegund wordt. Ze zeiden, dat zij voor hun pleizier Azië bereisden en omdat pleizier- reizigers in zoo'n afgelegen oord als Barsoda nogal zeldzaam zijn, trokken ze groote belangstelling. Enfin, om 't kort te maken zes uren nadat de Cummings Barsoda verlaten hadden, werden de emeralden vermist." „Hm „In Bombay kreeg de politie ze te pakken. Bij nasporing bleek, dat Red en Lene al in verschillende landen met de politie in aanraking waren geweest. Red was zelfs al eens bij een moordzaak betrokken geweest, maar zijn schuld kon niet bewezen worden. Zij hebben in Bombay een poosje gevangen gezeten maar de emeralden werden niet gevonden, en er was geen enkel steekhoudend bewijs tegen hen. Ze werden dus na tien dagen losgelaten. Toen zij, onderweg naar Amerika, in Engeland waren, heeft de recherche ze nog eens vastgehouden er. weer niets gevonden. Niemand weet waar ze die emeralden verborgen hadden als zij ze toen ten minste bij zich hadden 1 Enfin, de tempel van Vishnoe had inmiddels een particuliere detective firma in den arm genomen de firma Worthington Fox en Co. en ik werk in Londen voor die firma." Victor keek verbaasder dan ooit. „Dus u bent detective?" „Een bescheiden medewerkster maar," zei ze, met een flauw glimlachje. „Evenals de meneer, die u nu al een paar dagen doodverveelt meneer Midvale." Victor ging rechtop zitten en keek haar strak aan. „Wil dat zeggen," vroeg hij, „dat meneer Midvale me alleen maar heeft aangeklampt, om me in de gaten te houden „En om uw vertrouwen te winnen," gaf zij toe, opnieuw glimlachend. „Eigenlijk was het zijn taak, u op 't dek te houden, uit den weg, om mij de kans te geven, hier de hut na te zoeken." „Zoo," zei Victoren toen, op nog peinzender toon, voegde hij er bij „Zoo zoo 1" „Zooals u ziet, leg ik al mijn kaarten op tafel," zei Stella Blaine. „En ik verwacht, dat u hetzelfde zult doen...." ,,'t Heele spelriep Victor vurig uit. „Vertelt u maar verder over de Cummings alstublieft Charlie Grey maakte intusschen een einde aan zijn dispuut met Lene en Red Cummings en verliet hen, om zich naar den bar te reppen. Toen hij de rookkamer betrad, keek hij rond, of hij Victor zag. Hij zag er zenuwachtig en ongelukkig uit zoo uitgeput zelfs, dat tal van oogen hem met verbazing bekeken. Hij zag den heer Midvale tegen de toonbank leunen, en vroeg dien gezet- MEI 1934 1597 ten grijzen heer, of hij meneer Wright ook gezien had de laatste paar minutem Midvale schudde echter het hoofd, klaarblijkelijk verschrikt door Charlie's ontredderde voorkomen peinzend krabde hij aan zijn kin, toen het kleine blonde jongmensch verder ging zoeken en vragen. Nadat hij een poosje vruchteloos gespeurd had, besloot Charlie eens in de hut te gaan kijken. Hij snelde de trap af en de gang door. Toen hij de deur bereikt had, stak hij de hand uit, om haar te openen En toen bleef hij stokstijf staan. Want Charlie hoorde, voor die deur staande, het geluid van stemmen. De stemmen van Victor en van Stella Blaine.... Zijn oogen gingen wijder open. Hij hield zijn adem in en luisterde. Hij kon niet precies verstaan, wat er daarbinnen gezegd werd. Maar van tijd tot tijd vind hij een woord op „Barsoda.emeralden.Hindoe.Cummings." Nog stond Charlie Grey daar, diep en zwaar ademhalend, toen hij een paar menschen door de gang hoorde aankomen. Het waren vroolijke, nogal luidruchtige heeren, die 'n laatste bezoek aan den bar hadden gebracht. Charlie keek naar hun kant met een ontevreden gezicht. Hij vond het niet noodig, dat zij hem daar zagen staan, voor luistervink spelend. Onrustig kuchte hij even en hij veegde zich het vocht van het voorhoofd. Toen, na een korte aarzeling, liep hij weg. Charlie's gezicht was lijkbleek, toen hij zich naar dek D. begaf maar het stond koppig, bitter en vastberaden. Hij ging een gang in en klopte aan een deur. Red Cummings kwam opendoen, met een kamerjas aan, en keek fronsend naar buiten. Zijn oogen schitterden van boosheid en zijn lippen vormden een strakke lijn. „En snauwde hij. „Wat wou je nu weer „Ik wou je dit vertellen," snauwde Charlie terug. „Dat meisje van Blaine is in onze hut, en zij vertelt Victor de heele geschiedenis. Zoo gauw ze er weer uit is, haal ik die vervloekte emeralden en dan geef ik ze aan jou. Ik heb er genoeg vanIk wil er absoluut niets meer mee te maken hebben. En met jou ook niet. 