NFRpEVERS
VOOR
VRIJDAG 11 MEI 1934
nog 1 toer vasten. Men kan naar verkiezing de
halsopening eerst verder openknippen en de kleuren
afwisselen. Een punthals kan men door de noodige
minderingen veranderen in een ronden hals.
We krijgen op deze wijze een zeer moderne,
vroolijke garneering, die uitstekend voldoet. Ter
voltooiing kan men eventueel van overgebleven
wol nog een koord als ceintuur erbij vlechten.
Aanbevolen kleurcombinaties zijn
voor 'n groene jumper: grijs-zwart-wit of:
terra-geel-taupe.
Voor 'n donkerblauwe jumper wit-bleu-zwar.t.
Voor 'n bleu jumpergeel-zwart-grijs.
Voor 'n bruine jumper: beige-oranje-zwart.
Verder kan men jumpers nog moderniseeren
door er van voren kruiselings een wollen koord in
afstekende kleur door te rijgenvooral de z.g.
„Greta Garbo"-jumpers leenen zich hiervoor
uitstekend.
Heel veel knoopgarneering wordt er weer ge
dragen. Een in vasten gehaakte band van ca.
3 c.M. breedte in de bovenaangegeven kleuren en
bezet met aardige kleine knoopjes, in 't midden
genaaid of als Russische sluiting op zij, zal de
eenvoudigste trui tot een onherkenbaar moderne
jumper omtooveren.
Aardig zijn ook de moderne blouses met kruisjes
borduursel. Ook deze zijn gemakkelijk ze' te maken.
Men kan ze echter ook voordeelig, geteekend
koopen, met het patroon erop. Dit is een aardig
werkje voor de nu nog lange avonden, en tegen
den tijd, dat de temperatuur het dragen van
dergelijke blouses toelaat, zijn we juist klaar er
mee N. O.—W.
GELARDEERDE KALFSLEVER
Bij 2 pond lever rekent men ongeveer V, ons
vet spek, dat men in dunne reepjes snijdt voor
het lardeeren.
De lever wordt eerst even geblancheerd, dan
afgedroogd en met peper en zout ingewreven en
vervolgens doorregen met de spekreepjes. Men
laat 4 afgestreken eetlepels boter in 'n stoofpan
goed heet worden, en laat daarin de lever enkele
minuten aan alle kanten braden. Dan voegt men er
1 d.L. water bij, 1 eetlepel azijn, 1 ui, de dunne
schil van 'n citroen, 1 worteltje, 1 takje peterselie,
eenige peperkorrels en 'n paar laurierbladen.
Zoo laat men de lever, ongeveer een uur, zachtjes
stoven. Staat de lever niet geheel onder, dan moet
ze, na 'n half uur, worden omgekeerd.
Voor 't binden van de saus laat men 'n kleinen
lepel bloem in bruine boter, even lichtbruin wor
den, en roert ze dan door het nat.
AGNES.
NUTTIGE WENKEN
Geen huishouden, of er wordt wel eens iets
gebroken, dat men, om welke reden dan ook,
maar niet zoo dadelijk kan vervangen. Mogelijk
ook is het iets waaraan men gehecht is, omdat
het 'n familiestuk is enfin, we willen het niet
kwijt, daar komt het ten
slotte op neer.
Zoo'n gebroken stuk laten
zooals 't is willen we echter
ook niet en daarom zoeken
we naar een middel om het
kwaad te verhelpen, met
andere, woorden: de breuk
te maskeeren.
Hoe vaak komt het niet
voor, dat een spiegel in een
der hoeken begint te ver-
weeren. Dat staat leelijk.
Wanneer hij niet al te geha
vend is, ja, zelfs wanneer er
in een der hoeken een barst
is, is het gebroken of ver
weerde gedeelte handig te
maskeeren, door er een doek
overheen te drapeeren, op
de wijze als de teekening aangeeft. Hetzelfde is ook
te doen met een gebroken bloempot en nog wel met
andere voorwerpen ook.
Er zal bijvoorbeeld een vlek zijn op 't behangsel,
wat veelal gebeurt bij den divan, en we hebben geen
stuk behang meer om die bij te plakken. Geen
nood, een aardige gebatikte doek of een Indisch
matje achter den divan gespannen en niet alleen is
de vlek bedekt, maar het heele aanzien van onze
kamer is er op verbeterd en het hoekje bij den divan
is er zelfs gezelliger door geworden. J.
NOODLEUGENTJES
ik er naar geVraagd word, goed, dan spreek ik
ze uit in den aangenaamsten vorm, als ze instem
mend luidt, en zoo verontschuldigend mogelijk,
als ze contrasteert met die van mijn ondervrager.
Wordt ze bestreden waarom kan men zich dan
niet eens lachend gewonnen geven, ook wanneer
men geenszins overtuigd is ongelijk te hebben
Natuurlijk alleen, als 't geen principieele kwesties
zijnMaar och, die liggen op 't thee-uurtje of
„avondje" gewoonlijk niet zoo dik gezaaid I
VOOR GROOT EN KLEIN
EEN MODERN SCHORTJE
„Wilt u me het genoegen doen, morgen bij me
te komen eten
„Ik zou 't verbazend prettig vinden maar
tot mijn groote spijt gaat 't niet, ik krijg zélf
bezoek."