't Is uit Onderwijl zette Stella haar onthullingen voort. In een paar minuten tijds kwam Victor heel wat te weten omtrent haar, meneer Midvale en de Cummings. Hij vernam bijvoorbeeld, dat de particu liere detective-firma Worthington Fox en Co. én Stella èn haar corpulenten medewerker had uitgezonden, om de Cummings aan boord van de Colonia naar Amerika te volgen. En hoewel het meisje gepoogd had, nader met Red in kennis te komen, was zij hierin niet geslaagd. Zij en meneer Midvale, zoo vertelde zij, hadden afgesproken onderweg te doen, alsof zij elkaar vreemd waren. Als dan de Cummings één van hen bei den begonnen te wantrouwen, kon de ander nog verder werken. „Den tweeden dag van de reis," bekende zij, „hebben wij hun kamers en - hun bagage doorzocht, terwijl zij zaten te dineeren. Meneer Midvale en ik hebben alle twee een looper gebruikt. Maar wij konden geen spoor van de juweelen vinden." Haar voorhoofd betrok bij de herinnering. „We hadden ook opgemerkt, dat zij erg vriendschappelijk omgingen met den man, die „de Sjeik" wordt genoemd. Wij hadden geen flauw idee, wat er voor relatie tusschen hen bestond. Maar we deden al het mogelijke en door zochten ook zijn hut. Ook daar waren de emeralden niet te vinden." „Hoe heet die kerel eigenlijk!" vroeg Victor. „Caselli." Stella Blaine deed even de oogen dicht. Langzamer ging zij voort „Toen begon Lene Cummings groote belangstelling te toonen voor uw vriend Charlie Grey. En en gisteren, toen u in 't zwembassin was, zijn Lene en Red Cummings en de Sjeik met Charlie hier in uw hut geweest. Een heelen tijd. Wij kwamen langs de deur en toen hoorden we opgewonden gemompel, bijna een twist. Daardoor zijn we tot de conclusie gekomen, dat u en meneer Grey misschien met de Cummings samenwerkten." „En mag ik vragen," zei Victor glimlachend, „waardoor u over mij anders bent gaan denken „Och, dat weet ik niet. Door uw heele persoonlijkheid misschien. U bent zoo heel anders dan die anderen. Ik heb u al gezegd, dat ik u er eerlijk uit vond zien." „Dan dank ik u wel Stella zat met het eindje sigaret in den aschbak te spelen, en er fronsend naar te kijken. „Toen ik dat zakje in de bagage van Charlie Grey vond," zei ze zacht, „was het leeg. Ten minste, er zat niets in dan een paar kleine witte doosjes. Ik had geen tijd om verder te zoeken, want de bediende overviel me. Maar ik geloof, dat hij me de vondst tusschen mijn kleeren heeft zien stoppen. Toen ben ik naar buiten gegaan, en.de rest weet u." Victor dacht een oogenblik na. Toen stond hij op, en keek twijfelachtig in het gezicht van het meisje. „En die moord op den bediende van uw gang?" zei hij. „Weet u daar werkelijk niets van Zij schudde nadrukkelijk het hoofd. „Nee, niets!" verklaarde zij. ,,'t Is precies zoo gegaan, als ik aan den kapitein verteld heb. Ik was zenuwachtig en ik kon niet slapen. Ik dacht, dat een heet bad me misschien kalmeeren zou. Dus ging ik naar de badkamer, en ik liet het zakje op tafel liggen. Toen ik uit de badkamer kwam, hoorde ik die bons tegen de deur. De bediende laglag dood in de gang, en het zakje lag onder hem." „Dus iemand heeft dat zakje uit uw hut gehaald, terwijl u aan 't baden was „Ja „En hebt u niemand gehoord „Absoluut niets." Weer dacht Victor na over de verwikkelingen van dit tragische

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 29