Gesteld nu eens, dat het niet gaat om een zuiver
conventioneele aangelegenheid, gesteld eens, dat
het „genoegen" van dengene, die uitnoodigt,
écht is, dat de reden voor de weigering echter niet
ligt in uiterlijke omstandigheden, maar eenvoudig
in afkeer van of onverschilligheid voor dit samen
zijn is zoo'n noodleugentje dan te verdedigen
Er zullen menschen zijn, die een afwijzing onder
aannemelijke motiveering voor vriendelijker hou
den dan het antwoord „Dank u, ik heb er geen
zin in."
Verder komt het er natuurlijk op aan, hoe de
onderlinge verhouding is, hoe men tegenover elkan
der staat. Is men werkelijk bevriend, dan is vriend
schappelijke openhartigheid onder allé omstandig
heden het beste en het mooiste, beide partijen
meer waardig dan een of ander uitvluchtje. Tus-
schen goede vriendinnen zal in sommige gevallen
'n onbevangen „Wees niet boos maar ik heb
waarachtig meer zin om eens rustig thuis te blij
ven," door de andere partij gewaardeerd worden
als een bewijs van echte oprechtheid.
Maar er zijn zooveel van zulke problemen in
het dagelijksch leven....
Is het bijvoorbeeld volstrekt noodig, wanneer
Corrie een nieuwen hoed gaat koopen, mij als
raadgeefster mee wil hebben en er dan een dreigt
uit te zoeken, die haar niet staat is het dan
nóódig, dat ik zeg: „Ik vind hem afgrijselijk;
je smaak spot werkelijk met alle beschrijving"
Is het niet prettiger voor allebei, als ik haar ant
woord „Die hoed is niet leelijk, maar ik gelóóf,
dat die blauwe je toch beter staat
Het komt er immers op dat oogenblik niet op
aan, wie van ons beiden een beteren smaak heeft,
maar 't is alléén van belang, dat Corrie een hoed
koopt, die haar werkelijk staat
Sommige menschen versmaden niét alleen de
noodleugentjes, maar alle tactvolle barmhartig
heid hartstochtelijk als „oneerlijk" en „niet recht
door zee". Ze geven er de voorkeur aan, op hun
eerlijke klompen in kaarsrechte lijn over de gevoe
lens van anderen heen te klossen, gelukkig in de
overtuiging hunner onkreukbaarheid en afkeer
van alle „draai-ommetjes". Of ze gelijk hebben
met hun klompendans Ik betwijfel het.
We behóèven werkelijk niet te liegen, zelfs geen
noodleugentje, als we maar de fijne kunst verstaan,
op beminnelijke wijze de waarheid te zeggen.
We moeten leeren een tegenovergestelde meening
steeds heel bescheiden te uiten als een persoonlijk
oordeel, dat we volstrekt niet voor onfeilbaar
houden. „Ik vind...." klinkt meestal heel wat
beter dan het autoritaire „Het is.
„O, van die film heb ik toch zóó genoten, hè 1
Gewoon schitterend."
„Ze is mij 'n klein beetje te zoet. Maar ik kan me
natuurlijk vergissen."
Je hebt nooit abominabeler draak gezien. Je houdt je
nauwkeurig op de hoogte van wat de avant-
garde brengt en griezelt van de vodden,
waar je vriendin vurig in meeleeft. Je zoudt
liever den heelen avond houthakken dan er
zóó een te moeten „uitzitten". Maar wat
heeft 't voor nut, haar dat mèK.de noodige
superioriteit aan 't verstand te brengen
Men kan zich natuurlijk óók met dat „Ik
vind.... mijn meening is.... mijn indruk
is", buitengewoon onaangenaam maken. Dat
doen echter voornamelijk zij, die zich op den
voorgrond dringen met hun meening. Maar
wie van de buitenstaanders interesseert zich
zoo bizonder voor „mijn meening" Als
Het alleraardigste hierbij afgebeelde schortje
is door een ieder te maken, van een fleurig lapje
cretonne, tobralco, geruite of gewerkte stof. We
maken twee precies dezelfde rechthoekige lapjes
voor de kleine schortjes. We werken deze doekjes
af met een fleurig festonrandje of met een ge
kleurde bies, en maken bovenaan in het eene
doekje twee knoopsgaten en aan het andere zetten
we twee knoopen aan den verkeerden kant,
zorgende dus, dat wanneer het modelletje ge
sloten is de beide goede kanten naar buiten
komen. Het schortje is dus van boven vastge
knoopt en opzij gesloten met bandjes, die aan
beide doekjes worden bevestigd.
Het tweede modelletje, op dezelfde eenvoudige
manier gemaakt van effen linnen, is voorzien van
een grooten halfronden zak, welke opgenaaid
wordt. Een aardig motief van wol wordt op den
zak gewerkt, zooals het jonge eendje, een konijn
of iets dergelijks. U zorgt dat de wol daarvoor
gebruikt goed waschbaar is, want. een schortje
moet heel dikwijls gewasschen worden.
De pooten, de bek en het oog van het lammetje
zijn zwart geborduurd, en de rest wordt gemaakt
in den bekenden lussteek, zooais reeds meermalen
beschreven, welke later doorgeknipt wordt en
dan het wollige oppervlak geeft. U neemt dikke
wol en maakt 'korte lusjes. Van 't eendekuikentje
zijn de snavel en de pooten van oranje wol,
geborduurd in een platten steek.
Wilt u een schortje maken voor u zelf, dan neemt
u smalle stof van ongeveer 50 c.M. breed, een
moderne streep is b.v. aardig.
Twee kanten van dezelfde lengte
zijn noodig, welke weer omgewerkt
worden met den festonsteek of met
een bies. De sluiting maakt u op
dezelfde manier als bij de kleine
schortjes. D. D. L.